Hoofdstuk 16

562 37 7
                                    

Ilse had me een vuile gore klootzak genoemd, maar er geen woord van gemeend. Ze vond mij geen klootzak, ze hield nog van me. Maar toch deden de woorden pijn. Tranen stonden in mijn ogen terwijl ik de deur achter mij dicht trok. Waarom deed ze zo? Ik had verdomme haar leven gered! Ik had haar gesteund en ik had iedereen ingelicht. Ik wilde… ik wilde nog zoveel. Ik wilde gewoon dat het goed kwam, maar kennelijk wilde Ilse niet meer. Ze wilde echt niet meer. Ze had er geen zin meer in. Of ze deed alsof. Waarom geloofde ik haar niet? Waarom had ik het gevoel dat er meer achter zat?

Ik zat thuis op mijn bed en staarde voor mij uit. Eigenlijk wilde ik nu bij Ilse zijn. Ik wilde haar hand vast houden en haar uiteindelijk dicht tegen mee aandrukken. Ik zou zacht fluisteren dat alles weer goed zou komen. En het zou goed komen, daar zou ik voor zorgen. Samen konden we de hele wereld aan, maar dan moest zij mij wel toe laten in haar wereld.

Ilse had hulp nodig. Dat wist iedereen. Ze kon het niet alleen. Maar mijn hulp nam ze niet aan en zou ook niet genoeg zijn. Ze zat er doorheen. Mijn meisje zat er doorheen, ze wist het niet meer. Ze was levensmoe en wilde dood zijn en ik had haar daarvan weerhouden. Logisch dat ze me haatte. Logisch dat ze niets meer met mij te maken wilde hebben. Ik was vreselijk, ik had haar kans op rust, haar wens verpest. Maar ik was zo blij, ik was zo ontzettend blij dat ik naar haar huis was gegaan. Ik was blij dat ik haar vond en dat ze op tijd gered was. Maar ik was niet blij met mijn eigen gedrag daarvoor. Waarom zoende ik met Noa? Waarom ging ik met Noa naar bed terwijl Ilse mij nodig had? Waarom ging ik met iemand naar bed waar ik niet van hield? Waarom was ik zo’n ongelooflijke klootzak!? Ik haatte mijn acties. Ik haatte alle keuzes die ik gemaakt had. Behalve die ene waarmee ik Ilse ooit voor me had gewonnen en waarmee ik later haar leven redde.

Ik lag op mijn bed en staarde naar het witte plafond. De tijd ging traag voorbij. Ik wilde eigenlijk op staan en naar het ziekenhuis gaan. Ik wilde naar Ilse gaan, ik wilde haar opzoeken en haar opnieuw vertellen wat ik voor haar voelde, dat ik haar miste en dat alles mij zo ontzettend speet. Ik wilde niet dat het zo zou eindigen tussen ons. Ik wilde niet dat het überhaupt ging eindigen tussen ons. Ik slaakte een diepe zucht. Mijn telefoon ging af en liet weten dat ik een sms’je binnen kreeg. Op mijn display zag ik dat het Noa was.

Kun je even langskomen, ik moet je spreken.

Stond er geschreven. Ik zuchtte, maar ineens begon ik te begrijpen waarom Ilse zo vreemd tegen mij deed. Het was Noa. Ik gooide mijn telefoon neer op mijn bed en stond op. Ik verliet mijn kamer en vervolgens het huis. Ik was er helemaal klaar mee!

Even later stond ik voor het huis van Noa. Ik drukte mijn vinger op de bel en hield deze net zolang ingedrukt, totdat Noa kwam. Ze opende de deur en keek mij met een glimlach aan. Ze was kennelijk blij me te zien. Ik bekeek haar snel en zag dat ze haar blauwe jurkje aanhad, met een zwarte legging. Over haar jurkje droeg ze een dun zwart vestje. Deze outfit vond ik altijd mooi en dat wist Noa. Ik negeerde het en stapte naar binnen, waar ik gelijk mijn jas uittrok.

‘Wat is er?’ vroeg Noa, zodra ze merkte dat ik hier niet voor de gezelligheid was. Ik reageerde niet en liep de trap op, naar boven, zo konden haar ouders niet meegenieten van het gesprek dat zou volgen. Direct plofte ik neer op het bed, ze ging naast me zitten. Ze zat dicht tegen mij aan, te dicht. We keken elkaar recht in elkaars ogen aan en zwegen. Ik zag hoe ze dichterbij kwam. Ze drukte haar lippen op die van mij en zoende me. Direct verzette ik mij en duwde ik mij van haar af.

‘Rot op! Ik wil je niet meer,’ riep ik gelijk. ‘Je weet ook niet van ophouden hé? Je gaat verdomme maar door!’ Noa sloeg haar ogen neer. Ik zag een traan over haar wang rollen en voelde dat ik medelijden kreeg. Misschien moest ik niet zo streng voor haar zijn. Misschien kon het ook wel door een simpel gesprek te voeren. Direct schudde ik mijn hoofd, natuurlijk kon het niet.

Geen uitweg meerWhere stories live. Discover now