Hoofdstuk 16

107 4 2
                                    

Dus in het kort was het zo dat ik tegen mijn initiële plan in met Brandon naar bed was gegaan en dat ik hem daarna in mijn bed had achtergelaten om met een vampier mee te reizen die als doel had een meisje te helpen een fantoomeiland te vinden omdat ze hoofdpijn kreeg van de drie meisjes die daar meer dan tweehonderdjaar geleden vermoord waren. Want logica is te mainstream.

“Als je het niet erg vind wil ik je graag aan wat mensen voorstellen,” zei Tessa. Ik zat op haar rug terwijl ze op een absurde snelheid aan het rennen was. Ik wist niet eens of ze bochten nam, ze bewoog zo snel dat ik het gewoon niet bij kon houden. Ik zag haar niet eens rennen, als ik naar haar benen keek dan zag ik ze niet eens. Het was alsof ze een romp met armen en hoofd was die zweefde in een vage omgeving.

“Wie dan?” vroeg ik.

“Gewoon wat mensen die meegaan of die er iets mee te maken hebben.”

“Je hebt toch niet stiekem een grap bedacht met Bailey of zo he?” vroeg ik voor de zekerheid.

“Ew, doe even normaal,” lachte ze.

“Zeg, raak je niet buiten adem zo?” vroeg ik. Ze schudde haar hoofd en draaide misschien om haar as, ik weet het niet zeker. Ik weet alleen dat ik er echt heel misselijk van werd.

“Nope, ik kan dit voor eeuwig doen! Vampiers kunnen wel slapen maar in principe hebben we dat helemaal niet nodig. Ik kan dag in dag uit rennen zonder zelfs maar te zweten. Ik krijg alleen wel honger dan.”

“Naar bloed?” vroeg ik. Ik hoopte dat ik het vleugje nervositeit goed uit mijn stem had geweerd. Ik bedoel, ik vond haar tof, begrijp me niet verkeerd, maar ik wilde nog niet dood. Niet weer, bedoel ik eigenlijk.

“Ja, maar maak je geen zorgen. Het is al een paar maanden geleden dat ik van iemand heb gedronken. Normaal neem ik altijd een donatiebloed maar soms is het moeilijk me in te houden. Ik kan je vertellen Cis, soms kom je iemand tegen die zo lekker ruikt he, zo lekker, dat het echt onmogelijk is om er af te blijven. Dan kunnen ze lagen aftershave of parfum dragen, maakt niet uit, als het bloed sterk is dan ruik je het er echt wel doorheen en dan kan ik me gewoon niet bedwingen. Dan kunnen de meeste vampiers, hoe oud en getraind  ook, zich niet bedwingen. Ik ken er maar een die dat kan. Ik weet niet eens of hij nog leeft, waarschijnlijk wel. Hij was vroeger mijn baas toen ik nog spion was. Ten minste, ik denk dat hij zich in kon houden, pin me er niet op vast.” Ik zou haar nergens op vast pinnen. Ze praatte zo snel dat ik nauwelijks tijd genoeg had het ene te verwerken voor ze al aan het andere begon. Dacht ik dat ik een ratel was…

“Maar wie moet ik nou allemaal ontmoeten?” vroeg ik omdat ik niet wist hoe ik bij dat andere onderwerp aan moest sluiten.

“Wacht nou maar gewoon af,” zei ze. “We zijn er bijna.” Ik besloot mijn ogen maar dicht te doen en te hopen dat het snel over zou zijn.

   Ik vond het lang duren tot ze eindelijk stilstond en toen moest ze me in mijn been prikken om me daarop te wijzen.

“He, menswezen, kom op, wakker worden.” Ik sprong met een kreun van haar rug en toen ze zich omdraaide naar me grimaste ze. “Oh, ik snap wat je bedoelde met je zeeziekte. Gaat het? Moet je kotsen? Ik kan wel een emmer kopen als je wilt, ben ik zo terug.” Ik schudde mijn hoofd.

“Het gaat wel, ik moet alleen even zitten en ademhalen.” En dus ging ik zitten, deed mijn hoofd tussen mijn knieën en ademde rustig in en uit. In. En. Uit.

“Het duurt lang,” merkte Tessa op.

“Hou je kop,” gromde ik. “Ik beheers elementen.” Ze grinnikte.

“Ik ook,” zei ze. Ik keek fronsend op en zag een vlammetje uit haar vinger schieten. Ik proestte.

“Dat is toch helemaal niks joh.”

DuisternisWhere stories live. Discover now