Hoofdstuk 44

932 16 6
                                    

Ik word wakker en glimlach zodra ik merk dat Caleb zijn armen nog sterk om me heen heeft geslagen. Ik maak me los uit ziin greep en ga rechtop zitten. Ik hoor dat hij wakker wordt en kijk hem aan. 'Goeiemorgen.' Glimlacht hij. 'Goeiemorgen.' Ik kijk op de klok en zie dat het al half elf is. 'Het is al laat.' Zucht ik terwijl ik me weer achterover op bed laten vallen. Hij moet lachen en hij legt zijn hand op mijn buik. 'Ik ga alvast naar de rest.' Zegt hij terwijl hij opstaat. 'Want zo te horen zijn ze er al.' Ik knik en ga mopperend weer terug rechtop zitten. 'Ik kom ook zo.' Hij knikt en loopt naar de rest zodra hij zich heeft aangekleed.

Ik zucht en sta op om me ook om te kleden. O nee. Lopen is niet fijn. Ik zucht en kleed me dan om. Zodra ik in de kamer bij de rest ben kijkt Cody me lachend aan. 'Wat?' Vraag ik. Nick moet nu ook lachen. 'Caleb kon je niet iets rustiger. Het kind loopt er moeilijk van.' Ik word zo rood als een tomaat en kijk Nick geschokt aan. 'Nick!' Roep ik genant. 'Nou jullie waren goed te horen hoor.' Zegt Cody. Ik kijk naar Caleb die er om kan lachen en ik schud schaamtevol mijn hoofd. Grace en Aiden komen ook binnen en het duurt niet lang voordat Grace de zuigzoen in mijn nek heeft gespot. En daarna die in Caleb zijn nek.

'Had iedereen het gisteren naar hun zin?' Vraagt Grace terwijl ze op een stoel neerploft. 'Die twee wel.' Zegt Brian terwijl hij naar Caleb en mij wijst. 'Ze had het over het feest.' Zegt Noah bot. Ik kijk hem kort aan maar went al snel mijn blik af. Ik ga op de bank naast Caleb zitten en probeer zoveel mogelijk oogcontact met iedereen te vermijden. Hij glimlacht even naar me en ik kijk wat naar de televisie. 'Ik heb hoofdpijn.' Miept Brian. 'Ja, dat krijg je ervan als je zoveel gaat drinken.'
Zegt Nick terwijl hij met zijn ogen rolt. 'Ja Nick waar was jij ineens?' Vraagt Aiden. 'Ja, ik had het druk met iemand. Dus ja, ik heb weer een nieuw apartement gezien als je snapt wat ik bedoel.' Ik schut afkeurend mijn hoofd en spring dan op. 'Ik ga even weg.' Zeg ik vervolgens.

Ik loop naar mijn kamer en stop mijn boek in mijn tas. Ik pak mijn oortjes en stop ze in mijn telefoon. 'Later!' Roep ik nog voordat de deur dichtslaat.

Ik loop naar het parkje en kijk wat uit naar het water. Het is erg koud. Zeker met wat wind. Ik pak mijn boek uit mijn tas en begin wat te lezen. Na een behoorlijke lange tijd zie ik iemand lopen. Zodra ik realiseer dat het Noah is, roep ik hem. 'Noah!' Hij kijkt op en loopt langzaam naar me toe. 'Hé.' Zegt hij zacht. Ik schuif op zodat hij er bij kan zitten. Wat hij vervolgens ook doet.

'Heb je het niet koud?' Vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. 'Nee. Ik vind het wel fijn om nu buiten te lezen.' 'Hoe gaat het met je Noah?' Vraag ik terwijl ik hem weer wat somberder zie kijken. 'Wel goed hoor.' Ik kijk hem doordringend aan en trek hem in een knuffel. Hij sluit zijn armen sterk om mijn middel en zucht dan diep in en uit.

'Noah, ik wil je vrolijk zien.' Hij laat me langzaam los en knikt dan. 'Dat ben ik ook. Ik ben gewoon...' hij zucht even en schudt dan zijn hoofd. 'Ik mis je gewoon Sky.' 'Ik mis jou ook Noah.' Hij lacht even kort en staat dan op. 'Zullen we terug gaan? Het is echt heel koud. En je moet niet ziek worden.' Ik knik en spring dan op. 'Kom spring maar op mijn rug.' Ik grijns en spring dan op zijn rug.

Zodra we terug bij het internaat aankomen spring ik van zijn rug af. We lopen terug naar onze kamers en en ik gooi mijn tas op mijn bed. 'Wat was je nou gaan doen?' Vraagt Kaylee. 'Lezen.' Ze knikt en richt zich dan weer op Cody.

Caleb trekt me naar beneden op de bank en geeft me een kus op mijn haar. Ik glimlach even naar hem en kruip dan dicht tegen hem aan.

'Ik ben moe.' Zucht ik. 'Het was ook laat gisteren.' Zegt Caleb die wat met mijn haar speelt. 'Doe je ogen anders even dicht. Ik knik en sluit mijn ogen. De rest blijft wat televisie kijken.

Ik hoor de rest één voor één weggaan, maar ik hou toch mijn ogen gesloten. Ik dacht dat ik nog alleen met Caleb was tot ik wat gerommel hoor. Ik wil mijn ogen opendoen om te kijken wie het is totdat ik zijn stem hoor. 'Wat zoek je Noah.' Vraagt Caleb. 'Mijn lader.' Zucht Noah. 'Ik heb hier voor het laatst gehad.' 'Gebruik mijne maar.' Ik voel Caleb een kus op mijn voorhoofd drukken en voel dan zijn duim op mijn wang. 'Je bent tenminste wel goed voor haar.' Ik kan aan Noahs stem horen dat hij het er nog moeilijk mee heeft. 'Luister Caleb. Jullie passen echt goed bij elkaar en ik wil jullie ook echt niet in de wegstaan. Ik weet dat ze niet meer van me houdt zoals een tijdje terug, maar ik geef nog ontzettend veel om haar. Ik ben dom geweest en heb wat mij het meeste waard was laten gaan. Maar als je haar pijn doet, op welke manier dan ook, dan maakt het me niet uit dat je mijn vriend bent. Dsn doe ik je wat.' Zegt Noah. 'Noah, ik zou haar nooit pijn doen. Ze is het beste wat me overkomen is. Ik zal alles doen om haar blij te maken en om haar geliefd te laten voelen. Ik wil de rest van mijn leven met haar delen en doorbrengen. Ik hou van haar. Dus maak je geen zorgen dat ik haar pijn zal doen.' Ik op draai me om en open mijn ogen. 'Jullie zijn echt twee schatten!' 'Skylar, heb je dat gehoord?!' Roept Noah beschaamd.
'Nee ik slaap nog.' Caleb geeft me een zacht duwtke en grinnikt dan.

'Ik ga er weer vandoor.' Zegt Noah die snel opspringt. 'Noah wacht.' Ik spring en loop snel de gang op. 'Noah!' Ik pak hem bij zijn pols en trek hem naar me toe. Ik sla mijn armen om zijn nek en hou hem stevig vast. Hij sluit zijn armen om mijn middel en legt zijn gizcht in mijn nek. 'Dank je Noah.' Zeg ik zacht. 'Voor wat?' Vraagt hij verward. 'Om er gewoon voor me te zijn.' Hij lacht even kijkt me dan aan. 'Altijd.' Hij wuift me gedag en loopt de de gang door. Ik loop terug de kamer binnen en plof weer naast Caleb op de bank en kruip dicht tegen hem aan.

Het jongens internaat (VOLTOOID)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu