Hoofdstuk 1 - deel vier

115 5 0
                                    

1. Het diner (4/4)

Mijn hakken tikken ritmisch op de stenen terwijl ik over de stoep snel. Met beide handen zoek ik al vloekend naar het pakje sigaretten die ik voor noodgevallen bewaar in mijn handtas.

Ik vind eindelijk wat ik zoek, alleen om vervolgens erachter te komen dat ik geen verdomde aansteker bij me heb. Met een luide kreet van frustratie gooi ik mijn tas op de grond en woel met mijn vingers door mijn haar.

Wat een klote dag. Wat een klote avond.

Ik hurk neer om het zootje wat op de grond ligt weer in mijn tas te proppen, wanneer een flits me verblindt. Een cameraflits.

Meteen ben ik op mijn hoede. Met grote ogen kijk ik om me heen, op zoek naar de plek waar de flits vandaan kwam.

Ik heb dit de laatste tijd vaker. Paparazzi zou je ze kunnen noemen. Mensen die voor kranten en tijdschriften werken om foto’s van me te maken om boven een artikel vol leugens te plaatsen. Blijkbaar zijn veel mensen geïnteresseerd in het persoonlijke leven van een – zogenaamde – moordenaar. Zoals het lopen over straat om negen uur ’s avonds.

De allereerste keer dat ik door een vreemde werd gefotografeerd, zat ik samen met Flo in een café. Het ergste was nog dat ik een paniekaanval kreeg.

Op de een of andere manier dacht ik dat het Will was die me weer aan het achtervolgen was en stiekeme foto’s van me maakte. Maar het was gewoon een ordinaire journalist die niet wilde stoppen met fotograferen totdat het personeel hem uit de tent zette.

Ik buig me over mijn tas heen, probeer de herhalende flitsen te negeren en raap zo snel als ik kan al mijn spullen op.

Wanneer ik overeind kom voel ik een koude hand op mijn schouder. Verschrikt spring ik op, maar zie dan dat het Chace is. De flitsen worden nu sneller.

“Damn it,” verzucht Chace wanneer hij doorheeft wat er gebeurt.

Hij pakt mijn hand beet en trekt me mee tot we de hoek om zijn. Ik hoop dat we de fotograaf hebben kunnen afschudden.

“I’m so, so sorry for her,” verzucht Chace terwijl hij mijn handen beetpakt. Ik kijk ernaar en zie dan dat ik nog steeds de sigaret tussen mijn wijs- en middelvinger geklemd heb.

“It’s alright. Not your fault,” mompel ik met ophalende schouders.

Chace kijkt me vervolgens geamuseerd aan terwijl hij iets uit zijn broekzak haalt. Een aansteker.

“I thought you might need this one.”

Ik grijns terwijl ik de sigaret aan mijn lippen zet. Chace steekt het ding aan en ik inhaleer genietend.

Maar er zit een druk op mijn borst van het gesprek met de stieftrut van net en de verdomde fotograaf. De rook in mijn longen helpt niet echt.

Een oneindige hoestbui ontstaat en ik gooi verwoed de sigaret op de grond. Chace begint te grinniken terwijl hij zachtjes op mijn rug klopt.

“You were wrong,” piep ik wanneer het gehoest eindelijk is opgehouden.

Ik sla mijn armen om Chace heen en trek zijn gezicht naar me toe.

“I didn’t need that. I need you.”

Valse Sprookjes [inactief]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu