Hoofdstuk 2 - deel twee

134 8 2
                                    

2. Drama's (2/7)

“A room forone, please,” vraag ik aan de jonge man achter de receptie tegenover me.

Opnieuw sta ik in de lobby van het hotel waar ik tijdens de rechtszaak gelogeerd heb. Naast me op de grond rusten mijn bordeauxrode koffer op wieltjes en een grote, bruinleren reistas.

“Name please?” vraagt de roodharige werknemer.

Ik vertel hem hoe ik heet en zie zijn groenbruine ogen samenknijpen bij het uitspreken van mijn achternaam. Ik word van top tot teen opgenomen terwijl zijn balpen in het inschrijvingsformulier krast.

Nadat ik een elektronisch toegangspasje heb gekregen, snel ik weg van de onbeschofte receptionist.

Op mijn kamer heb ik niet eens de tijd om de ruimte te bekijken, wanneer de ringtone van mijn telefoon in de holle ruimte weerkaatst.

Mijn blik blijft kort hangen op het glanzend nieuwe apparaat in mijn hand. Na het hele voorval heb ik mijn telefoon weggegooid en een nieuwe aangeschaft samen met een nieuw nummer. In het telefoonboek is mijn nummer zelfs verborgen. Ik wil nooit meer meemaken wat Will me aangedaan heeft.

“Yes?” zeg ik kortaf.

“Lilly?” Een schorre vrouwenstem die me vaag bekend voorkomt. “Spreek ik met Lilly van der Waal?”

“Daar spreek je mee. Met wie spreek ik?”

De vrouw zucht opgelucht en wanneer ze verder praat heb ik het gevoel dat ze nerveus is. “Ik ben het, Stefanie. Ken je me nog, lieverd?”

“Stefanie?” stoot ik perplex uit. Mijn stiefmoeder is wel de laatste waarvan ik had verwacht iets te horen. We hebben nooit echt goed met elkaar overweg gekund. Stefanie was altijd zo gereserveerd en ongemakkelijk in mijn buurt.

“Je zult je wel afvragen waarom ik je opbel.”

“Als ik in Nederland net zo populair ben als hier – dan niet echt, nee.”

Stefanie lacht zenuwachtig. “Luister, het is belangrijk dat ik je spreek. Ik kan niet te lang aan de telefoon blijven, aangezien de kosten dan de pan uit zullen rijzen, maar zie je een kans om binnenkort weer hier naartoe te komen?”

“Waar wil je me over spreken?” Wat is zo belangrijk dat ik er helemaal naar Nederland voor moet komen?

“Het is beter als ik je dat persoonlijk vertel. Alsjeblieft, Lilly.”

“Nou, ik zal eens kijken. Ik heb vast wel een plekje vrij de komende tijd.” Meer als ‘ik ben werkloos én ga niet meer naar school vrije tijd’.

“Mooi. Dankjewel, Lilly. Tot snel dan… en“ Stefanie pauzeert kort, alsof ze niet goed uit haar woorden komt, “sterkte met alles.”

“Dag,” mompel ik enigszins verloren.

De pieptoon klinkt al wanneer de laatste klinker mijn lippen nog moet verlaten.

Beduusd plof ik neer op het grote twijfelaarsbed terwijl ik nadenk over het vreemde gesprek. Waar zou Stefanie, mijn stiefmoeder, me in godsnaam over willen spreken? We hebben al jaren geen contact meer gehad, buiten de jaarlijkse verjaardagskaarten en incidentele keren waarbij ze me foto’s van mijn halfbroertje opstuurt.

Het moet iets te maken hebben met mijn status in de samenleving, maar waarom kan ze me niet gewoon e-mailen? Waarom wil ze me per se persoonlijk spreken? Waarom maakt ze zich druk om de telefoonkosten terwijl ook zij genoeg geld is nagelaten door papa?

Ik schud mijn hoofd en daarmee de gedachten weg en richt me op de hotelkamer. Het ziet er niet veel anders uit dan de kamer die ik had toen ik twee weken in het hotel sliep. Het enige verschil is dat deze kamer iets groter is en een balkon heeft die uitkijkt op Londen.

De rest van de dag spendeer ik aan het uitpakken van mijn kleding en het verwijderen van afwijzende e-mails op digitale sollicitaties.

‘Sorry, mevrouw Van der Waal, maar op het moment zoekt ons bedrijf geen nieuwe werknemers. Toch bedankt voor uw interesse.’

‘Helaas bent u niet helemaal degene die wij zoeken. Wij wensen u succes bij uw verdere zoektocht.’

‘Tot onze spijt moeten wij u mededelen dat de functie waar u geïnteresseerd in bent niet langer vrij is.’

‘Helaas’, ‘tot onze grote spijt’ en ‘sorry’ myass.

Met rollende ogen klap ik mijn laptop dicht en kruip onder de dekens. De tijd geeft aan dat ik aan mijn avondmaal zou moeten beginnen, maar ik heb geen honger. Mijn eetlust is samen met de verwijderde mailtjes verdwenen in de prullenbak.

Valse Sprookjes [inactief]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu