Hoofdstuk 3 - deel zes

108 4 0
                                    

3. Arrogante jongens (6/8)

Een stewardess loopt met snelle passen voorbij en stamelt geruststellende woorden tegen de passagiers. De blik op haar gezicht is echter alles behalve geruststellend.

Voordat ik op kan staan om haar aandacht te trekken, is de dame al naar de voorkant van het vliegtuig gerend en achter een rood gordijntje verdwenen. De paniek om me heen begint nu heftiger te worden, en mensen steken elkaar aan als vallende dominosteentjes.

Ergens achterin begint een klein kind hartverscheurend te huilen. Drankjes vallen op de grond en maken grote donkere vlekken in het tapijt. Een ouder echtpaar niet ver bij mij vandaan houdt elkaar stevig vast en kijkt afwachtend om zich heen.

Ik vang de blik van een jonge man, één stoel achter het angstige koppel. Hij heeft een marineblauw pak aan en een glad geschoren gezicht. Op de koffer onder zijn voeten zie ik een sticker van de Nederlandse vlag.

"Wat gebeurt er?" roep ik naar de man. Mijn stem slaat over van de angst.

De man schudt langzaam zijn hoofd. "Ik heb geen idee."

Plotseling herinner ik me dat Lieve naast me ligt. Wanneer ik me naar haar toe draai ligt ze nog steeds in een diepe slaap. Oordopjes steken uit haar oren, half verscholen onder plukken blond haar.

Na een aantal keer haar naam te hebben geroepen, zonder enkele reactie, trek ik voorzichtig aan haar schouder. Na Lieve enkele keren zachtjes door elkaar te hebben geschud, opent ze fronsend haar ogen.

"Wat..." mompelt ze, maar staakt haar zin wanneer ze de drukte om zich heen opmerkt. Lieve schiet overeind terwijl ze de oordopjes uit haar oren rukt. Ze kijkt met grote blauwe ogen om zich heen voor zich weer op mij te richten.

"Ik weet het niet," verzucht ik al voordat ze haar vraag kan stellen.

Wanneer ik opsta voel ik een hand zich om mijn arm klemmen. "Waar ga je heen?" vraagt Lieve angstig.

Ik kijk even verbaasd op haar neer. Met grote ogen vol kinderlijke onwetendheid kijkt ze afwachtend naar mijn gezicht. Heel even voelt het weer als vroeger, toen ik haar net ontmoette. Toen ze altijd vol bewondering naar me opkeek en altijd naar me toe kwam wanneer ze met een liefdes- of kledingprobleem worstelde.

"Ik, eh... ik ga op zoek naar de cockpit, of zo," mompel ik. Lieve kijkt me aan alsof ze helemaal niet wil dat ik wegga, maar laat zich langzaam terugzakken in haar stoel en houdt haar roze lippen stevig op elkaar.

Het vliegtuig trilt nog steeds hevig, maar als ik met beide handen een vliegtuigstoel vastpak kan ik nog aardig overeind blijven. Ik richt mijn focus op mijn voeten, die ik stapje voor stapje door het gangpad dwing. Daarna kijk ik naar de voorkant van het vliegtuig waar een paar minuten geleden de stewardess heen verdween.

Plotseling schiet er een soort schok door het voertuig heen waardoor het lijkt alsof we ineens een scherpe bocht ingeslagen hebben. Mijn evenwicht bezwijkt en ik val onhandig voorover.

Eén paar armen tilt me overeind en ik kijk in het bezorgde gezicht van de jonge zakenman. Ik zie de angst ook in zijn ogen.

"Dank je," zeg ik glimlachend. "Het gaat wel."

"Heb je je bezeert?" vraagt de man terwijl hij me onderzoekend aankijkt.

"Nee, het gaat wel," herhaal ik. De man knikt en laat me los.

In een paar snelle stappen sta ik vooraan het gangpad en duw het gordijn opzij. De ruimte is leeg, dus loop ik verder en open de smalle deur recht voor me. Het is niet de cockpit, maar er staat een handjevol vrouwen in donkerblauw uniform.

"You're not allowed in here," zegt de oudste van het stel op strenge toon.

"What's happening?" Ik negeer de oudere vrouw en kijk de rest met smekende ogen aan.

De stewardess die eerder door het gangpad liep loopt op me af en pakt mijn arm vast. "You need to get back to your seat, right now. It's for your own safety, miss."

De jonge vrouw ziet er slank, bijna mager uit, maar ze is veel sterker dan ik had gedacht. Zonder moeite sleept ze me de ruimte uit en begeleidt ze me terug naar mijn stoel.

"Please," verzucht ik. "We're scared. Tell me what's going on!"

Voordat de vrouw kan antwoorden, klinkt een schelle piep en daarna gekraak. Een vervormde stem barst door de luidsprekers.

De stewardess duwt me in mijn stoel en negeert het geroep van de mensen om ons heen. Zonder enige moeite beweegt ze zichzelf door het gangpad, bij ons vandaan.

Lieve klampt zich onmiddellijk als een bange puppy aan me vast. "Wat gebeurt er, Lil? We storten toch niet neer, hè?"

Ik negeer haar terwijl ik met gespitste oren naar de spreker luister. Twee zinnen worden herhaalt in verschillende talen. Een storm. Kalm blijven.

"Het is een storm," zeg ik tegen Lieve terwijl ik me voorzichtig van haar los maak. Noemde ze me nou net 'Lil'? "Het komt wel goed."

De blondine knikt afwezig terwijl ze de stoelleuning vastgrijpt. Het lijkt uren te duren, maar na enkele minuten houdt het hevige trillen op. Het vliegtuig lijkt ook weer vaster te vliegen. Opgelucht haal ik diep adem en laat mijn hoofd achterover in de stoel zakken.

"Lilly," klinkt er zachtjes naast me.

Ik sluit mijn ogen en probeer me op mijn ademhaling te richting. Zoals ze op tv doen bij die yogazenders die ik weleens gezien heb.

Ik hoor Lieve zuchten en het geratel van een bladzijde die opengeslagen wordt. Eigenlijk ben ik best benieuwd naar wat ze te zeggen heeft, maar dat kan ook later. Waarom zou ik naar haar luisteren wanneer zij mij dat ook niet gunde?

Het wordt rustiger in het vliegtuig. Mensen zijn opgelucht dat de storm over is en hun leven niet langer aan een zijden draadje hangt. Het geroezemoes sterft langzaam af en zelfs het kind ergens achterin is gestopt met huilen.

Een stem door de luidspreker vertelt ons dat de storm voorbij is; dat is het laatste wat ik hoor voordat ik in een rusteloze slaap wegdommel.

Valse Sprookjes [inactief]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu