Hoofdstuk 3 - deel vijf

109 6 3
                                    

3. Arrogante jongens (5/8)

De blondine draait zich verbaasd om nadat ze haar reistas met steunen en kreunen op de band getild heeft. Haar gezichtsuitdrukking verbitterd bij het zien van mijn gezicht.

"Oh, Lilly," mompelt Lieve. Haar stem klinkt eentonig en ongeïnteresseerd.

Ik houd mijn gezicht in een pokerface, hoewel haar gedrag me diep van binnen nog steeds pijn doet. Ik sla mijn armen over elkaar en kijk haar afwachtend aan.

Haar grote blauwe ogen kijken alle kanten op terwijl ze tegen me spreekt, zolang ze mijn blik maar kunnen ontwijken. "Ik ga een weekendje naar mijn ouders in Nederland."

Ik knik na een paar seconden stilte. Lieve's ogen zijn koud en haar stem ijzig wanneer ze me opnieuw aankijkt. "Goede reis."

Het meisje dat ooit mijn allerbeste vriendin was draait zich om en loopt richting de ijzeren poortjes. Mijn blik blijft op haar wapperende, blonde lokken hangen terwijl ik nadenk over de periode vóór de diploma uitreiking.

Sinds mijn allereerste schooldag, na de ontvoering, en mijn korte gesprek met Lieve waaruit bleek dat ze me uit kon kotsen, heb ik nooit meer met haar gesproken. Nooit meer op één keer na.

Ik kwam haar tegen in de meisjestoiletten, zoals ik haar wel vaker was tegengekomen. Normaal gesproken stond ze samen met Mary voor de spiegels, lippenstift of mascara aan het bijwerken, en deed ik mijn best hen te negeren. Vooral de hatelijke blikken die Mary me toewierp via het glas, of haar gefluister en bijbehorende gegiechel wanneer ik veilig op een wc hokje zat.

Maar het waren niet Mary's blikken of woorden die me kwetsten, het was Lieve die deed alsof ik lucht voor haar was. Ik had nog liever dat ze tegen me schreeuwde dan haar eindeloze negeren.

In het begin hoopte ik nog op een normaal gesprek met mijn voormalig beste vriendin, maar ze was geen moment alleen. Mary hing als een bloeddorstige waakhond om Lieve heen. Na een tijdje gaf ik het op en probeerde ik te accepteren dat ik haar nooit mijn kant van het verhaal zou kunnen vertellen.

Tot die dag in de toiletten. Lieve was in haar eentje - geen bloody Mary te bekennen. Ze focuste zich op de weerspiegeling van haar mooi opgemaakte gezicht, maar ik zag hoe haar lichaam zich aanspande bij mijn binnenkomst. Een paar tellen stond ik Lieve wezenloos aan te staren, totdat de deur achter me in het slot viel en me bij mijn verstand bracht.

Ik slikte mijn trots in en sprak haar aan. Ze reageerde niet, maar ik hield vol. Ik wilde haar overtuigen van mijn onschuld, maar uiteindelijk ruimde ze snel haar make-up op en probeerde langs me te lopen richting de uitgang.

Toen nam mijn woede het over en schold ik haar uit voor  van alles en nog wat, terwijl ze de toiletten uitglipte.

Sinds die dag ontweek ik Lieve meer dan ooit. In plaats van haar blik te proberen op te vangen, keek ik de andere kant op. Nu deed ik alsof zij lucht voor me was.

Wanneer ik terug bij aarde ben kom ik erachter dat de tijd sneller voorbij gegaan is dan ik had gedacht. Vloekend haast ik me door de poortjes en wordt door een stewardess richting een lange gang gewenkt.

Ik kreun hardop wanneer ik het vliegtuig inklim en de gang met bezette stoelen zie. Als een jammerend kind draai ik me om naar de stewardess, maar zie tot mijn grote ongenoegen dat ze is verdwenen.

Zuchtend begin ik langs de stoelen te lopen, wanhopig op zoek naar een vrije zitplaats. Ik schop handbagages omver en struikel bijna over een klein kind wanneer ik eindelijk een lege oceaanblauwe stoel tref.

Mijn opluchting is echter net zo snel weer verdwenen als dat het gekomen was. Ik bal mijn handen tot vuisten en knauw op mijn onderlip. Waarom moeten zulke dingen mij nou weer overkomen? Kan het niet gewoon één keer soepeltjes verlopen!?

Aarzelend kijk ik naar Lieve die verdiept is in een magazine. Haar glanzend rode nagels slaan een bladzijde om. Waarom is nou juist de enige vrije stoel in dit godvergeten voertuig naast die van het meisje dat me haat?

Blauwe ogen kijken plots in mijn richting, perfect bijgehouden wenkbrauwen gefronst. Lieve kijkt kort om zich heen voordat ze haar hand in de lucht steekt en mij wenkt - met tegenzin lijkt het, maar ze doet het wel.

Verwonderd loop ik op haar af en ga naast haar zitten. Ik werp de blondine een schaapachtige glimlach voordat ik in mijn handtas begin te frummelen en er een verkreukelde foto uithaal.

Lieve duikt onmiddellijk weer in haar tijdschrift en ik strijk afwezig de afdruk in mijn handen glad. Een illustratie van mijn vader, Stefanie en Puck als baby. Mijn halfbroertje.

Puck was samen met mijn vader de enige twee personen waar mijn laatste maanden in Nederland om draaiden. Ik was dol op dat kleine ventje met zijn grote blauwe ogen en verrukkelijke lach. Inmiddels zal hij bijna vijf jaar worden, en ik kan me niet voorstellen hoe hij er nu uit zal zien. De laatste keer dat ik hem gezien had was op papa's begrafenis en toen had de driejarige peuter geen flauw benul van wat er aan de hand was.

"Is dat je vader?" klinkt er plotseling zachtjes naast me.

Ik kijk op naar Lieve, verbaasd dat ze überhaupt tegen me spreekt. Ontdoen van mijn trance schuif ik de foto snel terug in mijn handtas. "Ja," mompel ik.

De rest van de vlucht verloopt kalm. Lieve zegt niets meer en kijkt onafgebroken uit het kleine raampje. Na een tijdje heb ik het idee dat ze slaapt, en wanneer ik voorzichtig opkijk klopt mijn vermoeden.

Ik heb mijn oordopjes in en geniet van rustige pianomuziek. Het enige wondermiddel tegen stress dat bij Lilly van der Waal enig effect heeft. Het kalmeert me, maar ondanks dat voel ik de opbouwende spanning voor de aankomst in Nederland. Of liever gezegd, de aankomst bij mijn stiefmoeders huis.

De pianist maakt een eind aan zijn spel wanneer ik het vliegtuig abrupt voel trillen. Mensen aan de voorkant van de cabine werpen nerveuze blikken naar achteren. Ik ruk de oordopjes uit mijn oren en laat het apparaat in mijn handtas glijden.

Mijn vingers grijpen als vanzelf de leuning van de stoel en ik voel mijn hartslag versnellen. Mensen voor me beginnen verwoed tegen elkaar te fluisteren en wanneer ik uit het raam kijk zie ik enkel een grijze lucht.

Valse Sprookjes [inactief]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu