Hoofdstuk 3 - deel één

122 5 0
                                    

3. Arrogante jongens (1/8)

Julian kijkt me aan alsof ik de grootste gek ben die er bestaat.

Hij moet zichzelf wel heel wat vinden, ‘de Hollywood ster’. Ik dacht bovendien dat acteurs het fijn vinden om niet herkend te worden?

“Don’t you know who I am?” vraag ik verdedigend. Sinds het moment dat hij zich naar me heeft omgedraaid heb ik me niet gerealiseerd dat de jongeman me geen één keer met die bepaalde blik van herkenning en neerbuiging heeft aangekeken.

De weerwolf fronst zijn donkere wenkbrauwen. “What are you talking about?”

“You’re not the only popular kid around here,” zeg ik met een sluw opgetrokken wenkbrauw.

“I doubt it,” lacht de weerwolf zelfingenomen.

Ik gooi mijn handen in de lucht. “O, sorry. I forgot I’m not a big Hollywood star like you.”  Ik draai me om met de gedachte eens flink chagrijnig te gaan doen tegen het jonge meisje achter de receptie die me naar deze verdomde kamer gestuurd heeft.

“Wait,” roept Julian met tegenzin.

Langzaam draai ik me om, eveneens met tegenzin, en kijk hem vragend aan.

De jongen krabt aan zijn hoofd terwijl hij me nogmaals met samengeknepen ogen bekijkt. “Okay, maybe you do look a bit familiar.”

Niet onder de indruk sla ik mijn armen over mijn borst.

“You’re my biggest fan?” Hij wiebelt met zijn wenkbrauwen.

“Wrong.” Ik schud met mijn hoofd, niet in staat een klein lachje te onderdrukken.

“I got it!” roept de weerwolf plotseling uit. “You’re Stacey’s friend aren’t you?”

Ik rol met mijn ogen. “Very wrong.”

Julian begint te ijsberen terwijl hij gefocust naar het plafond kijkt. De arme jongen ziet het raden van mijn identiteit als een soort wedstrijdje, geloof ik.

“It’s not as impressive as your identity, I promise,” verzucht ik.

De weerwolf houdt halt terwijl hij met samengeknepen ogen naar me kijkt. “Alright. I give up.”

Net wanneer ik mijn mond open wil doen om met tegenzin mijn status als moordenares te onthullen, ontdek ik een beter idee. Op de glazen salontafel zie ik een stapeltje tijdschriften liggen.

“What are you doing?” vraagt de weerwolf verward wanneer ik hurkend de tijdschriften afzoek. “It’s no time for reading gossip.”

Wanneer ik vind wat ik zoek, blader ik kort door de magazine voordat ik het ding aan de afwachtende Julian geef. Hij grist het blad uit mijn hand en begint verwoed te lezen. Ik zie zijn ogen naar de bijbehorende foto van het artikel glijden waarna hij naar me opkijkt.

“This is you?” vraagt hij perplex.

Ik kijk hem enkel met een opgetrokken wenkbrauw aan.

De weerwolf, onvoorspelbaar als hij is, begint plotseling een hese lach te lachen. “I guess you’re not nobody.” Hij gooit het tijdschrift achter zich op de grond en laat zichzelf vallen in één van de zwarte fauteuils.

“Aren’t you afraid of me, or something?” vraag ik fronsend terwijl ik mijn verbazing probeer te verbergen.

Julian kijkt grijnzend naar me op. “Should I be? Are you going to kill me?”

Ik slaak een zucht en trek mijn zwarte jasje recht. “Not really in the mood.”

De weerwolf lacht zijn inmiddels bekende lach terwijl ik pretlichtjes in zijn donkerbruine ogen zie flikkeren. “So, we’re both pretty famous but we haven’t heard of each other.”

Valse Sprookjes [inactief]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu