Hoofdstuk 2 - deel zeven

130 8 1
                                    

2. Drama's (7/7)

Het is tien voor zeven wanneer ik in de foyer van London City Hotel sta. Bijna - bijna - heb ik wiebelende knieën.

Ik kijk opnieuw op mijn horloge. Nog steeds te vroeg. Ik ben bang dat als ik te lang niet naar de tijd kijk, zij plotseling veel te snel voorbij zal gaan.

Gekleed in mijn zwarte spijkerbroek van die ochtend, het hemdje van die ochtend en mijn zwarte, leren jasje loop ik op de receptie af. Het voelt alsof ik de afgelopen tijd wel honderden keren voor een receptie heb gestaan. Het begint aardig vervelend te worden.

"I have an appointment with mister Insidi," vertel ik het jonge meisje achter de balie.

Ze kijkt op van het boek dat ze aan het lezen was. Twee gedachten domineren mijn hoofd: heb ik de naam van mijn eventueel toekomstige baas wel goed uitgesproken? en Hoort zij wel een boek te lezen terwijl ze op het werk is?

"Right," mompelt het meisje terwijl ze met kundige precisie toetsen op het toetsenbord van haar computer begint in te drukken.

"Ah, you're here for the interview, aren't you?" vraagt het meisje terwijl ze een geel plakbriefje bestudeert.

"Yes!" zeg ik, iets te vrolijk.

Het meisje grinnikt. "Room O-sixty two." Ze overhandig me een geplastificeerd kaartje aan een ketting van rood lint met de cijfers 062 erop. "Have fun."

Enigszins verbouwereerd draai ik me om terwijl ik het ding om mijn nek hang. Mister Insidi is schijnbaar een belangrijke man.

Terwijl ik richting de kamers loop, denk ik na over de 'have fun' van het meisje achter de receptie. Wat bedoelde ze daarmee? Is Mister Insidi soms een of andere jonge sexy zakenman die er een heel ander idee op nahoudt wat betreft sollicitatiegesprekken?

Ik schud de gedachte, die me veel te erg doet denken aan Vijftig Tinten, van me af en focus me op de komende minuten. In mijn hoofd is Mister Insidi gewoon een nette, ietwat oudere zakenman die om zijn werknemers geeft - in plaats van valse krantartikelen te geloven. Ja, Mister Insidi is een goedhartige man die mij gaat aannemen, verdomme!

Dus bij deze, Lilly: CONCENTREER JE!

Ik snak naar adem wanneer ik de hoek omsla en bij het juiste kamernummer uitkom. De gang is bedolven onder net geklede mensen die allemaal of naar een papiertje staren of in hun iPhones en andere zeer indrukwekkend uitziende smartphones verdiept zitten.

De moed zakt me diep in de schoenen... o god. Zijn er dan echt zoveel deelnemers voor de functie? Waarom heeft Mister Insidi mij speciaal opgebeld als hij over zoveel opties beschikt?

Niemand kijkt op of om wanneer ik me bij de wachtende kandidaten voeg. Ik voel me net een brugklasser die als laatste de allereerste les binnenkomt, alleen dan zonder alle starende puberblikken.

Wanneer ik ditmaal op mijn horloge kijk, zie ik dat het stipt zeven uur is. Ik vraag me af of we worden opgehaald, of dat we zelf initiatief moeten tonen.

Met volle moed loop ik op de deur af en hef mijn hand op om te kloppen, wanneer de deur plotseling opengemaakt wordt. Een ietwat mollige man, gekleed in pak en druk pratend in een (nogmaals) indrukwekkend uitziend telefoontje, kijkt me enigszins geïrriteerd aan.

Ik glimlach mijn vriendelijkste lach en begin wat te mompelen over mijn afspraak om zeven uur, wanneer hij me emotieloos de kamer in wijst en de gang uitstormt.

Even sta ik daar beduusd, voordat ik me herstel en de deur zachtjes achter me dichttrek. Ik bijt bewonderend in mijn lip bij het zien van de enorme, prachtige kamer voor me. Het druipt hier van de luxe en ik begin steeds nieuwsgieriger naar Mister Mysterieus te worden.

Aangezien ik de enige in de kamer ben, zet ik langzaam een paar stappen naar voren en neem de ruimte eens goed in me op.

Rechts van me bevindt zich een bruin geverfde muur waartegen glanzende, lage zwarte kastjes staan geschoven. Aan het einde van die muur is een opening waarachter zich vermoedelijk het slaapgedeelte bevindt.

Links van me ligt een dik, wollig tapijt met daarop een glazen salontafel en twee zwarte fauteuils. De achterste wand bestaat enkel uit glas, waardoor de geweldige skyline van Londen te zien is.

Een plotseling geneurie vanuit de ruimte hiernaast laat me opspringen en ik realiseer me weer wat ik hier doe. Ik haal diep adem en werp een snelle blik op mijn CV. Here we go.

Ik loop onder de gewelfde deuropening door, mijn rug recht en borst naar voren, wanneer de oorzaak van het geneurie zich bekendmaakt. Aan de overkant van de ruimte staat een jonge man met zijn rug naar me toe, in zijn handen verschillende cd's.

Ik frons mijn wenkbrauwen terwijl ik de verdere ruimte in me opneem. Het is inderdaad, zoals ik had verwacht, de slaapkamer. De glanzende vloertegels, het beddengoed van crèmekleurig satijn, moderne nachtkastjes met verchroomde apparaten en de enorme flat screen dat niet over het oog te zien is druipen van de luxe.

Twijfelend richt ik mijn blik weer op de jongen die, nog onwetend van mijn aanwezigheid, een paar meter bij me vandaan staat. Hij is casual gekleed: simpele sneakers, een gebleekte spijkerbroek en een nonchalant overhemd.

Wanneer ik opgelaten mijn keel schraap, draait de jongen zich om. Hij lijkt niet geschrokken van mijn plotselinge aanwezigheid, eerder verveeld. Maar wanneer hij onbeschaamd zijn ogen over me heen laat glijden, krullen zijn mondhoeken op in een geamuseerd lachje.

"You're here for interview number eighty-six?" vraagt de jongen grijnzend terwijl hij met zijn vingers een ritmisch deuntje op het plastic van de cd trommelt.

Ik doe net alsof ik zijn 'grapje' niet gehoord heb. "You must be the assistant of Mister Insidi?"

Vragend kijk ik de ruimte rond, om nog eens duidelijk te maken dat ik op de man wacht, en niet op deze jongen. Tot mijn verbazing begint de jongen hees te lachen. Ik bekijk hem met opgetrokken wenkbrauwen en kom dan tot de conclusie dat deze jongen niet bepaald het uiterlijk van een 'assistent' heeft. Zijn spierwitte tanden steken fel af bij zijn roestbruine huid terwijl het gelach langzaam tot bedaren komt.

"I sure as hell am no assistant of anybody - and definitely not of some mister In-something." Zijn donkerbruine ogen priemen geamuseerd in de mijne terwijl hij met één grote hand door zijn pikzwarte, korte haar woelt.

Ik weet niets uit te brengen en merk tot mijn grote ergernis dat mijn wangen ernstig beginnen te blozen. Heb ik zo'n vreselijk gênante situatie als deze nu werkelijk verdient!?

Even verschijnt het jonge meisje achter de receptie voor mijn gezichtsveld. De onervaren, boek-lezende tuttebel heeft me natuurlijk naar de verkeerde kamer gestuurd!

Plotseling verschijnt er iets nieuws op het gezicht van de jongen die mij zonet nog uitlachte: verbazing. Verbazing op zijn toppunt. Zelfs zijn volle lippen raken elkaar niet langer terwijl zijn kin iets omlaag hangt.

"You don't know who I am?" mompelt hij zacht. Een retorische vraag, merk ik op. Wanneer ik niet antwoord, hem enkel sprakeloos aanstarend, wijst hij naar iets achter zich.

Een groot, fel blad hangt aan de muur, duidelijk een filmposter. De titel is met een horror-achtig lettertype in het vel geprint, omringt door een zwarte achtergrond en iets wat lijkt op een bos met een volle maan.

Dan pas zie ik de gespierde, schaars geklede man die op de voorgrond staat. Zijn roestbruine huid glinstert en zijn knappe gezicht kijkt woest, bijna angstaanjagend in de camera.

"I'm Julian Méndez, I play the biggest, baddest movie werewolf you could ever imagine. Have you been living under a rock?" Zijn spottende toon trekt mijn aandacht en ik richt mijn focus weer op de jongen, Julian, voor me.

"I don't watch horror," verklaar ik simpelweg.

Valse Sprookjes [inactief]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu