Hoofdstuk 3 - deel drie

122 5 1
                                    

3. Arrogante jongens (3/8)

 "Right on time," mompelt Weerwolf grinnikend terwijl hij me zijdelings aankijkt.

Ik probeer het paniekerige onderbuik gevoel te negeren. "I don't think kidnapping is legal." De Weerwolf lacht, waarna ik er, enigszins geërgerd, aan toevoeg: "I know all about it."

Plotseling verdwijnt Julian's lach. "I just thought I'd come and get you." Hij kijkt me onderzoekend aan vanuit zijn ooghoeken.

"It's alright." Ik heb geen paniekaanval. Nog niet.

Een leeg gevoel vult me. Ik weet niet hoe ik me moet voelen, hoe ik me wil voelen. Net kreeg ik nog bijna een door trauma aangewakkerde hartaanval, en nu voel ik me kalm, haast laconiek.

Wat doe ik hier, in deze auto, naast De Weerwolf? Een halfuur geleden maakte de gedachte aan de acteur me nog pissig. Nu heb ik niet eens de neiging om hem te laten stoppen en de auto uit te springen zoals in de surrealistische Hollywoodfilms zou gebeuren. Ik wil hem niet eens zuur toespreken over het feit dat hij zijn bodyguard zowat op me af heeft gestuurd om me als een rat in een kooi te stoppen en mee te nemen.

Er hangt een stilte tussen ons in, een prettige stilte. Een stilte waarin Julian trots over de weg scheurt en ik een innerlijk gevecht met mezelf houd.

Een stemmetje binnenin mij vraagt me waarom ik niet aan Chace denk. Moet ik me schuldig voelen over het feit dat ik met een, wildvreemde, jongen in de auto zit? Echt wildvreemd kun je hem echter niet noemen, gezien hij door bijna elke Engelsman waarschijnlijk wel herkend wordt.

Bovendien ben ik relatiewijs niets illegaals aan het doen. Ik heb geen date. Ik ben niet aan het flirten. Gewoon een drankje, met een medemens. Niets bijzonders.

Een lotgenoot. Hoewel ik het idee heb dat Julian zijn lot hartelijker verwelkomt heeft dan ik.

Nee, Chace is wel de laatste waar ik mijn medelijden aan zou moeten schenken. Hij laat verdomme al dagen niets van zich horen. Hij negeert mijn telefoontjes en laat me gewoon stikken.

Maar wat als ik me in Chace's schoenen zou verplaatsen? Wat als hij met een meisje in een auto zat, een meisje die hij nauwelijks kende? Op weg naar een bar, naar drank. Naar het onvermijdelijke: aangeschoten, misschien zelfs zat worden. We weten allemaal wat er gebeurt nadat de alcohol rijkelijk vloeit.

Nee. Ik ken mijn grenzen, ik ken mezelf. Zoiets zou ik niet laten gebeuren. Ik ben absoluut niet geïnteresseerd in Julian. Welja, niet op die manier.

Zou ik jaloers zijn als Chace in mijn situatie zou zitten?

"Are you okay?"

De Weerwolf zit angstvallig dichtbij, het enige wat ik zie donkerbruin en grijze stipjes.

Op een nog al gênante wijze krimp ik in elkaar, weg van het roestbruine, knappe gezicht. Mijn wangen branden, niet van mijn actie, maar van Julian's onbeschaamde grijns. Deze jongen is niet te geloven...

Voordat ik langer in het moment kan blijven hangen, wordt mijn portier opengemaakt. De mollige man-in-pak helpt me uit de wagen en stapt er vervolgens zelf in om een parkeerplaats uit te zoeken.

Ik wil Julian vragen of hij werkelijk niets zelf doet, maar ik besluit mijn mond te houden. Terwijl ik de eindeloze mentale discussie van daarvoor van me af probeer te schuiven, waarvan ik besluit dat deze echt totaal onnodig was, loop ik achter Julian aan het hotel in.

Ik laat de donkere buitenlucht achter me en stap een sfeervol verlichte lobby binnen. Te laat besef ik me dat De Weerwolf de deur voor me openhield, maar wanneer ik een bedankje tevoorschijn wil toveren wordt ik meegesleurd door gangen, deuren en nog meer onbekende gangen.

Ik kijk naar onze samengevlochten handen, bruinrood en grijzig wit in het gedempte licht van de gang. Zodra we stilstaan trek ik mijn hand ongemakkelijk terug.

De Weerwolf lijkt er niets van te merken terwijl hij iemand enthousiast begroet.

Ik kijk om me heen om te zien waar we zijn uitgekomen. De bar van het hotel. Een donkere ruimte met een grote bar en prettige achtergrondmuziek.

De acteur leunt over de tap heen terwijl hij met de barman in gesprek is. De ruimte is verlaten, op een stel van middelbare leeftijd na. Wanneer ik mijn blik weer op De Weerwolf richt, komt hij aangelopen met twee flesjes bier in zijn handen. Dankbaar pak ik er één van hem aan.

De jongen legt zijn vrije hand op mijn rug om me naar een tafeltje achterin de ruimte te leiden. We gaan tegenover elkaar zitten, naast het raam, en ik kijk hem afwachtend aan.

Julian begint te lachen. "You look scared, Lilly."

Ik vouw mijn vinger rond het koude flesje. "I've never had a drink with a werewolf before."

De hese lach klinkt opnieuw, en op de een of andere manier voel ik me meer op mijn gemak.

"So what were you really doing in my room, yesterday?"

"I was supposed to have a job interview. They sent me to the wrong room, thinking I was a journalist for an interview."

Ik zie dat De Weerwolf zijn lach in probeert te houden. "Such an inconvenience."

"So basically it's your fault I didn't get in time for my interview and I don't have a job now."

"Hey, I call it luck," protesteert Julian.

Mijn mond valt open van verbazing. "What  the hell are you talking about?"

"It was meant for us to meet each other."

"No, it's meant for the receptionist to get fired." Boos neem ik een slok van mijn bier en kijk uit het raam. Het is inmiddels gaan regenen, en niet een klein beetje. De ramen zijn zo overgoten dat de buitenwereld een wazige vlek is.

"Come on, stay positive. A pretty and intelligent girl like you will have a job in no time."

"Not with my reputation, or did you forget that I supposedly killed two men?"

Julian laat zijn ogen plotseling zakken naar het flesje bier voor zich. Iets in zijn gezicht veranderd, en een schaamtegevoel gaat door me heen. Misschien heb ik hem wel afgeschrikt nu. Toch een aardige prestatie, gezien zijn volhardendheid van de afgelopen vierentwintig uur.

Maar natuurlijk, de man is en blijft een weerwolf. En een weerwolf brengt nu eenmaal vele verrassingen met zich mee.

"I killed innocent girls and even ate people," vertelt Julian nonchalant. "So you're not that bad."

Juist door Julian's luchtigheid voel ik me op mijn gemak bij hem. Hij oordeelt niet over mij of mijn valse identiteit, het lijkt wel alsof het hem werkelijk niets kan schelen. Ik voel geen schaamte wanneer ik bij hem ben.

Vijf bier (of zes of zeven), buikpijn aanwakkerend gelach en ontelbaar veel verhalen later wordt ons gesprek onderbroken door mijn telefoon.

Ik ben enigszins duizelig door al het bier terwijl ik mijn blik probeer te focussen op het beeldschermpje. Mijn vingers zweven erboven, maar lijken niet in staat om op de juiste knop te drukken.

Julian lacht me uit en zijn hese gegrom is zo aanstekelijk dat ik mijn mondhoeken niet in bedwang kan houden. Na een aantal vermoeide en onsuccesvolle pogingen grist hij het ding uit mijn hand en neemt soepeltjes op.

Ik lach en roep 'no' tegelijk terwijl ik het ding terug probeer te krijgen. De Weerwolf blijft buiten mijn bereik en ontwijkt mijn blik.

"Julian's Pizza's, can I take your order?"

Valse Sprookjes [inactief]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu