Een gevaarlijke vriendschap - deel 3

79 3 1
                                    

Nog zwaar geïrriteerd vanwege het ontbijt, denkt Anne terwijl ze onderweg naar school is aan twee jaar geleden: 'Wat is de tijd toch ontzettend snel gegaan'. Ze denkt aan de overgang van de lagere school naar de middelbare school. Anne herinnert het zich nog als de dag van gisteren. Samen met haar vriendinnen had ze een groot feest om de vriendschap te vieren die geweest was en die altijd zou blijven. Deze gedachte vind Anne een erg fijne gedachte, omdat zij ervoor koos om als enige naar een andere middelbare school te gaan. De reden van haar keuze was dat zij op deze school makkelijker zou kunnen doorstromen van de mavo naar de havo, of zelfs naar het vwo. De school waar haar vriendinnen voor hadden gekozen was alleen gericht op mavo. Al van jongs af aan wist Anne dat zij dierenarts wilde worden. Hiervoor had zij minstens een vwo diploma nodig. Door te kiezen voor een andere school wist Anne dat ze Jasmijn, Katja, Jessica, Fleur en Simone minder vaak zou gaan zien. Gelukkig had ze afgesproken om zoveel mogelijk contact te blijven houden via WhatsApp, Instagram en Facebook. Op deze manier zou ze toch een beetje verbonden blijven met haar vriendinnen.

Eenmaal op de middelbare school voelt Anne zich al snel het buitenbeentje. Door vele leerlingen word ze vreemd aangekeken. Ze voelt steeds maar weer de blikken op haar gericht wanneer ze het klaslokaal binnen komt. In haar beleving lijkt het alsof de ogen die haar aankijken haar brandmerken. Iedere dag weer heeft ze deze blikken, die maken dat het zweet haar uitbreekt. Het liefst zou ze dan ook weg willen van deze plek, maar dat kan niet. Steeds opnieuw duikt dook ze in elkaar van onzekerheid. Haar uiterlijke verschijning helpt Anne ook niet echt, ze heeft een totaal andere kledingstijl en haarstijl. Anne draagt het liefst tuinbroeken met daaroverheen een open blouse die voor haar veel te groot is. Haar lange bruine gekrulde lokken heeft ze standaard in een nonchalante paardenstaart. Make-up daagt ze maar zelden, dit vind ze maar onzin om te dragen. Dit draagt ze hooguit als er een speciale gelegenheid is, en dat is hooguit één tot twee keer per jaar. Dit hele totaalplaatje samen, maakt dat duidelijk te zien is dat ze alles is behalve een stadsmeisje. Anne is geboren en opgegroeid in een klein boerendorpje net buiten de grote stad, ongeveer een half uurtje fietsen van de school. Hier kent iedereen elkaar en iedereen staat ook voor elkaar klaar als het nodig is. Vrije tijd vult zij het liefste met Netflixen met vriendinnen of met een wandeling in de natuur.

Het overgrote deel van de leerlingen van de school is geboren en opgegroeid in een heel ander milieu. Hierin is het juist normaal als je samen met je vrienden gaat chillen met een peukie en een drankje, of als je gaat hangen op een bankje in de stad. Alleen hierom al voelt Anne zich onzeker en klein. Stadsmensen zijn volgens haar altijd zoveel zekerder. Ze heeft last van haar gedachten die haar blokkeren bij het aangaan van contacten. Zo denkt ze dat er niemand is met dezelfde interesses als zij en ook dat niemand vrienden met haar wil zijn omdat ze er anders uitziet. Deze gedachten maken het moeilijk voor haar om vriendschappen aan te gaan. Onbewust bewust gaat ze daardoor mogelijke nieuwe vriendschappen al uit de weg. Contact met andere leerlingen heeft ze eigenlijk alleen vanwege samenwerkingsprojecten voor de lessen. Anne is dan ook blij en dankbaar dat ze zo nu en dan nog contact had met haar vriendinnen. Op moeilijke momenten stuurt ze appjes naar hen en op vrije dagen spreekt ze weleens af. Al vanaf het moment dat ze afscheid genomen heeft op de lagere school, heeft ze het gevoel gehad dat het tweede schooljaar zwaarder zou worden.

Het eerste schooljaar is Anne redelijk doorgekomen zonder haar vriendinnen in de buurt. Ze appt hen zeer regelmatig, in de avond doet ze aan videobellen en om het weekend is er tijd om af te kunnen spreken. Steeds meer merkt ze dat het contact langzaam aan minder word. Het tweede schooljaar is pas echt een ramp volgens haar. Er is nog maar nauwelijks contact. Anne heeft het gevoel dat de vriendschap met haar vriendinnen steeds meer en meer verwaterd.

Haar gevoel blijkt juist. Gedurende het tweede schooljaar heeft Anne nog maar zeer matig contact met haar vriendinnen. Op appjes werd niet of nauwelijks meer gereageerd. Afspraken om iets te gaan doen worden wel gemaakt, maar vaker weer afgezegd dan dat deze doorgaan. Ze heeft de meiden veel minder vaak kunnen zien en spreken dan dat ze zou willen en hopen. Anne baalt hier ontzettend van. Ze mist de gesprekken. Bij haar vriendinnen kon ze eerder altijd terecht als ze ergens mee zat. Nu heeft ze het idee dat ze bij niemand terecht kan, dat ze niemand meer heeft om een gesprek mee te voeren. Ze miste ook de leuke dingen die ze vaak deden op vrije middagen en in het weekend. Herinneringen op Facebook lieten haar vaak daaraan terugdenken. Anne plaatste deze berichten dan opnieuw op haar tijdlijn en tagde daarin haar vriendinnen met de opmerking: 'Weten jullie nog?', in de hoop dat hier reactie op zouden komen. Alleen leek het erop of berichten op Facebook niet of nauwelijks werden opgemerkt door haar vriendinnen. Anne werd hier onzeker van en begon steeds meer te twijfelen aan de vriendschap. 

Een gevaarlijke vriendschapWhere stories live. Discover now