27

712 31 3
                                    

Mara en ik zijn druk op zoek naar aanwijzingen die naar Floris kunnen wijzen. 'Eef?' zegt Mara tegen mij. Ik kijk op van mijn laptop en kijk haar vragend aan. 'Ik was vroeger getrouwd. Ik ben toen vreemd gegaan met Floris. Hij heeft wel in de gevangenis gezeten, misschien heeft hij er mee te maken?' ik knikte. Het kon zomaar een wraakactie zijn. Ik maakte me zorgen om Floris. Hij was nu al bijna een maand ontvoerd. Zijn kans op leven was steeds kleiner aan het worden. 'Hoe heet hij?' vroeg ik. 'Lars Bakker.' Ik keek haar met grote ogen aan. 'Is er iets?' vroeg ze. 'Mara, jij hebt mij vroeger opgezocht. Ik heb getuigt voor Lars.' nu keek ze mij ook met grote ogen aan. 'Mara, hij was toen onschuldig.' ze knikte. 'Waar woont hij nu?' vroeg ik haar. 'Hij is naar Leiden verhuisd, meer weet ik niet.' zegt ze nogsteeds verschrikt. Ik keek in mijn laptop en typte zijn naam in. Gevonden, adres en postcode. 'Ga je mee?' vroeg ik haar. Ze knikte. Maarten hadden we net al bij Mara haar ouders afgezet, dus wij konden nu zo vertrekken. Het was stil in de auto. 'Het komt goed, toch?' vroeg Mara angstig, toen ik voor het aangegeven adres was gestopt. 'Ik hoop het.' ik wist het natuurlijk ook niet zeker. Alleen maar hopen op het beste. Ik stapte uit en liep meteen naar de deur. Ik belde aan. Er werd niet open gedaan. Ik beukte een aantal keer tegen de deur aan. Dat hielp dus niet. Ik pakte mijn politiepasje en deed hem tussen de deur. Op een wonderbaarlijke wijze kreeg ik hem open. Ik stapte naar binnen en hield mijn hand bij mijn pistool, die ik gelukkig wel mee had genomen. Ik deed de eerste deur open. De woonkamer, niemand was daar. De tweede deur was van de keuken en de derde liep naar een kelder. Ik liep de trap af, met Mara achter me aan. Het was een lege ruimte. Ik zag nog een deur en deed die open. Hij liep naar een lange gang, waar achterin nog een deur was. 'Ik durf niet.' fluisterde Mara. 'Jij gaat nu mee, voor mij.' zei ik. Ze knikte. Ik hield mijn pistool naar voren gericht en liep langzaam de donkere gang in. Toen ik bij de deur aankwam legde ik mijn hand op de deurklink. Ik deed hem voorzichtig naar beneden. Ik opende de deur. 'Politie!' schreeuwde ik, mijn pistool op Lars gericht, die met zijn rug naar ons toe stond. Ik zag dat hij weg rende. Toen hij dat deed zat Floris daar, met zijn gezicht naar ons toe. Ik rende achter Lars aan, ik schreeuwde dat hij moest blijven staan, maar dat deed hij niet. Hij rende een weiland op. Ik stopte met lopen en schoot 1 keer. Lars viel op de grond. Ik had hem in zijn been geraakt. Ik rende naar hem toe en deed sloeg zijn handen in de boeien. Ik bleef op hem zitten en pakte mijn telefoon, om mijn collega's te bellen. Ik zou hier wel gezeur mee krijgen, dat ik niet eerder de collega's gewaarschuwd had, maar nu was Wolfs even de belangrijkste. 'Zo meneer Bakker, had je weer zin om vast te gaan zitten?' zei ik. Hij keek me met een woest gezicht aan. 'Was het wraak?' vroeg ik hem. 'Die klootzak moest dood. Hij heeft Mara van mij afgepakt en gaat nu weer bij haar weg.' zei hij kwaad. 'Ik heb voor jou zitten getuigen, toen. Maar dat heeft nu geen zin meer gehad.' zei ik. 'Dan is hij ook bij jou weg gegaan.' ik keek hem vragend aan. 'Hoe weet je dat?' zei ik verbaast. 'Omdat jij toen met ene Floris Wolfs ging trouwen, nou, dat is Floris Wolfs.' ik keek hem verbaast aan. 'Je bent aangehouden.' zei ik bot.

De collega's hadden hem meegenomen naar het politiebureau en rende terug naar Floris en Mara. Ik zag Mara ik Floris zijn armen liggen. Ik keek Floris aan. 'Ik weet genoeg.' was het enige wat ik nog kon zeggen. Ik draaide me om en liep weg. Ik had hem gered en het enige wat hij doet is een beetje met Mara zitten knuffelen. 'Eef, wacht.' hoorde ik Floris nog achter me zeggen. Ik luisterde er niet naar. Ik liep naar de ambulance toe, die kwam voor Floris. 'Hij ligt daar binnen.' zei ik wijzend naar de deur. 'Zou u even mee willen lopen?' vroeg de man vriendelijk. Ik knikte voorzichtig. Ik liep naar de deur toe waar Floris en Mara zaten. 'Wolfs, je moet naar het ziekenhuis.' dit was de eerste keer dat ik zijn achternaam gebruikte. Hij knikte en de mannen liepen naar beneden. Waarom weet ik niet, maar ik wachte tot ze weer boven waren en Floris, die enorm was afgevallen, op de brancard ging liggen. 'Ik zie je.' zei ik en ik liep weg. Ik ging hem nog wel een keer opzoeken in het ziekenhuis, omdat ik hem duidelijk wil maken dat hij moet weten wat ik wil. 'Eva, bedankt.' zei Mara die naast me was komen lopen. Ik glimlachte maar een beetje, met mijn gedachten heel ergens anders.

Gevlucht (Flikken Maastricht)Όπου ζουν οι ιστορίες. Ανακάλυψε τώρα