Hoofdstuk 8 - Alleen in de Oceaan

217 13 3
                                    

Environment moves over the sleeper:

Conditioned air

Conditions sedated breathing

The sensation of viscose sheets on naked flesh

Soft and warm

But lonesome in the blackened ocean of night

(Anna Clark - Sleepr in Metropolis) 

(Kimberley)

Nou, dit verblijf doet me verdacht veel denken aan de Aarde, maar dan in de helft gesneden en kleiner.
Ook hier leven ze in ijzer, koepelvormig met een aantal uitsteeksels.
Maar hier staren de inwoners me aan, alsof ik er niet bij hoor.
Kunnen ze misschien door mijn nep-huid kijken? Nee, dat kunnen ze niet, hun ogen zijn te min. En eigenlijk zou ik die optie zelf ook niet graag hebben...
'Zo,' zegt Valentine, 'die zaal waar je net in lag, dat was de ziekenzaal. Het ligt in een uitsteeksels, zoals de meeste kamers hier.' Ik knik, terwijl ik de buitenmuur bekijk. Het ligt eigenlijk voor de hand dat het een ziekenzaal was, want er staat een rood kruis naast beide kanten van de dikke klapdeur.
Valentine leidt me naar het volgende blok, dat grenst aan de ziekenzaal. 'Dit zijn de opslagplaatsen voor de medicijnen, het is kleiner dan de andere kamers, dus het is best wel logisch. Vooral als er een mens geschoten is, is het vrij handig dat de opslagplaats naast de ziekenzaal ligt.' 
We stappen door in stilte, maar ik voel dat ze iets wil vragen. 'Hoe kom je aan die tattoo op je arm, Kim?'
Oh, shit, hoe heeft ze die gezien? Ik voel mijn ogen groot worden, maar ik verdoezel mijn verbazing al snel. Ik kijk in de plaats naar mijn arm, zodat ik overkom alsof ik die helemaal vergeten was en zucht.
'Ze wouden me als slaaf uitleveren aan de generatie R26 voordat ze besloten me te ondervragen.'
Valentine kijkt me even aan. Ik weet dat zoiets als dat niet bestaat, maar wat kan zij er aan doen?
Voor alles is een eerste keer. 
'Waren het een beetje knappe robots?', giechelt ze nerveus. Mijn ogen worden groot van verbazing en ik kijk haar ongelovig aan. Wat vroeg ze zonet? 
Haar grootste vijanden zijn robots en zij vraagt me of ze knáp waren? 
Waar zit de logica bij mensen? Geef mij maar binaire getallen en al die codes, want dit snap ik niet! 
'Nee?', geef ik als een stil antwoord. Mijn stem slaat een beetje over.  
Ze haalt haar schouders op. 'Jammer.' 
Ik schud mijn hoofd, dit is belachelijk. 
Heb ik eigenlijk ooit al een knappe robot gezien? Wat is dat eigenlijk? Een duur uitziende misschien? 
Ik weet wel dat die Vince een knappe is, maar dat is een mens. 
Dit wordt steeds gekker, en het is amper begonnen

Oké, ik weet ongeveer nu waar alles ligt en mijn plattegrond is snel gevormd. 
Hier de kantine, daar de slaapzaal - jongens en meisjes gescheiden - en daar de badkamers. De kamer waar ik het minst zal zijn, dus. 
Ook hebben ze opslagplaatsen voor eten - met en zonder koeling - en wat verloren zetels hier en daar moeten een ontspanningsplek voorstellen. 
En raar maar waar hebben ze ook een inloopkast, reusachtig gewoon. 
Als Valentine me het laat zien, weet ik niet waar eerst te kijken. De kleren hangen allemaal op kleur en die is dan weer onderverdeeld in maat. 
Jurkjes, T-shirts, broeken en rokken. Allemaal versleten, maar het straalt wel iets uit. Nooit geweten dat ik kleren zo leuk zou vinden! 
Vreemd genoeg hebben ze ook een bureau, waar twee wiebelige tafels staan met laptops. 'Hebben ze hier bereik, dan?', vraag ik als ik over de dichtgeklapte pc strijk met mijn hand. Hij is lang niet gebruikt, want er ligt een dikke laag stof op. 
Val haalt haar schouders op. 'Nee, niet echt, maar als we ons vervelen gaan we spelletjes spelen. De computers zijn verbonden met een scherm op het plein.' 
Het meisje leidt me naar het plein, het centrum van de Koepel, waar ze me de twee grote doeken toont. Daar projecteren ze hun bezigheden op. Klinkt erg... vernieuwend. 
Ook is er een kleine school, waar maar weinig kinderen zitten. Ze draaien hun hoofden in mijn richting met als gevolg dat hun ogen groot worden. 
Ik probeer zo onschuldig mogelijk te kijken. Gelukkig redt hun juffrouw me met hun aandacht weer op zichzelf te zetten. 
Hetzelfde gebeurt in de andere drie klassen, die we nog voorbij lopen. 
'Hebben we nog iets niet gehad?', vraagt Valentine in zichzelf. Vreemde wezens, waarom zou je in jezelf praten? 
'Even denken, ik denk dat we... Oh! Ik heb je nog niet alles uitgelegd.' 
We lopen even door tot we een eenzaam bankje tegenkomen. Mijn begeleidster gebaart te gaan zitten. Van alle mensen die ik tot nu toe gezien heb - en dat zijn er te veel, naar mijn zeggen - vind ik Valentine de aardigste. Ze is en blijft een mens, maar moest ze een robot zijn, dan zou ik zeker met haar omgaan.
Of misschien komt dat alleen door die verdomde Vreugde. Valentine de mens begint haar uitleg. 
'Wel, je weet wel dat we op robots jagen. Het is ook zo dat we je vonden, trouwens.' Ik knik, ik weet niet goed wat ze van me verwacht. 'We hebben daar een speciaal systeem voor,' aha, dat is net wat ik wou horen, 'maar we zijn van plan het aan te passen.' Perfect, en ga je me het plan nou nog vertellen? 'Maar je moet weten dat we zeker twee tot drie keer op "jacht"', hier giechelt ze even meisjesachtig, 'gaan in de week.'
Iets dat ik al wist, ongeveer. 
'En ik moest je vragen als je goed met geweren kan omgaan.' Ze slaat haar blik neer, starend naar haar nagels die opeens erg belangrijk zijn. 
Heb ik dan niet verteld dat ik een prof ben in het schieten? Ach ja, dan kan ik het maar beter nu zeggen. 
'Ik ben...' 
Alsof het lot wil dat ik het niet zeg, word ik onderbroken door... Hoe heette die gast ook al weer? Viper? 
'Hé, schat!' Viper drukt een dikke kus op Val haar lippen, wat haar doet giechelen. Weer. Vindt ze Vreugde dan zo een leuke Eigenschap? 
'Liefje! Hey! Ik ben Kim net een rondleiding aan het geven. Volgens mij wou ze net iets gaan zeggen, is het niet?' Valentine richt zich tot mij. Viper is verplicht om zijn mond te houden. Dat vind ik eerlijk gezegd plezierig.
Ik knik. 'Ik wou zeggen dat ik...' 
Weer word ik onderbroken, weer door Viper. Ik bal mijn vuisten en bijt geïrriteerd op mijn onderlip. Al moet ik opletten dat het niet scheurt. 
'Zeg, schatje, gaan wij vanavond een spelletje spelen?' Dit hele gesprek draait om het simpele woord "weer", want weer giechelt Valentine. Ik snap niet wat er zo grappig aan is. 
Maar deze keer doet Viper mee en zegt hij: 'Niet dat soort spelletje, Valentine! Ik bedoel op de computers.' Hij wijst met zijn duim naar het kamertje met de laptops in. 
Valentine haar gezicht klaar opeens op. Alsof ze nog niet gelukkiger kon. 'Ja!', schreeuwt ze uit, 'dat hebben we al lang niet gedaan! Vince, ik doe mee!'
Vince is het dus. Hij heet Vince, dat is waar ook. 
Valentine springt in zijn opeens gespreide armen. 
Na een kleine knuffel draait ze zich weer om naar mij, met een brede glimlach op haar glimlach geplakt. 
'Je moet komen kijken, Kimmy! Dat is een spektakel, vooral als Vince en ik spelen!', kirt ze. Omdat ik niet onbeleefd wil zijn - zoiets zegt mijn processor me - glimlach ik terug en vertel haar dat ik zeker zal komen. 
Vince kijkt met een sceptische blik toe hoe we onze mini-conversatie voeren. Vertrouwt hij me nou nog steeds niet? 
Die jongen is slimmer dan zijn knappe uiterlijk weergeeft... 
'Hopelijk is het de moeite waard, Valentine', grijns ik. Ze moet lachen, maar dept hem al snel als blijkt dat Vince haar iets wil influisteren. 
Mag ik het niet horen, schatje? 
 Valentine knikt en huppelt weg. Wat hij ook mag gezegd hebben, blijkbaar moest Val iets voor hem gaan doen. Is dit misschien een valstrik van Vince? 
Lang zal ik niet denken, want als ik hem niet vertrouw wil ik niet nog langer in zijn buurt zijn. 
Ik glimlach nog even naar hem - hopelijk niet al te schijnheilig - voor ik weg wandel, hopelijk naar de slaapkamers. 
Nu je even goed denkt, er valt niet echt iets te doen in deze Koepel. Wat doen de mensen als ze niet op patrouille zijn? 
Tijd om het uit te vinden. 

Bijkbaar is er ook nog een speelzaal, met allerlei spelletjes, waar het veel lawaai vandaan komt. Dat Valentine me er niet heeft over verteld! 
Ik besluit eens een kijkje te gaan nemen, je weet maar nooit wat je allemaal te horen krijgt. 
Een paar mensen spelen intens mini-voetbal en andere stappen in een of andere bak die beweegt nadat ze zijn ingestapt en nog anderen zitten op een motor, kijken naar een schermpje boven hen. Hoe hebben ze dit hier allemaal gekregen? 
Oh, en als je even beter kijkt om de hoek, dan zie je een reusachtige bak met allerlei balletjes in. Volgens mij heet dat een 'ballenbad', of zoiets. Er zitten geen mensen in, dus nadat ik even links en rechts gekeken heb, besluit ik me er in te wagen. 
Nu ik hier toch ben... 
Ik doe mijn ingetrapte schoenen uit en zet een voet in het ballenbad. Het voelt koud aan, maar ik voel nu al hoe leuk het wel niet moet zijn om er helemaal in te stappen. 
Daarom hou ik me ook niet in en laat ik me met een kleine gil vallen in de bak vol kleurige ballen. Ik moet wel zeggen dat ik dit niet een hele week door wil doen - er moet nog iets zijn wat de mensen hier doen... - maar voor even kan het ermee door. 
Iets zegt me dat ik mijn handen door de ballen moet laten gaan, om ze daarna in de lucht te zwieren. 
'Whiiee!!', kir ik. Genieten, dat doe ik zeker. 

Buiten adem lig ik rustig genesteld in de bak. Het is best vermoeiend, zwemmen in plastieken ballen. En gek genoeg voelen de ballen goed aan, dus ik besluit maar een dutje te doen.
   En raad eens? Weer stoort Vince me. 
De sukkel grijpt me om mijn keel en houdt me omhoog, tegen de netten die de bak omringen. 
'Wie ben jij, Kimmy?', spuugt hij in mijn gezicht. Ik probeer los te raken, maar aangezien ik als zwak moet overkomen, kan en mag ik zijn hoofd er niet af schieten. 
Ik worstel met mijn lippen, want hij drukt mijn bedradingen plat. 'Net als jij, Vincy, ijzig en koud.' 

R26Where stories live. Discover now