Hoofdstuk 32 - Superman Redden

143 13 2
                                    

She's talking to angels, she's counting the stars

Making a wish on a passing car

She's dancing with strangers, she's falling apart

Waiting for Superman to pick her up

In his arms, in his arms

She's waiting for Superman

(Daughtry - Waiting for Superman)

(Kimberley)

Na ons gesprek, heb ik even nagedacht. Ga ik met heer Timber, mijn vader, praten of wacht ik nog even? Ik heb ook gedacht aan Ellen E4 te gaan zoeken, maar ik zou niet weten waar.

Vince zijn situatie is niet gevorderd, maar ook niet verergerd. Dat is zowel positief als negatief. Ik weet nog steeds niet als ik hem ga laten ombouwen. Het geld is het probleem niet, maar het is Vince. Ik heb deze aarzeling de voorbije 24 uur al welgeteld 7 keer gehad. En dan nog het feit dat ik een mens ben. Een mens was. Het is allemaal even teveel. Het idee dat er menselijk vlees, een menselijk hart, in mijn lijf zit. En dan te bedenken dat ik mensen verafschuwde. Betekent dat dat ik mezelf verafschuw?

Met olie in mijn hand sta ik over mijn stad te kijken. Het is donker, zoals gewoonlijk, maar mijn nachtzicht voldoet om te kunnen zien. Er is me aangeboden om terug in mijn echte zelf, mijn robot zelf dus, te veranderen, maar ik heb vriendelijk bedankt. Voorlopig loop ik nog even rond met mijn handschoentjes. Ze zitten zo leuk.

'Vince, ik mis je', fluister ik tegen de maan. Sector A is verdacht stil vannacht. Ik vraag me af wat ik gemist heb in de maanden dat ik ondergronds zat.

Wat zou Kris nu aan het doen zijn? En mijn liefste robohond Eagle? En Valentine? Ik hoop dat ze nog niet dood zijn. Er zijn zoveel mensen die ik overgelaten heb aan hun lot.

* * *

De routine begint na een week terug in mijn leven te komen. Opstaan, werken, feesten, terug opstaan... Ik feest me te pletter, met een half dode op mijn appartement. Het is zielig. Ik vind mezelf zielig. Lager zakken kan niet. Ik mis Vince. Zijn lach, zijn geplaag, zelfs zijn koude blik op de eerste momenten. Ik besef nu ook dat hij niet meer terug zal komen. Maar toch blijf ik hopen dat hij zal ontwaken na een lange slaap. Camèra heeft er zijn hobby van gemaakt, mij steeds blijven herinneren dat hij dood is. Vince ademt, hij is niet dood.

Maar die gedachte is niks meer waard. In het begin hield ik me er aan vast, maar ooit moet je de waarheid onder ogen komen. Ik kniel aan Vince zijn zetel neer en leg mijn hoofd naast zijn hand, zodat ik er mee kan spelen. Ik ben nog nooit zo intiem geweest met Vince, een mens, of zelfs met een ander wezen. Maar het voelt goed.

Ik moet in slaap gevallen zijn, want als ik mijn ogen terug open dan zijn de sterren te zien. De Ozonlaag is verdwenen, zoals elke nacht, en vele robots staan op hun balkon. Het is me nooit opgevallen dat er zovelen naar de sterren kijken 's avonds. Ik wou dat Vince en de anderen dit konden zien. Dat ze zich vrij kunnen voelen, al zijn ze dat niet. Dat ze zich menselijk kunnen voelen.

Want zo voelt het. Naar de sterren staren geeft me zowel een rustig als menselijk gevoel. De sterren hebben al zoveel meegemaakt. Ze hebben gezien hoe de aap naar mens ging en de mens de wereld verwoestte en hoe ze robots stichtten zodat ze de wereld weer kon herstellen. Maar eigenlijk is het allesbehalve hersteld. We hebben alleen wat problemen opgelost, maar ook grotere gemaakt. Mensen die zich opsluiten, op hun eigen planeet? Dat klopt niet. En het heeft me een tijd lang gekost om dat te beseffen.

* * *

Het kost me vijf dagen voor wanneer ik contact opneem met Andreas. Geen "heer" of "nonkel" meer.

R26Where stories live. Discover now