Hoofdstuk 13 - Ken ik je dan?

244 18 0
                                    

But you didn't have to cut me off
Make out like it never happened
And that we were nothing
And I don't even need your love
But you treat me like a stranger
And that feels so rough
You didn't have to stoop so low
Have your friends collect your records
And then change your number
I guess that I don't need that though
Now you're just somebody that I used to know (3x)

(Gotye - Somebody That I Used To Know) 

 

(Kimberley) 


Ik word wakker, net zoals alle anderen, in de feestzaal. Ze ligt bomvol met gebroken glazen, ingedrukte bekers en mensen. Enkele liggen naast elkaar, sommige schuin over elkaar en andere helemaal op elkaar! Ook zijn er sommigen die in elkaar zijn gezakt tegen de muur of gewoon flauw zijn gevallen in het midden van de dansvloer. De lichten flikkeren niet meer, er is nu een gewoon wit licht. 
Er zijn al enkele nuchtere mensen bezig met opruimen, maar in de plaats van ze te helpen, stel ik me recht en zoek een rustig plekje op in de Koepel. Ik leef al te lang zonder olie. 
Gelukkig merkt niemand me op als ik een zwart hoekje kruip en een flesje uit mijn verborgen vakje haal. Na deze zal ik er nog vier hebben. Ik kan ongeveer drie tot vier dagen zonder olie. 
Oh, wat doet de vertrouwde smaak deugd aan mijn verwaarloosde keel. Ik moet me dringend eens verfrissen, al dat voedsel dat ophoopt... 
Onderweg naar de badkamers kom ik wat mensen tegen, die uitbundig naar me zwaaien. Ik zwaai terug,  al ken ik hun namen niet eens. De gebeurtenissen van die nacht onthullen zich als ik onder het frisse water sta. Ik besef dat ik er van moet glimlachen en dat vind ik best beangstigend. Ik moet me focusen op mijn doel, niet op dansfeestjes! Gisteren zou de perfecte gelegenheid geweest zijn, maar nee hoor... 
Gisterenavond werd ik wakker op een bank met het besef dat het feest al begonnen was. Met warrig haar ben ik vertrokken. Mijn eerste doel was een verklaring vragen voor Vince zijn gedrag - eerst was hij aardig, dan opeens weer grof en dan de dag erna lijkt het alsof het gebeuren nooit heeft plaatstgevonden! - eisen, maar daar kwam dus niks van aan. Het water doet deugd op mijn vuile huid, die onder het stof zit. Kuisen ze de Koepel eigenlijk? Waarschijnlijk niet. Nadat ik mijn kleren ben gaan omwisselen in de grote kleerkast, ben ik klaar voor ontbijt. Als dat er tenminste is vandaag... Ik stap frisjes de kantine binnen en wat ik aantref doet me bijna lachen. Ik krijg geen kater van menselijke alcohol, maar deze mensen zijn er niet zo onschendbaar voor. Wat zien ze bleekjes en die zakken onder hun ogen zijn gewoon eng! Het lijken wel wandelende zombies, met een alcoholische geur in de plaats van een dode. Misschien is dat maar beter.
'Goeiemorgen, vrienden!', klinkt het vrolijk als ik bij het buffet sta. Droge boterhammen vandaag. Het is Thomas die fris en monter de witte ruimte binnenstormt. Hij lijkt herboren te zijn en helemaal geen last te hebben van zijn vermoedelijke kater. Sommige kijken grimmassend naar hem om, andere negeren de jongen gewoon en gaan suf door met hun eten. Waarschijnlijk kost beide doen gewoon te veel concentratie en moeite. Als enige ga glimlach ik naar Thoms. 'Goed geslapen, zeker?'
'Jawel, feestbeest!' Hij giechelt en grijpt naar een boterham van mijn bord. Ik zeg er niks op. 'Heb je Vince gezien?', vraag ik na enkele happen. Ik probeer mijn stem te dempen, maar in een muisstille ruimte klinkt het nog steeds veel te luid. Al blijkt geen enkele levende ziel het gehoord te hebben, want niemand draait zich naar ons om. Thomas Lagan schudt zijn hoofd. 'Nee. Nu je het zegt, ik heb hem ook nodig voor... iets.' Hij slaat zijn mooie chocoladebruine ogen naar me op, maar slaat die al snel weer weg. Verbergt hij iets voor me? Ik ben te vertrouwen hoor! Meestal, dan. Ik besteed er geen aandacht aan, maar het blijft wel in mijn hoofd rondspoken. Wat is er wat ik niet mag weten, weeral? Net op dat moment klappen de klapdeuren open en komt er een mooie blonde jongen binnen. Vince! Beide, Thomas en ik, proberen zijn blik te vangen, maar het lukt ons niet bepaald goed. Vince beent wijdbeens naar het buffet, grijpt wat sneetjes en gaat dan de deur weer uit, zonder ook maar iemand een blik waardig te geven. Wat is er met hem? Waar was hij eigenlijk toen ik ontwaakte? Ik weet heel zeker dat hij vlakbij stond toen ik in een zwarte roes zakte. Valentine komt binnen, samen met haar versufte groepje vriendinnen. Tijd om me te concentreren op mijn gedachten krijg ik niet. Val schuift bij ons aan en begint direct te roddelen. De eetzaal is opeens minder stil. Wel, volgens de nieuwste roddels hebben Cato en Timon een affaire die uitgekomen is, Wendy en Tom hebben het uitgemaakt, maar zijn gesnapt in de douches met zaken die ons eigenlijk niet aangaan en dan nog twee meisjes die hun kameraden hebben ondergekotst. Die vriendschap is dus ook over. Waar een feestje toch allemaal kan voor dienen. Er wordt me opgedragen om te helpen met het opruimen van de zaal en zonder tegenspreken volg ik het bevel op. Het is een man van in de veertig die het me vraagt, ik heb hem nog nooit gezien. 'Waar slaapt u, meneer?' Hij antwoordt bijna direct, na een snelle blik op mij. 'In de afgelegen tunnels, meisje, een eindje verder van de Hoofdkoepel.' Zijn er dan meerdere? De man ziet mijn gezicht en legt verder uit. 'Hebben ze je niet verteld dat er meerdere gedeeltes zijn van de Koepel, verdeelt over de gehele tunnel?' Ik schudt mijn hoofd. 'Oh, wel, dan weet je het nu.' Ik heb nog een vraag. 'Hoe raakt u daar dan?' Simpel antwoordt hij: 'Met het treintje, natuurlijk.' Verder vragen gaat niet, want er wordt me een borstel in de handen geduwd. 'Kuisen', commandeert een rimpelige vrouw me. Ik ben bevelen krijgen gewend, dus ik protesteer niet. Maar het is wel erg veel werk... Hier ben ik een tijdje bezig.
'Veel pret gehad, gisteren?', vraagt de rostharige Hope me. 'Jawel hoor, en jij?' Ik herinner me het dansen, meer heb ik niet nodig om me gelukkig te voelen. Het meisje haalt haar schouders op, maar ik weet dat ze haar vreugde onderdrukt. 'Valt best mee.' Ja, dat zal wel, je hebt een woeste nacht achter de rug, Hope, dat ziet iedereen. Ze straalt het gewoon van haar af, de vreugde omringt haar. Maar aangezien het mijn zaken niet zijn, vraag ik niet verder. We vegen nog wat hoopjes samen voor we weer praten. 'Ik zag je dansen met Vince, gister.' Dat wou ze dus al die tijd al vragen. Hoe subtiel, en ik dacht wel dat Hope anders was dan de roddeltantes waar ik mee moet slapen! Niet dus.
'Danste ik goed?', vraag ik leutig. Ze kijkt naar me op om te kijken als ik serieus ben. Natuurlijk ben ik dat, wat anders? 'Ik bedoel maar, ik dans toch zeker beter dan Vince?'
Ze negeert mijn ontwijken. 'Je leek het nogal leuk te hebben.'
'Daar dienen feestjes toch voor?' Ik speel dit spelletje goed, meid, vergeet dat niet.
'Zeer zeker!' Ze lijkt de schrikken van mijn koude vraag. Gelukkig laat ze me verder met rust. Nieuwe uitdaging: Vince. De jongen stapt met zijn borst vooruit de zaal in. Oh, wat is hij mooi. Het lijkt wel alsof hij macht uitstraalt, al heeft hij niks. Vince heeft het nog niet opgegeven.
'Hey...', zeg ik als hij voorbij loopt. Ik had verwacht dat hij wel even zou omdraaien om terug te antwoorden, maar hij deed alles behalve. Vince loopt gewoon door, waarbij hij mijn hoopjes vertrapt. 'Hé!'
De trotse jongen draait zich niet om, negeert mij, en loopt naar de werkgever, die zich ook niet om mij bekommert. Zelfs Hope lijkt te lachen! Met open mond kijk ik naar de anderen. Ze lachen me uit! Wat is er met hen?! En nog belangrijker, wat is er met Vince?! Ik borstel driftig door, maar maak zeker dat er wat stof op Vince zijn nette broek vliegt en af en toe wat in zijn gezicht. Wat is dat lachen, maar nog steeds kan ik zijn aandacht niet trekken. Uiteindelijk ga ik voor de harde maatregelen en sla ik botweg de bezem gewoon in zijn gezicht. 'Auw!'
'Oeps', glimlach ik wreed, mijn heup wat naar de ene kant houdend. Vince heeft door wie zijn aanvaller is. Daar komt zijn masker weer. Zucht. 'Waar was dat voor nodig, robot?' Hij spuwt me onder. Gaan we weer zo beginnen? Ik win toch, lieverd...
'Omdat er een vuiltje op je gezicht zit, mens. Zie je je gezicht dan niet? Een en al grauw.' Ik haal mijn schouders nonchalant op. Ik hoor gegrinnik van anderen, die ons aandacht afluisteren. Oh ja, nu zijn jullie wel nuchter, hé? Mensen ook...Vince gromt. Ik drijf zijn geduld tot het uiterste, ik weet het. 'Wat moet je, stalen spion?', knarst hij. Weer haal ik mijn schouders op, spelend denkend. 'Goh, ik weet niet, misschien wat dode mensen...' Ik grijns gemeen en kijk hem recht in de ogen. De rest houdt zijn adem in na mijn wrede grap. Het kan me niet schelen. Als ze slim zijn, nemen ze me niet serieus, zoals deze kluns voor me. 'Is een dode robot ook goed?', antwoordt hij grommend.
'Ja, dat kan ook wel, ik ken er wel een paar...' Dan huppel ik uitgelaten weg, mijn bezem in zijn arm drukkend. Mijn werk zit er op voor vandaag.Tijdens het eten zit ik alleen en ook er na heb ik geen sociaal contact. Ik ben hier nu... Drie dagen? Dit is mijn vierde dag, ben ik fout? Ik heb gevoel dat het al langer is. De proefperiode van mijn menselijk lichaam gaat morgen in. En eigenlijk heb ik best genoten van Vreugde, gek genoeg. Het geeft meer kleur aan het leven, iets dat ik kort geleden heb opgemerkt. Mijn benen brengen me bij een duistere bank. Degene van gisterennacht. Ik kreun. Waarom? En zo te zien ben ik niet de enige... 'Wil je niet meer helpen met de rest?', vraagt Valentine me lui glimlachend. Ik grijns terug en plof na haar op de zetel. 'Jij toch ook niet?' Ze giechelt.
'Daar heb je gelijk in.' Het is even stil, maar de stilte is niet ongemakkelijk. 'Kunnen jullie hier naar de sterren kijken, Val?' Het meisje schudt spijtig haar hoofd. 'Ik bekijk de zeldzame beelden van de sterren ook graag, Kimmy, maar ik kan ze niet zien van onder het water.' Aha, informatie. Net zoals de tunnels van de man. Valentine lijkt het niet te merken dat ze me zojuist een grote stap vooruit heeft geholpen. Ze bijt op haar lip, lijkt te twijfelen. 'Zal ik je meenemen op de volgende missie naar buiten?', vraagt ze zacht. Ik kijk haar strak aan, ergens borrelt Hoop in me op. Ik durf niks te zeggen. Val schudt haar hoofd. 'Nee, dat is geen goed idee. Dat kan niet, nog niet, we hebben de testen nog niet uitgevoerd.' Testen? Valentine heeft me niet veel uitgelegd, ze wou niet antwoorden op mijn vragen. Wel weet ik dat ik een test zal moeten afleggen op fysiek en mentaal vlak. Ik ben niet bang, maar vraag me wel af wanneer het zal zijn en wat ze zullen doen met me. Mensen zijn niet te vertrouwen, zoals we ondertussen als wisten.
Die avond slaap ik weer in mijn eigen bed bij de meisjes. Deze keer zijn er ook jongens bij, waaronder Vince. Valentine zit op zijn schoot, met een brede grijns. Ze zijn verhalen aan het vertellen van dingen die ze hebben uitgestoken. Ik luister niet echt. Wat ik wel doe, is Vince aandachtig bekijken. Hij lijkt ontspannen voor ongetrainde ogen, maar voor de mijne lijkt hij een stijve, gestresseerde plank. Wat is er met je, Vincy? En alsof hij mijn gedachten kan lezen kijkt hij met zijn natuurgroene ogen naar me om. Vlug kijk ik weg, hij doet hetzelfde. Weer een heel verhaal en wat gelach, maar deze keer over een ander koppeltje. Ik stel me recht en ga naar buiten, even wat water in mijn gezicht slaan. Het frisse water doet deugd, maar ik had het bijna laten vallen op de tegels als ik schrik van het individu achter me. Zoals verwacht, dames en heren, Vince. Ik draai me met een kwade blik naar hem om. Sneller dan voor mogelijk gehouden, sta ik voor zijn neus. Mijn vinger prikt in zijn borst. 'Wat doe jij hier?' 

P.S. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is... in de vorm van een ster. Maar niet geel. Grijs. Ziekelijk grijs, niet zo aantrekkelijk. Wil jij me helpen het geel te maken? PLEASE? :D 

R26Where stories live. Discover now