Hoofdstuk 39 - Was ik geboren om te sterven?

132 9 4
                                    

Feet don't fail me now
Take me to the finish line
All my heart, it breaks every step that I take

(Lana Del Rey - Born to Die)

(Kimberley)

'Wat zeg je?!' Ik krimp een beetje in elkaar. Ward ziet er kokend uit, maar het was hij niet die tegen me uitviel. Dat was Erik. 'Sorry,' wil ik zeggen, maar hij laat met niet uitspreken. 'We hebben wél een doel, iets waar we naartoe kunnen,' zegt hij doelgericht. Dat had ik niet verwacht. Hij heeft gelijk - wat loop ik hier depressief te doen. Maar toch, ik weet niet waar Vince is. Ik weet dat hij hoogstwaarschijnlijk in Sector A zit, onder de stad in de donkere gevangenisgangen van het Leger. Maar hoe we daar binnen kunnen... Het ondergrondse gangenstelsel is hét best bewaakte gebied van onze maatschappij. 'We gaan Vince zoeken, depressieve roestbak! Jezus, waarom zijn we anders vertrokken?' Dat is waar. Ik heb ze meegesleept hierin, dus ik kan het beter afmaken. Mary kijkt me hartverwarmend aan, dat bemoedigd me. Ik haal diep adem - wat eigenlijk slecht is voor mijn lichaam, maar me op dit moment echt niks kan schelen. 'Oké,' zeg ik stevig, vol nieuwe moed. 'We gaan er voor.' Ik kijk naar de lucht. Ik had het me nog niet eerder afgevraagd, maar hoe zouden deze mensen overleven? Hebben ze ook zuurstofpillen? Met die stalen Ozonlaag snap ik ook niet waarom het gras hier zo groen is... waarom het leeft... En de lucht... ligt het aan mij, of is die echt blauw? Mary volgt mijn blik. 'Vreemd, hè?' Ik knik.'Dat komt omdat de Ozonlaag niet overal is. Hier is ze... neergehaald, denk ik. Nou, niet "neergehaald", maar eerder nooit gebouwd - geloof ik.' Huh?
'Hoe is dat mogelijk?' Ze haalt haar schouders op. 'Je weet dat dit gebied nooit van Eerste Stuurman Detector Buys is geweest, misschien heeft het daar mee te maken.' Het zal wel.
'Tijd om te gaan,' besluit Ward en hij begint met stappen. Harry is al die tijd stil geweest en hij volgt zijn vriend, ze raken in gesprek. Erik blijft bij ons lopen, terug naar de Transporter. 'Jij weet hoe dit werkt?', vragen ze aan mij. En ik knik, het is nog niet zo lang geleden dat ik de mensen hierheen heb gebracht. Waarom lijkt het dan een eeuwigheid dat ik Vince niet gezien heb? 'Ga er op staan,' beveel ik. Ze gaan samen in een kringetje staan en vooraan neem ik mijn plek in, zodat ik de coördinaten kan ingeven. 'Wacht,' zegt Ward voordat ik het kan bevestigen. 'Waar gaan we eigenlijk naartoe?'
'Naar Sector A.'
'En dan? We hebben geen duidelijk plan.' Ik laat mijn hand op mijn schoot vallen en draai me naar hem om. Hij bevestigt wat ik al die tijd al dacht, totdat Erik me nieuwe moed insprak.
'We moeten Vince vinden. Ik heb een idee waar hij is. Maar eerst moet ik mijn onke... vader opzoeken.' Ik heb hem lang genoeg uit mijn hoofd geband. 'Misschien vinden we daar ook onderdak,' voeg ik er aan toe. Mijn team lijkt te denken, maar ik geef ze niet veel tijd, want nadat ik ben uitgesproken druk ik al op de knop en vliegen we van onze voeten, alles wordt wazig en draait en bijna heb ik het gevoel dat ik ga flauwvallen, maar dan is alles gedaan en staan we in de donkere schaduw van de Ozonlaag. Ons nachtzicht staat op scherp, zo kunnen we zien dat er niemand in de buurt is. Gek, je zou toch verwachten... 'Bukken!', sist Erik, hij duwt me tegelijk op de grond - net als ik een lamp opmerk. Lampen? Sinds wanneer werken de lampen? Ik weet dat de straatlampen geregeld werken, maar deze lampen? 'Wat zijn...' Erik gebaart dat ik moet stil zijn, dus dat doe ik. We kruipen over de koude kasseien van de grond, ik volg Erik - die ons naar een steegje brengt. Onderweg merk ik het putdeksel op dat naar de gangen van de Koepel leidt... Focus, Kim, focus.
Eens we in het straatje zijn, gaan we terug rechtstaan. Mijn groep kijkt me verwachtinsvol aan en ik weet wat ze willen horen. Het plan, de weg, iets dat zekerheid biedt. Wat zijn we roekeloos begonnen aan dit plan! Ik kan mezelf wel voor het hoofd slaan... Maar we moeten er het beste van maken: 'Kijk, mijn vader woont hier enkele blokken vandaan. Als we ons haasten kunnen we er in een halfuur zijn, maar we mogen niet roekeloos worden.' Ik zwijg even, maar ze zeggen niks. Dus ik praat verder: 'We moeten vandaag nog Vince bevrijden, gehoord? Dat kan geen dag langer wachten. Als ik het bij het juiste eind heb, dan is Vince nu al half d... dood.' Het idee... 'Volg me.' Ik neem de leiding en kies de donkerste steegjes uit. Hier en daar komen we wat anderen tegen, maar die lijken ons - mij - niet te herkennen. Vreemd. Terwijl we zo normaal mogelijk langs de robots wandelen, spookt er maar 1 vraag in mijn hoofd: hebben ze geen opsporingsbericht verstuurd? De vraagt blijft rondspoken in mijn hoofd totdat we bij het appartementsblok van mijn vader staan, zonder er een antwoord op te vinden. Ik doe de deur open en spring de trap op - twee treden per keer. We zijn er zo en pas als ik voor zijn deur sta, besef ik dat ik nogal ongelegen kom. Misschien is hij niet eens thuis. Het is uiteindelijk Ward die klopt en de deur wordt nog geen minuut later opengedaan.
'Ik wist dat je ging komen.'

R26Where stories live. Discover now