Hoofdstuk 34 - Dit is wie ik ben

134 11 2
                                    

And I don't want the world to see me

'Cause I don't think that they'd understand

When everything's made to be broken

I just want you to know who I am

(Goo Goo Dolls - Iris)

(Vince)

Kimberley. Robots. De redding en ontsnapping. De kus. Er is zoveel wat ik moet overdenken. Ik weet dat ik blij ben met Kimberley en de kus, want nu weet ik dat ze hetzelfde voor mij voelt. Maar toch... een klein gevoel vertelt me dat er iets mis is. Iets wat we niet hebben overzien. En ik haat het dat ik niet weet wat het is. 'Vandaag doe je dat roze konijnenpak aan, Vince', grijnst Kim en ze stoot me op mijn arm. Sinds de kus kan ze niet meer stoppen met glimlachen. Ik voel hetzelfde hoor, vanbinnen, maar ik ben een man. Ik ga niet een godganse dag lopen glimlachen als een halve gare. Dat ligt niet in mijn aard.

We staan buiten op het terras, de Ozonlaag bedekt de aarde terug en het is er donker. Maar ik zie alles glashelder, want dat nachtzicht is optimaal. Het is druk op de straat, maar ik let er niet echt op. Ik let meer op de grote glazen toren in de verte. Want daar zit de vijand. Camèra, Buys, en al de anderen die in het complot zitten. Ze moeten zo snel mogelijk dood. Doordat ik zo opgegaan was in de kus, in Kimberley, vergat ik mijn problemen. Want die zijn er.

Laten we beginnen met het probleem dat ik een robot ben. Wat kan ik daar nou aan doen? Ik schaam me voor mezelf, dit is niet wie ik wou worden. Maar ik leef wel, dat is mijn drijfveer. Toch, het feit dat ik een robot ben, heeft me al doen denken om zelfmoord te plegen. Kimberley weerhoudt me daarvan, maar zodra zij zal verdwijnen uit mijn leven dan weet ik het niet meer.

Probleem twee is dat ik de robots me gewoon in zich opnemen, ook al heb ik een mensenhuid. Kimberley heeft me uitgelegd dat ze het aan je tatoeage ziet dat ik een echte robot ben. Die ijzeren wezens overal om me heen hebben, jekkes.

Dat brengt ons trouwens bij probleem drie: ik haat nog steeds robots, maar opeens moet ik onder hen gaan wonen en vriendjes met hen worden! Mijn vriendin is zelfs een fucking robot! Ik weet dat ze omgebouwd is, net zoals ik, en dat je het verschil niet merkt met een mens, maar ze blijft een róbot! Ik weet niet of ik ooit 100% van haar ga kunnen houden als ik al niet van mezelf hou, niet van de robot in ons hou.

Mijn vrienden zijn probleem vier. Ik weet niet hoe ik naar hen toe ga kunnen gaan zoals ik nu ben. Een robot. Kimberley zegt dat ze wel naar me zullen luisteren, maar dat ik misschien beter het schermpje kan afdekken. Voor het geval dat.

'Een roze konijnenpak? Volgens mij zit dat niet tussen de opties', grijns ik uitdagend. Ze glimlacht breed terug en kijkt terug over het balkon, met een blik olie in haar handen. Het is een aparte smaak, dat moet ik je meegeven. Maar wel lekker. En met die alcohol er nog eens in... Ik wist niet dat het kon, maar een robot kan dus wel dronken worden. 'Kimberley, voor de reddingsactie moet jij je nog laten maken.' Het is vreemd om zo'n robottaal uit te slaan. "Laten ombouwen", "haal een fles olie", "opstarten". Het zijn allemaal voorbeelden. Gek genoeg vind ik het niet lastig om een robot te zijn, hoewel ik wel in de knoop lig met mezelf. Maar al die typische termen neem ik snel over, al ben ik pas vierentwintig uur een robot.

'Weet ik. Wanneer wil je dat ik ga?'

'Liefst zo snel mogelijk.' Ik neem haar beet en druk een kus op haar voorhoofd, waarna ze op haar tippen gaat staan om een vlinderkusje op mijn mond te drukken. We glimlachen. Ik heb zo lang gewacht. Ik wou haar al zo lang voor mezelf hebben. Het idee dat iemand anders dan mij haar een kus geeft... Nee, ik voel de jaloezie al opkomen. En de haat, maar dat is vooral op Falk gericht. Hij is en blijft een sukkel. Punt uit. 'Ik zal morgen eens langsgaan. Maar enkel en alleen als jij belooft om met de groep te gaan praten.' Mijn blije stemming zwakt af bij die gedachte.

R26Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu