17.

13.5K 598 50
                                    

Geschreven op; 07-08-2015

Willow
Met zijn tweeën gaan we tien minuten later naar de kelder, waar de kerkers zich bevinden. Caiden draagt een groot bord met zeven grote pannenkoeken daarop. Ik heb alle smaken gepakt, naturel, appel, banaan, spek, kaas, ham, chocolat-chip, van elke smaak een.
Ik moet bijna kokhalzen als we naar beneden lopen, de angst aan de herinneringen grijpt me als een kille hand om het hart.
Ik piep zachtjes en ga dicht naast Caiden lopen. Met een hand houdt hij de mijne vast, en zo lopen we naar beneden.

Oude Jim is erg blij met de pannenkoeken, en dankt me aan een stuk door. Tussen twee happen zegt hij elke keer; "Je bent een goede Luna, kleine rogue. Dankjewel voor de heerlijke pannenkoeken, ik heb ze gemist."

Na het bezoekje aan de kerkers, neem ik naar aanraden van Caiden een lange, warme douche. Het helpt me om mijn spieren te ontspannen en te verwarmen, maar de herinneringen verdwijnen niet. De verschrikkelijke geur, de kreten van pijn en angst, het geeft me rillingen. Ik moet Caiden nog eens vragen waarom hij eigenlijk zoveel rogues in zijn kerkers heeft. Het kan toch niet zo zijn dat elke rogue slecht is? Ik bedoel, ik ben ook een rogue, maar naar mijn idee ben ik geen goed voorbeeld van een moordlustig en gemeen wezen. Toch?
Zou ik hem overgehaald kunnen krijgen om de rogues die niemand kwaad doen, vrij te laten? Ik betwijfel het, maar ik hoop het wel.
Als ik helemaal klaar ben, wacht Caiden me op in de slaapkamer met wat yoghurt en fruit. Ik ben blij dat hij heeft opgemerkt dat ik als lunch niet heel veel hoef te eten, ik ben immers in de middag toch bezig met koekjes en Coco.
"Lieverd," zegt hij als ik de appel heb weggewerkt. "Morgenochtend moet ik al vroeg weg voor Alfa-werk en waarschijnlijk ben ik pas heel laat terug, misschien zelfs pas morgen. Wil je me beloven dat je dan lekker binnen blijft? Dan kun je met Ari koekjes of cake bakken ofzo, of wat het dan ook mag zijn wat meisjes leuk vinden om te doen."
Ik laat mijn schouders hangen, ik vind het nu al niet leuk als ik hem een hele dag niet zie. "Wat moet je doen dan?" vraag ik terwijl ik mijn hoofd opricht om hem aan te kunnen kijken.
Hij neemt me in een warme omhelzing. "Gewoon wat werk aan de rand van het territorium van de roedel," murmelt hij in mijn haar.
Ik sla mijn armen om hem heen. "Heeft het te maken met rogues?" vraag ik zacht.
Ik voel gewoon hoe hij knikt, ik kan het niet eens zien.
"Oké, ik zal binnen blijven bij Ari," ga ik met hem akkoord. "Mag ik dan zwemmen in het binnenzwembad?" Mijn stem is vast gekleurd met kinderlijke opwinding, zwemmen vind ik echt leuk, ik kon het alleen nooit doen.
Hij lacht. "Ja liefje, dat mag, maar je moet er wel voor zorgen dat geen enkele man kan zien wat alleen voor mij bestemd is, goed?"
Hij ook met zijn bezitterige beschermendheid. Toch knik ik direct. "Oké!"
"Braaf meisje," hoor ik hem mompelen, waardoor ik moet giechelen.

Ik ga weer naar beneden om een nieuw koekjesrecept uit een van mijn kookboeken te proberen, terwijl Caiden nog wat 'administratie' moet doen in zijn werkkamer.
Hij heeft me gezegd dat als ik hem nodig heb, ik maar hoef te roepen of langs te komen. Als de koekjes klaar zijn moet ik sowieso langskomen. Om die woorden had ik moeten grinniken. Mannen en koekjes zijn net als Willows en Coco: onafscheidelijk.
Mijn oreokoekjes en pistachecannolini's zijn uiteindelijk heel goed gelukt, ik ben er zeer trots op.
Samen met Caiden eet ik ze bijna allemaal op, ik laat er een aantal over voor Ari morgen. Ik weet 100% zeker dat ze zal smeken om meer.

Voordat ik het weet is de dag alweer voorbij. Morgenochtend gaat Caiden weg en ik zie hem overmorgen pas. Dat is niet zo lang, dat overleef ik wel. Hoop ik.
Ik ben al na twee nachten gewend geraakt aan zijn warme lichaam tegen het mijne aan als ik ga slapen. Ik heb geen deken nodig, hij is mijn persoonlijke kachel. Ik glimlach tegen zijn ontblote borst aan bij de gedachte en ik hoor zijn sterke hartslag in hetzelfde ritme als het mijne.
"Lieverd?"
Ik hoor Caidens lage stem die de stilte verbreekt. "Hmm?" antwoord ik slaperig.
"Mag ik je markeren als de mijne, kleine Willow?" vraagt hij, een hint van onzekerheid en hoop door zijn toon verweven.
Wat is markeren? Het klinkt als op me tekenen met een markeerstift, of als het brandmerken van een koe.
"Wat is dat?"
Hij grinnikt kort. "Ik was even vergeten dat je niet weet wat het is, maar natuurlijk." Zelfs al heeft hij gegrinnikt, hij klinkt toch nerveus. "Als ik je markeer, dan gebeurt dat hier." Hij kust een plek tussen mijn nek en mijn schouder, en het tintelt prettig, ik krijg een week gevoel in mijn knieën, en ik sta niet eens.
"Op die plek bijt ik je-"
Ik hap naar adem, bijten?
"-voorzichtig en zorgvuldig, waarna je geur licht verandert. Anderen zullen weten dat je al geclaimd bent, dat je een mate hebt. Het is een versterking van onze band."
Ik weet niet, wil ik dat?
"Ik zal aan kunnen voelen hoe het met je gaat, net zoals je dat bij mij zal kunnen. Met flink wat oefenen kun je ook tegen me praten in je hoofd."
Dat klinkt wel cool. Het zal me dichter bij hem brengen, denk ik.
"Doet het pijn?" vraag ik met een trillende stem. Hij kriebelt me zachtjes op mijn rug om me te kalmeren.
"Ik zal proberen je geen pijn te doen, dat beloof ik," zegt hij teder.
"Oké," zeg ik, nog steeds bang voor wat hij gaat doen.
Eerst kust hij me liefdevol op mijn lippen, steeds ruwer, steeds harder.
Het voelt steeds beter, en terwijl we rechtop gaan zitten, pak ik zijn donkerbruine lokken stevig in mijn tot vuisten gebalde handen vast. Hij verplaatst zijn lippen van mijn mond naar mijn kaak, naar mijn nek, in de richting van mijn linkerschouder. Ik geniet er van, gooi mijn nek naar achter in extase. Ik druk mijn borst tegen de zijne aan, totdat hij de juiste plek gevonden heeft. Deze plek geeft me de kriebels in positieve zin.
Tintelingen gaan naar mijn handen, benen, hart en hoofd vanuit die plek.
Ik voel hoe scherpe tanden over mijn huid schrapen, zoekend naar een laatste bevestiging, die ik hem geef zonder twijfel.
Dan bijten zijn hoektanden door de tere huid, dwars er doorheen. Het doet pijn, het brandt, als vurige vlammen in mijn nek.
Een enkele traan baant zich een weg over mijn wang, totdat de pijn omslaat in genot.
Als golven water gaat het door mijn bloed, en dat is het moment dat Caiden zijn tanden terugtrekt uit mijn schouder en zijn markteken op mijn huid voltooid is. Hij streelt mijn rug opnieuw terwijl hij het bloed van de wond weglikt.
Ik kan haast voelen hoe de wond zich sluit en hoe de vermoeidheid verdriedubbelt. Ik zak uitgeput in elkaar, Caiden vangt me op in zijn armen en laat me in slaap vallen tegen zijn warme borst aan.
Ik sluit mijn ogen met een gelukkiger gevoel dan dat ik tot nu toe ooit gehad heb.

MatedWhere stories live. Discover now