26.

13.3K 568 40
                                    

Geschreven op; 22-08-2015
Willow
De dagen nadat ik ontslagen ben uit het ziekenhuis lig ik ook daadwerkelijk op bed. Ik verveel me kapot, zelfs al is Caiden altijd bij me. Hij heeft zelfs zijn administratie meegenomen naar de kamer omdat hij me niet alleen wil laten, zelfs al is hij de hele tijd stil en druk bezig met werken.
Ik heb al mijn romans al uitgelezen, mijn fantasyverhaal is geëindigd, aan kookboeken heb ik niets en mijn boeken over planten wil ik buiten lezen, waar de planten en dieren ook daadwerkelijk zijn.
Elke avond kijk ik films en series met Caiden, ik heb hem zelfs zover gekregen om samen met mij de series Teen Wolf en Robin Hood te kijken, omdat de ene over weerwolven gaat en de andere over Robin Hood, die in de bossen van Sherwood leeft, samen met andere vogelvrijen.
Elke keer dat ik schrik van een scène in de series, drukt Caiden me dicht tegen zich aan, alsof hij zichzelf ervan moet overtuigen dat ik nog veilig ben. Als hij dat doet, voel ik me dan ook echt veilig, ik weet dat hij me zal beschermen.
Mijn wonden genezen langzamer dan normaal, en met normaal bedoel ik de keren dat mijn vader, pleegvader, me verwondde. Caiden zegt dat het komt doordat de wonden zijn gemaakt met zilver, waardoor mijn genezende vermogen even vlug gaat als dat hij bij normale mensen gaat.
We hebben toen even gediscussieerd of ik een normaal mens was of niet. Caiden vond van niet, waarop ik bijna in tranen uitbarstte, tot hij me uitlegde waarom. Ik ben natuurlijk een halfwolf, en speciaal omdat ik zijn mate ben, bla bla, ik ben bijzonder, bla bla.
Het hielp wel,  het zorgde alleen voor die duizenden vlinders die mijn buik maar niet uitkunnen. Wat is dat toch? Ben ik.... verliefd? Of hou ik gewoon van die complimenten die hij me geeft? Ik denk, eerlijk gezegd, het eerste. Hou ik van hem?

Na anderhalve week mag ik dan eindelijk mijn bed uit, maar ik moet nog steeds rustig aan doen. Caiden laat me nergens alleen naartoe gaan, zelfs niet naar buiten. Hij is er altijd bij, en als dat niet kan, staat Ari naast me, met haar blauwe krukken, voortdurend in verbinding via mindlink met Caiden.
Met haar aan mijn zijde, vind ik mijn weg naar buiten. Er ligt een dun laagje sneeuw buiten, en we maken er sneeuwengels. We gooien wat sneeuwballen naar elkaar, doen een poging tot het maken van een sneeuwpop en vallen uiteindelijk naast elkaar neer op de grond in een lachbui.
"Willow!" Ariella hijgt nog na van het harde lachen om iets wat achteraf gezien eigenlijk helemaal niet grappig was.
"Hmm?" vraag ik.
"Caiden vroeg me nog of ik je iets wilde vertellen. Hij wilde het eigenlijk zelf vertellen, maar hij komt er steeds niet aan toe, omdat je hem... afleidt. Over een week of twee komen onze ouders hier naar toe."
Wat. Zijn ouders, komen hierheen? "Hier heen als in, naar dit roedelhuis, hier, op dit territorium?" vraag ik geschokt. "Als in, het huis waar jij en Caiden in wonen, en waar ik nu ook een paar weken slaap?" Noway.
Ari grinnikt. "Ja, Willow, hier, dit roedelhuis, op dit territorium. Het huis waar Caiden en ik in wonen en waar jij nu ook een paar weken bent."
Ze herhaalt mijn hele zin. Is dat nu echt nodig? Ik kreun hardop, waarom moeten ze komen? Ik bedoel, dan krijg je ongetwijfeld dat gênante gebeuren waarbij de vriendin van de jongen, dé ouders ontmoet. Ja, inderdaad. Dé ouders. Wat als ze me niet goed genoeg vinden voor Caiden? Wat als ze me niet aardig vinden? Dan heb ik een probleem, want wie vindt nou dat een gepeste nerd die gek is op planten en geweld haat een goede combi is met zo'n goddelijke adonis als Caiden? Hij is alles wat ik niet ben.
Knap.
Sterk.
Sexy.
Om te zoenen.
Die riedel van gedachten gaat de laatste tijd steeds vaker door mijn hoofd, alleen in de afgelopen paar dagen komen er ook woorden in die lijst bij. Woorden als sexy of om te zoenen. Alsof ik meer wil en alles. Meer wil dan... wat het dan ook mag zijn wat ik nu met Caiden heb. Het enige wat ik weet is dat het verlangen om bij - met - hem te zijn, groter wordt.
"Waarom?" vraag ik, nog steeds met een kreunende stem zodra ik alle woorden die ik normaal nooit zou gebruiken uit mijn gedachten zijn verdreven.
Ari zucht zacht. "Ik heb eigenlijk geen idee, normaal komen ze nooit. Niet sinds..." Ze houdt even stil. "Waarschijnlijk komen ze omdat ze het gerucht hebben gehoord dat de meedogenloze Alfa Caiden Ualtar zijn mate heeft gevonden. Het is niet zomaar een mate, nee. Het lot heeft hem gekoppeld aan een mensenmeisje." Ze draait haar hoofd in de sneeuw naar me toe, zodat haar haren onder het witte ijs komen te zitten. "Het is de enige reden die ik zo even kan bedenken, ik kan me niet voorstellen dat er een andere reden is, eerlijk gezegd."
Ik sputter even ongelovig bij haar woorden. "Maar ik ben helemaal geen normaal mensenmeisje, toch? Ik ben een halfwolf!"
Om deze woorden moet Ari breeduit glimlachen. "Voor veel weerwolven zijn alle wezens die niet kunnen transformeren in een wolf gewoon mensen, niet meer, niet minder. Halfwolven kunnen ook niet volledig transformeren in hun persoonlijke wolf, dus zijn het mensen."
Dat is vreemd. En gemeen, ook dat. Het is hetzelfde als zeggen dat Grieken en Engelsen hetzelfde zijn, want ze wonen allebei in Europa. Dat is niet zo, toch? Elke Griek, en elke Engelsman is anders, omdat het individuen zijn. Ook halfwolven en mensen zijn anders, ze horen niet omdat ze een eigenschap met elkaar gemeen hebben in hetzelfde hokje gestopt te worden.
Ik denk dat ik daar veel aandacht aan ga besteden als ik eenmaal Luna ben, over een redelijke hoeveelheid tijd. Ik ga er voor zorgen dat elke wolf in de roedel evenveel aandacht krijgt, persoonlijk. Iedereen is anders, en ze horen niet hetzelfde te zijn als hun buurman. Dat is mijn mening, vind ik tenminste. Iedereen moet het gevoel krijgen dat ze erbij horen, zodat we een beter roedel zijn met zijn allen.
Het is misschien wat ambitieus, maar dat ben ik altijd al geweest, ik ga gewoon proberen het zo te houden.

De week nadat ik vrij ben gelaten uit mijn bed en weer gewoon rond mag lopen, gaat snel voorbij. Ik doe leuke dingen met Ari en Chrissie, die blijkbaar direct dikke vriendinnen zijn geworden nadat ik ze aan elkaar had voorgesteld. De avond breng ik met Caiden door, want hoewel hij altijd druk bezig is met zijn Alfa-werk, probeert hij wel tijd voor me vrij te houden, zodat we samen kunnen eten.
Op dit moment ben ik in mijn pyjama - een lang, zwart shirt van Caiden en een zwart kort broekje, - lunch aan het maken voor Caiden, Ari en mezelf. Ik heb vandaag nog gewoon geen zin gehad in aankleden, gezien het feit dat ik me al even niet honderd procent lekker voel.
Dan komen er plots twee mensen de keuken in lopen, een man en een vrouw van ongeveer vijftig jaar. Ik weet niet hoe ik dat weet, want de vrouw heeft nog geen enkele rimpel op haar gezicht en haar haren zijn zo donkerbruin dat er waarschijnlijk geen enkele grijze haar in zit.
"Goedemorgen!" roep ik vrolijk naar ze, waarop de vrouw vriendelijk antwoordt en de man brommend voor zich uit blijft staren.
"Weet je toevallig waar je Alfa is? Wij hebben wat zaken met hem te bespreken."
Zijn het bezoekers? Ik kan me niet herinneren dat Caiden iets heeft gezegd over bezoekers. Ik haal mijn schouders op en negeer de gedachten. "Ik denk dat Caiden in zijn werkkamer is, ik kan u er wel even heen brengen, als u dat wilt?"
De man en de vrouw happen naar adem. "Noem jij je Alfa bij zijn voornaam? Wat onbeleefd en disrespectvol, belachelijk!" tiert de man. "In mijn tijd was dat wel anders!"
De vrouw kan alleen maar glimlachen, maar stoot wel haar man met haar elleboog in zijn ribben. "Rustig, Tiernan. Ja, kind, we zouden graag willen dat je ons naar zijn werkkamer brengt."
Zo gezegd, zo gedaan. Ik ga hen voor, nog steeds in mijn fancy pyjama, naar Caidens kamer. Ik klop netjes op zijn deur voordat ik binnenkom, ondanks zijn protesten dat ik nooit hoef te kloppen.
"Kom binnen," zegt hij.
Ik slik, en open daarna de deur, Caiden zit achter zijn bureau.
"Willow, wat had ik nou gezegd o-" Hij valt stil als zijn blik valt op de twee mensen achter me. "Mam? Vader?"

MatedWhere stories live. Discover now