D R I E : De sleutel

183 10 11
                                    

De sleutel

'Wat?' snauwde Jamie. Hij had hier geen zin in, hij had het huis verhuurd en dat was het. Het was geen B&B of een bungalowpark waar je met al je problemen bij de receptie kon komen. Die hij dan zou moeten voorstellen, mooi niet.

'De sleutel past niet,' ze keek hem onschuldig aan en richtte haar blik op de grond. Hij staarde haar wazig aan en gaf geen antwoord. De doek die hij tegen zijn voorhoofd aan drukte liep vol met bloed. Ondanks dat ze zag dat hij gedoucht had, zag hij er niet schoon uit. Het bloed zat op zijn handen en op zijn schone hemd.

Hij had zijn hoed niet meer op en ze kon zijn gezicht nu duidelijk zien. Zijn haar was nog warriger dan ze had verwacht. Het was niet stijl en het waren ook geen krullen. De bruine halflange lokken gingen alle kanten op en hadden dezelfde kleur als zijn subtiele stoppelbaardje.

'Laat me even daarnaar kijken, dat ziet er niet goed uit.' Ze wees naar zijn voorhoofd. Zijn afkeurende blik vertelde haar genoeg, toch was de zorgzame kant van haar sterker dan zijn wil. Na een paar protesterende woorden, gaf hij toe dat ze gelijk had. Hij haalde nonchalant zijn schouders op en liep weg van de deur. Hij wist dat zij gelijk had en dit zo niks zou worden. De jongeman zei geen woord, ze besloot het als een uitnodiging te zien om binnen te komen. Aarzelend liep ze achter hem aan. Het huis was gezellig ingericht, wel was het een bende. Overal lagen kleren, schoenen en andere spullen.

Het licht ging knipperend aan en hij ging zitten op het aanrecht. Zelfs zijn benen waren gespierd viel haar op en ze schudde haar hoofd. Daarvoor was ze hier niet. Ze negeerde zijn gespierde lichaam en keek naar zijn gezicht. Zijn oog was blauw en zag er heftig uit. De snee op zijn voorhoofd, waar de blauwe plek naartoe liep, was diep en zal gehecht moeten worden. Hij pakte een geel potje naast zich van het aanrecht en haalde er twee pilletjes uit. In een snelle beweging stopte hij ze in zijn mond.

Ze schudde haar hoofd, 'drink je medicijnen altijd met water,' zei ze zacht. Geen idee wat voor medicijnen het waren, dat was toch een ding wat haar zo vaak was verteld op haar opleiding. Medicijnen waren schadelijk en als je niet oppaste konden er gemakkelijk complicaties optreden. Hij lachte en schudde zijn hoofd.

'Wat wil je hier nou precies?' vroeg hij, duidelijk geïrriteerd door haar opmerking.

'Oké, niks,' ze stopte even en zocht naar een gepast antwoord wat hem niet nog chagrijniger zou maken.

'Laat me dat hechten, heb je een EHBO-doos?' vroeg ze en had door dat hij niet graag praatte of commentaar kreeg.

'Daar ergens,' zei hij en maakte een wapperend gebaar naar een kastje in de hoek van de keuken. Ze opende het kastje, er kwam van alles uitrollen. Doeken, bekers, thermoskannen, een lepel en een fles schoonmaakmiddel. Ze sloot haar ogen en durfde hem niet aan te kijken, ze mocht er niks van zeggen. Ze beet op haar lip en zocht het doosje op, het was een van de weinige spullen die er niet uit was gevallen. Tot haar verbazing zat alles er nog in en ze twijfelde of iemand het doosje ooit had gebruikt. Waarschijnlijk had ooit iemand het in een verstandige bui aangeschaft waarna het een miskoop bleek. Tot nu.

'Het kan pijn doen hoor,' zei ze zacht. Tussen haar vingers had ze een naald vast. De naald had ze ontsmet en de geur van alcohol hing in de lucht. Met haar andere hand depte ze met een doekje over zijn voorhoofd om de wond schoon te maken.

'Vast,' zei hij en haalde zijn wenkbrauwen op. Hij gaf geen enkel teken van emotie en ze legde het doekje weg.

Ze perste haar lippen op elkaar en drukte geconcentreerd de huid nog dichter tegen elkaar. Zonder pardon drukte ze de naald door zijn huid en legde een klein knoopje in het draad. Een paar millimeter daarnaast weer, het viel niet eens op, zo klein maakte ze de hechtingen. Ze had het jaren geoefend en zou het nooit verleren. Nu was haar verkeerd gekozen studie toch nog ergens goed voor. Ze was zorgzaam en had altijd gedacht dat ze dokter wou worden. Ze hield van mensen en haar droom was om mensen te helpen. Helaas bleek het toch niet voor haar weggelegd. Na een jaar studeren kwam ze erachter dat haar hart toch in de natuur lag en niet bij de prestaties die ze onder druk moest waarmaken, waar overigens levens vanaf zouden hangen. Presteren onder druk was iets waar ze niet erg goed in was. Zodra er veel vanaf hing, of wanneer ze dat idee kreeg begonnen haar handen te trillen. Haar zicht werd dan wazig en ze kon niet veel meer doen.

Het was alsof er een soort paniek over haar viel en ze werd verdoofd door de gedachte van het redden van mensenlevens. Die verantwoordelijkheid wou ze niet hebben. Ze had er veel geleerd, waaronder dit. En ze moest zeggen dat deze kennis nooit zal vervagen.

Ze hoorde hoe zijn ademhaling veranderde. Zijn hoofd bewoog.

'Verdomme!' siste hij en ze zag hoe hij zijn vuisten samenkneep van de stekende pijn. Zijn knokkels werden wit van de kracht die hij erop zette. Ze legde het laatste knoopje en keek er tevreden naar. Nog een klein beetje bloed wat was ontsnapt depte ze weg.

'Klaar,' zei ze zacht. Hij haalde opgelucht adem en sloot zijn ogen.

'Dankjewel,' zei hij en stond op. Voorzichtig gleden zijn vingers over de hechtingen.

'Laat ze er acht dagen in zitten, en doe voorzichtig. Mag ik dan nu de goede sleutel van het huis?'

Hij lachte en knikte, 'Tuurlijk mevrouw,' zei hij en begon te rommelen in een la. De la lag vol met rommel en rotzooi waar geen mens iets aan had.

Hij gaf haar de sleutel en keek haar aan.

'Welterusten.'

Heart Mountain [WATTY WINNER 2020]Where stories live. Discover now