Deel 6

3.2K 197 15
                                    

Vrijdagmiddag na school pak ik mijn spullen en vertrek naar het station. Ik ben te vroeg, zoals gewoonlijk. Dat komt doordat onze klok vijf minuten voor staat en ik meestal nogal op tijd vertrek. Ik sta nog steeds op de trein naar Nijmegen te wachten als ik een bekende stem hoor.

“Ruby!” Dave komt op me af.

“Hé Dave. Waar ga jij heen?,” begroet ik hem.

Hij gooit zijn weekendtas op de grond. “Arnhem. Ik logeer dit weekend bij mijn tante zodat ik wat vrienden op kan zoeken. Voordat ik hierheen verhuisde, woonde ik daar. En waar gaat jouw reis naartoe?”

“Naar Amsterdam, dus we moeten dezelfde trein hebben. Ik ga naar mijn vader.” Ik ben blij dat Dave er is. Dan hoef ik tenminste niet al die tijd alleen in de trein te zitten.

“Gezellig. Maar jij zit dus ook in de vijfde? Welke klas?”

“5A,” antwoord ik, even verward door de snelle wisseling van onderwerp. “Sorry dat ik meteen wegrende gister, maar ik had al vrij lang met mijn beste vriendin staan te praten. Ik kon niet langer meer wegblijven. Wat deed jij eigenlijk? Had je tussenuur?”

“Zoiets. Nederlands viel uit.” 

De trein stopt voor onze voeten en we stappen in. Ik plof neer bij het raam en Dave gaat tegenover me zitten. Ik kijk het treinstel rond of er misschien nog leuke mannen voor mijn moeder in zitten. Helaas niet. Nou ja, anders zou ik ze waarschijnlijk toch niet aan hebben durven spreken. Hoe kom ik nou aan die laatste twee? Even overweeg ik Dave te vertellen van het project, maar ik besluit toch maar om het niet te doen. Hij is leuk, misschien zelfs wel meer dan dat. Ik ga hem echt niet met dat belachelijke idee van Chantal opzadelen.

De blauwe ogen van Dave kijken me relaxed aan. “Zijn je ouders al lang gescheiden?”

“Acht jaar inmiddels.” Het voelt nog als gisteren, die dag dat pap de deur achter zich dichttrok en niet meer terugkwam. “En wat heeft jou naar dit gat gebracht?”

“Het werk van mijn vader,” antwoordt Dave. “Gelukkig heb ik een hele lieve tante waarbij ik altijd mag logeren als ik mijn vrienden wil zien.”

“Aardig van haar. Ik woon al mijn hele leven hier. Vrij saai dus.” Mijn zusje Nora heeft het dan beter voor elkaar met haar Amsterdam.

Dave lacht. “Ik wed dat hier ook wel leuke dingen gebeuren. Misschien is het wat minder spectaculair dan in mijn oude buurt, maar zo erg kan het toch niet zijn?”

“Nee, oké,” ben ik het met hem eens. Hier zijn inderdaad ook wel een paar minder saaie dingen. “Zijn jouw ouders eigenlijk nog bij elkaar? Volgens mij scheidt iedereen tegenwoordig. Je kunt net zo goed niet meer trouwen, zesenzestig procent kans dat je scheidt.”

“Mijn ouders zijn niet gescheiden. Nou ja, niet op die manier.” Dave staart uit het raam. De trein begint te rijden. “Mijn moeder is een paar jaar geleden overleden.”

Dat kan natuurlijk ook nog. “Lullig voor je. Hoe is het gebeurd?”

“Ze was ziek,” antwoordt Dave.  “Niet zo lang, hoor. Het heeft in totaal ongeveer drie weken geduurd. Het ging allemaal heel snel. Gelukkig is mijn vader wel oké. Alleen jammer dat ik nu niet meer zo makkelijk naar het kerkhof kan. Maar goed, zullen we het over iets anders hebben? Van wat voor muziek hou je?”

Begrijpelijk dat hij over iets vrolijkers wil praten. Snel probeer ik te verzinnen wat ik hem als antwoord moet geven. “Ik hou eigenlijk van heel veel. Wat vind jij goed?”

“Michael Jackson,” zegt Dave. “Niet zozeer de muziekstijl eigenlijk, maar ik vind het fascinerend om te zien hoe hij overal kunst van maakt.”

Ik knik, want dat vind ik ook mooi. “Die vind ik ook wel goed. Tegenwoordig luister ik zelf veel dance, maar er moet wel tekst in zitten. En dat nieuwe nummer van Green Day vind ik ook best leuk, en dat liedje van Mika ook. Ik hou echt van heel veel verschillende dingen.” Ik laat mijn blik uit het raam varen. Het voelt zo vanzelfsprekend om hier met Dave in de trein te zitten. Alsof we al jaren bevriend zijn. Hopelijk komt het ooit zover dat we daadwerkelijk jarenlang bevriend zijn. Of misschien wel meer dan dat, ook al is de kans dat ik hem tegenkom bij het datingproject nihil.

-

Twee uur later arriveer ik op het centraal station van Amsterdam. Mijn vader staat me al op het perron op te wachten met Nora. Die laatste komt meteen op me af gerend. “Ruby!”

“Hey Noor.” Ik geef mijn zevenjarige halfzusje een knuffel.

Pap geeft op zijn beurt mij een knuffel. “Ha Ruby. Goed je weer te zien. Het is lang geleden.”

“Je bent laatst nog op mijn verjaardag geweest,” reageer ik bijdehand.

“Weet ik, maar dat was niet hier in Amsterdam.”

Zwijgend lopen we naar de auto. Mijn vader en ik zijn een beetje uit elkaar gegroeid de afgelopen acht jaar.

“Hoe gaat het op school?,” vraagt pap als we in de auto stappen.

“Tot nu toe nog wel goed. We zijn amper twee weken bezig.” Ik denk aan Dave. Wat zou hij op dit moment aan het doen zijn? Vast voetballen met zijn vrienden of zo, in plaats van over standaard dingen te praten met zijn vader.

“En hoe is het met je moeder?” Dat vraagt hij meer uit beleefdheid dan dat het hem echt interesseert, dat weet ik ondertussen wel. Misschien voelt hij zich schuldig omdat hij haar in de steek gelaten heeft.

“Goed.” Het is mijn standaard antwoord. In het begin vertelde ik nog wel hoe het echt ging en wat we allemaal meemaakten, maar daar ben ik al snel mee gekapt. Als het hem toch niks kan schelen kan ik net zo goed zeggen dat alles goed is.

“En nog steeds geen vriendje?,’ informeert pap terwijl we de drukke straten van Amsterdam in rijden.

Ik twijfel over wat ik ga zeggen. Nee, ik heb nog geen vriendje, maar als het aan dat project van Chantal ligt, gaat dat niet lang meer duren. En als het aan mij ligt… Weer zie ik de blauwe ogen van Dave voor me. “Nee, nog niet. Maar er zijn wat mensen thuis die me proberen te koppelen aan een paar jongens.” Lekker vaag, maar ja. Ik draai me om naar Nora en grijns. “En hoe is het met onze Nora? Ook nog geen vriendje?”

Nora lacht haar tanden bloot. "Jawel, ik heb wel een vriendje. Hij heet Sem. Hij zit bij mij in de klas."

Ik denk terug aan mijn eigen basisschooltijd. Wij hadden nooit verkeringen in de klas. Behalve Sharon dan. Zij was toen al het mooiste meisje van de klas en had elke jongen al wel een keer gehad. Maar zelfs mijn zusje is er dus eerder bij dan ik? Dan denk ik aan de blauwe ogen en weet ik dat alles goed komt.

10 jongens, 1 echte liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu