Deel 24

2.2K 135 17
                                    

Precies om kwart voor zeven gaat de bel. Ik maak de deur open. Mijn outfit is geheel in begrafenisstijl: zwarte broek, donkergrijs shirt en zwart vest. Hopelijk is mijn date een vampier die me meeneemt naar een begrafenis en me daarna vermoordt. Ben ik meteen van alle ellende af.

“Hallo, ik ben Daan,” stelt de jongen op de oprit zich voor. Hij geeft me een hand. “Leuk om je te leren kennen.”

“Nou, ik ben dus Ruby.” Hoe kan hij in godsnaam nu al weten of het leuk is om me te leren kennen? Ik ken een paar mensen die mij helemaal niet leuk vinden. Chagrijnig trek ik mijn jas van de kapstok en loop naar buiten. “Waar gaan we heen?”

Daan staart verlegen naar de grond. “Hou je van moderne kunst?”

“Best wel,” lieg ik.

“Mooi. We gaan naar een tentoonstelling.”

O jippie, een date op een tentoonstelling. Ik moet onwillekeurig meteen aan GTST denken. Ludo Sanders zou het ongetwijfeld geweldig vinden om een kunstdate te hebben. Ik niet. Toch pak ik mijn fiets om met Daan mee de straat uit te fietsen. 

-

De moderne kunst blijkt nog flink tegen te vallen. Het zijn allemaal schilderijen die gemaakt zijn tussen 1885 en 1940, terwijl ik dacht dat het echt uit de laatste paar decennia zou zijn. Kunstgeschiedenis is ook niet mijn beste vak.  Ik verveel me dood.

Daan niet. Hij staat minutenlang bij elk kunstwerk te kijken en probeert af en toe een gesprek op te starten door dingen te zeggen als: “Vind je ook niet dat dit werk invloeden bevat van de kunst tijdens de Renaissance?”

Ik doe alsof het me allemaal evenveel interesseert, maar dat kost me grote moeite. Alsof dat nog niet genoeg is, moet ik ook steeds aan Dave denken. Wat zou hij doen op dit moment? Hoe moet ik leven zonder hem? Het klinkt zo dramatisch dat ik ervan schrik, maar het is wel iets dat ik me serieus afvraag. Eén ding weet ik zeker: maandag ga ik niet naar school. Ik kan Dave niet onder ogen komen tot ik weet hoe ik hem terug kan winnen. Hopelijk wil mam me ziek melden.

-

Zondagavond heb ik een date met ene Jesse. Hij wil me ontmoeten op het plein voor de schouwburg, dus daar wacht ik op hem. Ik moet aan mam en Simon denken. Zij gingen naar de schouwburg en hadden een fantastische avond, ook al hebben ze de voorstelling niet afgekeken. Zal ik vanavond een jongen ontmoeten die me Dave kan laten vergeten? Nee, dat is onmogelijk. Ik zal Dave nooit vergeten.

"Daar zul je m’n chickie hebben.” Een blonde jongen geeft me een high five. “Jij bent zeker Ruby? Ik ben Jesse.”

Hallo, denkt hij dat ik één van zijn vrienden ben of zo? Ik ben een meisje, hoor! Straks noemt hij me nog ‘maat’.Ik forceer een glimlach. “Leuk je te ontmoeten.”

“Kom, dan gaan we.” Jesse begint te lopen.

Ik loop achter hem aan. “Wat gaan we doen?”

Jesse duwt de deur van de sportschool open. “Ik heb een les kickboksen voor ons geregeld. Dat leek me wel iets voor zo’n stoere meid als jij.”

Hoe weet hij of ik stoer ben? Dat weet hij toch niet? Hij kent me niet eens! Ineens zou ik heel graag zo’n meisje willen zijn met roze nagellak, een rokje en tien kilo lippenstift op. Die zou hij zeker niet mee naar de sportschool nemen op een date.

“Hé maat,” begroet Jesse de jongen achter de balie. Zie je, daar heb je dat woord al. “Ik heb gereserveerd voor vanavond. Twee personen.” Het klinkt alsof hij het over een restaurant heeft. Was het maar waar.

De baliegast knikt. “Loop maar door.”

Jesse neemt me mee naar een zaaltje met allerlei boksattributen. In het midden van de zaal staat een grote neger van minstens drie kubieke meter. Dit gaat nog leuk worden.

De neger geeft me een hand. “Ik ben Bobo en ik ga jou leren boksen, meisje.”

Ik word ineens een beetje bang van hem. Met die spierbundels vermorzelt hij vast iedereen die op zijn pad komt, of dat nou met opzet is of niet. “Ehh… oké. Ik ben Ruby.”

“Ga maar even zitten.” Bobo gebaart naar een bankje en begint met zijn uitleg. Dit gaat nog een hele lange avond worden.

-

Mijn humeur is er niet bepaald beter op als ik om negen uur thuiskom. Ik voel pijn op plekken waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden. Na Bobo’s uitleg kreeg ik sportkleren van Jesse’s zusje te leen en hebben ze me alle hoeken van de zaal laten zien. Ik heb geen talent voor boksen. Het enige positieve was dat ik behoorlijk hard kon meppen door me voor te stellen dat de boksbal Jesse was.

Het is even wennen om mam op de bank aan te treffen als ik thuiskom. Zij heeft natuurlijk geen dates op zondag. Ze kijkt op als ze me hoort. “Hoe was het?”

“Jesse was een eikel en ik heb geen taltent om te boksen,” antwoord ik.

“Gingen jullie boksen?” Mam moet zichtbaar moeite doen om niet te gaan lachen. Bedankt voor het medeleven.

“Ja. Het was vreselijk. Misschien dat het leuker was geweest als ik het met een minder ervaren persoon had gedaan. Dan was ik misschien niet zo slecht. Ik heb de helft van de les op de grond gelegen. En die Jesse, Jezus zeg, ik snap niet waar je die vandaan hebt gehaald. Wat een lul. Hij behandelde me alsof ik één van zijn vrienden was in plaats van een meisje waar hij mee date. Dus die zien we noot meer terug.” Dan ga ik meteen door naar bed, samen met de spierpijn en de pijn in mijn hart.

10 jongens, 1 echte liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu