Deel 21

2.4K 143 8
                                    

Woensdag heb ik gym. Voor de laatste keer badminton. Na de les kleed ik mezelf zo snel mogelijk om zodat ik als eerste uit de kleedkamer ben. Pottenkijkers kan ik niet gebruiken nu. Met mijn gymtas in mijn hand loop ik naar het hokje van de leraren.

“Mag ik iets heel gênants vragen?,” begin ik. Onschuldig overkomen is waarschijnlijk de beste tactiek.

Rick lacht. “Natuurlijk. Als het maar niet één of andere vraag is die straks dan in de schoolkrant komt of zo. Dat heb ik al eens meegemaakt.”

“Nee, dat is het niet,” reageer ik. “Ik vroeg me af of je zaterdag met mijn moeder zou willen daten. We doen een project dat bedacht is door haar therapeut. Zij moet tien jongens voor mij uitzoeken en ik mannen voor haar en de bedoeling is dat we er allebei een vriend aan overhouden.” Zo, dat is eruit.

“Maar jij hebt toch met die jongen uit VW5C?,” vraagt Rick verbaasd.

O shit. Dat is natuurlijk het gevaar van leraren. “Klopt, maar dat weet mijn moeder niet. Ik leg het nog wel een keer uit. Wil je het doen?”

Rick twijfelt. “Maar ik ken je moeder helemaal niet. Heb je geen foto of zo?”

“Toevallig wel.” Hier ben ik op voorbereid. Ik haal mijn telefoon uit mijn broekzak en laat hem een foto van mam zien. Die heb ik er speciaal op gezet voor dit soort gevallen. “Ze is hartstikke aardig en gezellig. Ik weet zeker dat het klikt.” Een beetje slijmen kan ook vast geen kwaad.

“Oké,” beslist Rick. “En wat moet ik dan doen?”

Wat heb ik hierover ook alweer tegen Simon gezegd? O ja. “Je bedenkt gewoon iets dat jullie gaan doen en dan spreek je een tijd en een plaats af met mijn moeder. En dan gaan jullie daten. Ze heeft twee dates in een weekend en per weekend moet ze de leukste man uitkiezen die doorgaat naar de volgende ronde.”

“En je denkt dat ze mij wel leuk vindt?,”vraagt Rick.

Ik haal mijn schouders op. “Het is te proberen. Ik weet ook niet waar ik anders mannen vandaan moet halen. Vanmiddag zal ik je het e-mail adres en telefoonnummer van mijn moeder doormailen. Dan kun je wat afspreken voor zaterdag.” Handig dat iedereen op school een eigen mailaccount heeft.

“Oké, dan wacht ik wel op je mailtje. Succes nog met dat project.”

“Dank je.” Opgelucht loop ik het lerarenhok weer uit. Dat is gelukt.

Aan de andere kant van het halletje staat mijn klasgenote Larissa. Ze kijkt me smalend aan. “Zo, jij bleef lang weg. Je stond zeker stiekem met Ricky te zoenen?”

“Je wéét toch dat ze met Dave heeft?,” reageert haar beste vriendin Vivian die vanuit de gang aan komt lopen. “Ik bedoel, dat weet iederéén.”

“Ja, en? Er bestaat nog zoiets als vreemdgaan,” merkt Larissa op.

Ik voel dat ik rood word. Jason. Inderdaad, het is vreemdgaan. Ik moet het officieel uitmaken, hoewel het niet eens officieel aan is. En wel zo snel mogelijk.

“Zie je, het is nog waar ook!,” roept Larissa. “Hé Ruub, het was maar een grapje hoor.”

“Weet ik,” zeg ik zogenaamd onverschillig. Gelukkig zie ik dat Senna er ook aan komt. Dan kan ik tenminste weg hier.

Onderweg terug naar het schoolgebouw, aan de andere kant van de weg, komt Dave ons tegemoet. “Hé, wat duurde je lang.”

“Ja, ik moest die date regelen,” antwoord ik.

Dave kust me. “Ik heb je gemist tijdens Frans en biologie. Kom, dan gaan we op ons plekje onder de boom liggen.”

Een lach verschijnt op mijn gezicht bij de gedachte aan die plek. Afgelopen maandag na het friet eten scheen de zon en hebben we een rondje over het schoolplein gelopen. Toen kwam het beeld in me op van Dave en ik die onder de boom aan de voorkant lagen, maar het gras was nat en dus kon dat geen waarheid worden. Nu krijgen we een herkansing. Hand in hand lopen we erheen, onderweg afscheid nemend van Senna. Een paar bruggers kijken ons aan met een blik van: moet dat hier? Maar ik kijk gewoon arrogant terug. Ik kan thuis niet terecht met Dave, dus moet het maar op school. En nee, ik ben nog steeds geen voorstander van in het openbaar zoenen of zo. Ik heb gewoon geen andere keus.

Ik gooi mijn tas in het gras en ga er dan zelf ook in zitten. Het is opgewarmd door de zon, wat ik helemaal niet erg vind. Ik ga zo zitten dat ik met mijn hoofd in de schaduw zit en met mijn benen in de zon. Ze beginnen namelijk al wat te verbleken nadat ik afgelopen zomer ultrabruin ben geworden in Italië. Een beetje bijkleuren kan geen kwaad.

“We moeten echt weer een keer wat leuks gaan doen,” vindt Dave. Hij komt naast me zitten.

“Een echte date bedoel ik, geen friet eten.”

“Ja, maar wanneer?,” reageer ik. “Ik heb dit weekend al drie dates. Die waarschijnlijk net zo verschrikkelijk zijn als die van afgelopen weekend.”

Julie ploft aan onze voeten in het gras. “Hé. Vinden jullie het erg als ik erbij kom zitten? Die eikel van economie heeft weer eens niet op het rooster gezet dat hij uitvalt.”

“Stom hè? Dat doen die leraren bij mij ook altijd,” merk ik op. Stiekem ben ik best teleurgesteld dat ze mijn momentje met Dave verpest heeft, maar dat laat ik haar niet merken.

“En ik moet ook nog zo’n stom gedicht voor Nederlands schrijven.” Julie schopt tegen haar tas aan. “Hallo, how the hell moet ik nou weer een gedicht gaan schrijven? Ik kan dat dus echt niet. Kun jij dat niet, Ruby?”

Ik schud mijn hoofd. Verhalen schrijven vind ik prima, maar gedichten zijn niet echt mijn ding.

“Dave?” Julie kijkt hem zielig aan.

Dave schiet in de lach. “Ik kan je misschien wel helpen. Niet dat ik nou zo’n dichter ben, maar mijn lerares op mijn vorige school was helemaal fan van allerlei dichters en heeft verschillende dichtlessen gegeven.”

“Je bent echt mijn held!,” zegt Julie. Ze begint driftig in haar schrift te bladeren naar de opdracht. “Hé Ruby, die jongen van vrijdag, die Thomas, weet je toevallig waar die uithangt? Ik heb hem nog steeds niet gezien.”

“Ik zal het tegen je zeggen als ik hem zie,” beloof ik. “Als het goed is zit hij wel op deze school, dus zo moeilijk kan het niet zijn. Misschien straks in de pauze.” Zoveel scholen zijn er niet hier in de buurt. Er bestaat een kans dat hij op een andere school zit, maar die is niet heel groot.

“En als je moeder nog jongens over heeft, kunnen ze ook wel bij mij terecht,” merkt Julie op.

Ik lach. “Oké, ik zal het doorgeven.”

“En voor Mara, Suzanne en Senna natuurlijk ook.” Julie speurt het schoolplein af alsof ze zelf vast wat leuke jongens wil zoeken. “O, daar heb je Emma. Effe scheikundehuiswerk overschrijven. Tot zo.” Julie staat op en steekt het schoolplein over op weg naar een klasgenoot. Haar gedicht lijkt ze allang vergeten te zijn.

“En toen waren we weer met z’n tweeën.” Dave slaat een arm om me heen. “We kunnen misschien ook gewoon op school wat leuks doen samen.”

“Elke week naar de friettent zeker? Wauw wat spannend.”

“Nee,” lacht Dave. “Je hebt nog een picknick van me tegoed. En we kunnen een draagbare dvd-speler meenemen om film te kijken. Of naar mijn huis gaan voor die film, want ik woon hier toch vlakbij.”

“O ja?” Hoewel we al een week wat met elkaar hebben, weet ik nog niet eens waar hij woont. “Waar dan?”

Hij kruipt wat dichter tegen me aan. “Ik neem je wel een keer mee en dan stel ik je voor aan mijn vader. Je vindt hem vast aardig. Goed?”

Ik knik. Prima. Als ik maar bij hem kan zijn.

10 jongens, 1 echte liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu