Hoofdstuk: 6

739 19 0
                                    

P.O.V. Joshua
Nadat Boris mij had afgezet bij mijn werk, liep ik het restaurantje binnen. De baas, die achter de kassa staat te stressen kijkt mij hulpeloos aan. "Bijna iedereen heeft zich ziek gemeld. Kom snel helpen." Ik knik en doe mijn schort aan. Ik ga achter de bar staan en maak de bestellingen klaar. Als de meeste klaar zijn, breng ik ze baar de tafels.

"Dit duurde erg lang. Ik was bijna weg gegaan"
"Excuses. Al mijn collega's zijn ziek" zeg ik een beetje ongemakkelijk, omdat ik niet graag praat tegen mensen die ik niet ken. Ik maak altijd gewoon de maaltijden of doe de afwas. "Dan zorg je maar voor invallers" zegt de man boos. Ik krimp een beetje ineen door zijn woede. "Het spijt me" zeg ik zacht. Hij staat op en gaat voor me staan. Door de blik in zijn ogen, krijg ik flashbacks naar vroeger en open ik mijn ogen om ze weg te laten gaan. Helaas werkt dit niet en begin ik zwaarder te ademen. Ik kijk om me heen en door alle blikken, ren ik van slag naar buiten. Ik ga tegen de buitenmuur aan zitten en nog steeds gaat mijn ademhaling te snel. Tranen beginnen over mijn wangen heen te rollen door het beeld wat er zich steeds afspeelt in mijn hoofd.

"Gaat het goed, jongen?" Ik schud lichtjes mijn hoofd naar de vrouw die voor mij staat. "Kan ik iemand bellen die je op kan komen halen?" "Dat hoeft niet" zeg ik zachtjes. "Ik denk dat het beter voor jou is als je naar huis gaat. Ik heb het gezien en ik denk dat je niet in staat bent om nog te gaan werken" zegt ze twijfelend. Ik knik instemmend. Ik zie de vrouw opgelucht ademhalen. Ze helpt me op staan en meteen voel ik me duizelig worden. Ik houd mijn hand tegen mijn hoofd. "Ik breng je wel naar huis" Ik wil tegenstribbelen, maar ik ben daar te moe en te duizelig voor. Ze leidt me naar een auto en laat me daarin zitten. "Ik zeg het wel even tegen een van je collega's" Ik knik, niet in staat om nog iets te zeggen.

Terug bij het weeshuis, bedank ik de vrouw. "Geen probleem jongen" zegt ze glimlachend, twijfelend kijkend naar het weeshuis. Ik snap het wel, want je komt niet vaak mensen tegen die in een weeshuis wonen. Ik stap uit de auto en loop strompelend naar binnen. Ik loop rechtstreeks door naar mijn kamer en doe de deur open. Ik doe de deur achter me dicht en op slot. Ik heb geen zin in mensen op dit moment. Ik neem een pil in tegen de, nog steeds, versnelde ademhaling en maak me klaar om te gaan slapen. Deze dag was veel te vermoeiend...

~de volgende dag~
Ik word wakker door de schelle bel die door het gebouw heen luidt. Ik open vermoeid mijn ogen en stap uit mijn bed. Ik loop loom naar de badkamer waar ik een korte douche neem en een schoon setje kleding aan doe. Ik zie een gat in het shirt ontstaan, waardoor ik zucht. Ik zal er toch echt een keer aan moeten geloven...

Beneden aangekomen, zie ik alle kinderen al vrolijk aan de ontbijttafels zitten bij zijn/haar vrienden/vriendinnen. De kleine kleuters worden door de medewerkers geholpen. Verderop zitten de kinderen van de basisschool en daarachter de kinderen van de middelbare school. Ik pak een bord, twee boterhammen en twee plakjes kaas. Verder pak ik nog een kop thee. Dat samen neem ik mee naar de kapotte tafel, in de hoek van de zaal, waar ik rustig mijn ontbijt op eet.

————

Aangekomen op school, kijken mensen me vies aan of zien mij helemaal niet. Ik loop naar mijn kluisje en haal daar alle boeken uit die ik voor deze dag nodig heb. Ik doe de boeken in mijn tas en loop dan alvast naar het goede lokaal waar ik wacht totdat de vorige les is afgelopen.

Als ik Boris en zijn vriendin aan zie komen lopen, houd ik mijn blik op de grond gericht. Ik heb vannacht weer eens slecht geslapen, omdat die flashbacks terug bleven komen en ik daardoor steeds wakker werd. Ik zie er nu echt niet uit, nog erger dan normaal kan ik beter zeggen, want ik zie er nooit goed uit. Al zou ik ooit iemand leuk gaan vinden, zou diegene dat nooit terug doen.

De deur van het lokaal gaat open en de bruggers komen massaal het lokaal uitgelopen. De wiskundeleraar laat ons met een vrolijke glimlach binnen en ik ga meteen aan het tafeltje achterin zitten. Ik kijk onopvallend naar Boris.

Na gisteren dacht ik echt dat hij mij misschien ook leuk zou vinden, maar toen dat incident gisteren gebeurde met die klant, bedacht ik me. Hij zou me niet accepteren zoals ik echt ben. Hij zou me niet leuk kunnen vinden. Hij zou denken dat ik geen gevoelens meer heb. Hij zou het raar vinden dat ik niet tegen aanrakingen kan. Kort samengevat, ik zou nooit iets met hem kunnen krijgen.

De les is begonnen en ik erger me aan de vrienden van Boris die luid aan het praten zijn. Boris zelf zit diep in gedachten, dus ik geef hem niet de schuld. De docent zegt er ook niks meer van, omdat hij weet dat hij er niks aan zou kunnen doen. Ik vond het wel jammer dag Boris weer bij zijn vrienden ging zitten, maar ik snap het. Als hij bij mij zou gaan zitten, zouden zijn vrienden hem uitlachen. En het zou zijn reputatie als populaire jongen ook verpesten. Conclusie uit dit verhaal: ik zou nooit iemand vinden die van mij zou houden...

Broken (BxB) •Dutch• {Voltooid}Where stories live. Discover now