Hoofdstuk: 10

724 20 0
                                    

P.O.V. Joshua
"Ik bel Ashley wel even dat ik bij jou ben" zeg ik, voordat we naar beneden lopen. "Is goed. Ik ben in de keuken" Ik knik.

Ik pak mijn telefoon uit mijn broekzak en leun tegen de muur aan, terwijl ik Ashley bel.

Ashley: "Hey Josh, waarvoor bel je?"
Ik: "Ik ben bij Boris thuis. Dan weet je waar ik ben" zeg ik.
Ashley: "Is helemaal goed. Dan zie ik je wel weer ergens verschijnen"
Ik: "Ja"
Ashley: "Veel plezier Josh"
Ik: "Thanks"

Ik hang op, stop mijn telefoon weer in mijn broekzak en loop dan naar beneden. In de keuken zie ik het hele gezin zitten, waardoor ik een brok in mijn keel krijg. Ik mis dit gevoel van thuis...

Ik zie de vader van Boris zitten en meteen herken ik hem. Hij was de baas van mijn vader toen ik ongeveer 6 was, tot en met mijn 9e. In die tijd was mijn vader nog niet zo erg en ging ik soms mee omdat ik geen oppas had... "Hallo meneer Molens" zeg ik. "Hey Joshua, dat is lang geleden" zegt hij glimlachend. Ik knik. "Klopt" "Kom erbij zitten" zegt Birgitta. Ik knik en ga naast Boris aan de tafel zitten, die zijn vader en mij raar aankijkt. "Hoe kennen jullie elkaar?" Vraagt Birgitta nieuwsgierig. "De vader van Joshua was een werknemer van mij. Hoe gaat het met hem?" "Hij is er niet meer" zeg ik, zonder emotie. "Oh, wat is er gebeurd, als ik vragen mag" vraagt de vader van Joshua. "Hij is neergeschoten door de politie, vorig jaar. Hij ging het verkeerde pad op na de dood van mijn moeder" leg ik uit. Hij knikt, niet wetend wat hij moet zeggen.

"Hoe gaat het nu in het verpleeghuis?" Vraag ik, om een ander onderwerp aan te knopen, voordat ze verder gaan vragen naar waar ik nu woon enzo. "Goed hoor" zegt hij glimlachend. "We hebben het gebouw uitgebreid, zodat er meer mensen bij ons terecht kunnen" Ik knik begrijpend.

Na het ontbijt loop ik met Boris naar boven. "Wil je een film kijken?" Vraagt Boris. "Ja is goed" zeg ik. We gaan op de bank in de kamer van Boris zitten en hij start Netflix op. "Welke film?" Vraagt hij. "The Terminal?" Vraag ik. "Ja is goed"

Na een uurtje gaat de kamerdeur plotseling open en Lize komt naar binnen gerend. "Boris?" Vraagt ze met puppy-ogen. "Wat is er Lies?" Vraagt Boris aan haar. "Willen jij en Joshua met mij naar de speeltuin?" Boris kijkt mij vragend aan. Ik haal mijn schouders op en knik. "Is goed. We komen over een kwartiertje. We gaan even de film afkijken" "Nee-hee, nu" zeurt ze. "Nee, over een kwartiertje. Wil je anders even meekijken?" "Oké" zegt ze zuchtend, voordat ze bij Boris en mij de bank komt zitten. Boris zet de film weer aan en dan kijken we het laatste kwartiertje af.

————

We komen aan bij de speeltuin vlakbij het huis en ik ga met Boris op het bankje zitten. Lize loopt op een meisje van haar leeftijd af en samen lopen ze naar de schommels. Ze lachen vrolijk samen en ik krijg een glimlach op mijn gezicht. Ze is heel sociaal en ik wenste dat ik dat ook was op die leeftijd, maar mijn vader heeft m'n hele jeugd verpest na mijn 5e.

Als hij me sloeg had ik altijd blauwe plekken op mijn gezicht en lichaam, waardoor alle kinderen van mij wegliepen.

Ik blijf naar Lize kijken die vrolijk met het andere meisje speelt en dan gaat het heel snel... Lize laat de hengels van de schommel los en valt voorover op de grond. Boris schrikt en rent snel naar haar toe. Ik loop erachteraan, niet wetend wat ik moet doen. Boris tilt de huilende Lize op en loopt naar het bankje waar we net op zaten.

Ik kijk naar het meisje wat met haar aan het spelen was en ze staat er geschrokken bij. Als ze ziet dat ik haar aankijk, begint ze te huilen. Ik ga op mijn hurken zitten, zodat ik op ooghoogte ben. "Hé, je hoeft niet te huilen" zeg ik zacht. Ze lijkt me niet te horen en blijft door huilen. "Kom maar" zeg ik. Ze steekt haar handen naar mij uit en ik til haar op. "Wat is je naam?" Vraag ik. "Bonny" zegt ze snikkend. "Ben je zo geschrokken?" Ze knikt met haar hoofd. Ik kalmeer haar een beetje en als ze gestopt is met huilen, kijk ik haar aan. "Waar zijn je papa en mama?" Ze wijst naar het restaurantje naast de speeltuin. "Zullen we naar ze toe gaan?" Ze knikt weer met haar hoofd.

Ik zet Bonny op de grond en ze pakt stevig mijn hand vast, waardoor ik moet glimlachen. Cute Ik open de deur van het restaurant en loop naar binnen. Ze neemt me mee naar haar ouders en als ze hen ziet, rent ze ernaar toe. Ik loop erachteraan. "Oh, wat is er gebeurd?" Vraagt haar moeder bezorgt. Ze ziet mij aankomen en kijkt mij vragend aan. "Wat is er met mijn kindje gebeurd?" "Het zusje van een vriend is van de schommel gevallen en ze was geschrokken" leg ik uit. Ze kijkt mij begrijpelijk aan. "Bedankt dat je haar hebt teruggebracht." "Geen probleem. Dag" Ik zwaai nog snel naar Bonny, die ook naar mij zwaait.

Ik kom aan bij Boris en Lize. Lize zit nog steeds te huilen op zijn schoot en hij kijkt mij smekend aan om hem te helpen. Ik ga op mijn hurken voor Lize zitten. "Heb je veel pijn?" Vraag ik. Ze knikt. "Waar?" Ze wijst naar haar arm en haar enkel. "Kan je ze bewegen?" Vraag ik. Ze haalt haar schouders op en beweegt voorzichtig haar enkel. "En je arm?" Vraag ik. Ze probeert het, maar ze trekt een pijnlijk gezicht. "Ik denk dat je beter naar de dokter kan gaan" zeg ik tegen Boris. Hij zucht en knikt. "NEE! Niet de dokter!" Schreeuwt Lize, terwijl ze weer hard begint te huilen. "Is ze bang?" Vraag ik. Boris knikt. "Ze is altijd al bang geweest" Ik knik begrijpend. "We moeten echt gaan Lies. Ze kunnen je arm daar beter maken" zegt Boris.

Boris en ik lopen naar de auto. Ze schreeuwt het uit dat ze niet naar de dokter wil. "Lize. Kijk mij eens aan" Zegt Boris. Lize kijkt hem met haar rode ogen aan. "Als we klaar zijn bij de dokter, gaan we een ijsje halen bij de ijswinkel" zegt Boris. Ze kijkt hem lang aan, maar knikt dan toch. Boris zucht opgelucht. We gaan in de auto zitten en Boris rijdt naar de dokter toe.

In de auto heeft Lize de hele tijd haar arm vastgehouden om zo de pijn tegen te gaan. We lopen met z'n drieën naar binnen en Lize begint toch weer tegen te stribbelen. Boris tilt haar weer, voorzichtig, op en dan lopen we naar de balie.

"U heeft geluk, want er is een dokter die nu eigenlijk een patiënt had, maar die is uitgevallen. Hij komt jullie zo ophalen" Boris en ik knikken goedkeurend.

"Ik wacht hier wel" zeg ik, als Boris en Lize worden opgehaald. "Is goed"

Ik haat het ziekenhuis en wil liever niet in zo'n kamer zijn, waar de herinneringen van vorig jaar terug komen.

~paar uur later~
Als de arm van Lize in het gips zit, lopen we het ziekenhuis uit. "Gaan we nu een ijsje halen?" Vraagt ze blij. Boris knikt. "Ja"

We bestellen alle drie een ijsje en eten dat dan rustig op.

"Ik moet naar mijn werk." zeg ik tegen Boris, als onze ijsjes op zijn. "Is goed. Dan zie ik je maandag" Ik knik. Ik zeg Lize ook gedag en loop dan naar mijn werk toe.

Broken (BxB) •Dutch• {Voltooid}Tempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang