38.

2.4K 98 2
                                    

Als het vliegtuig de daling inzet, sluit ik mijn ogen en haal een paar keer diep adem. Over enkele minuten kan ik mezelf niet langer van de buitenwereld afsluiten en moet ik er alles aan doen om goed over te komen en mijn ouders bij te staan. Daarom duw ik mijn oortjes nog steviger in en sluit mezelf nog enkele momenten af van iedereen in het privéjet van mijn ouders.

Maar dan dalen we en raken de wielen van het vliegtuig de grond. Mijn ouders maken zich gereed en staan dan op. Uiteraard dragen ze geen eigen bagage, daar heeft mijn vader zo zijn mensen voor. Geld genoeg. Demonstratief klem ik mijn eigen tas steviger om mijn arm als ze me wenken en sta met tegenzin op.

We lopen het trapje af en komen rechtstreeks uit op het buitenterrein van het vliegveld. Een leger aan paparazzi staat ons op te wachten en ik onderdruk de neiging om mijn capuchon op te doen. Ik zet een glimlach op, maar schakel wel mijn gevoel uit.

Nog nooit in mijn leven heb ik zo tegen een tripje opgezien. De reisjes naar officiële dingen zijn vaak al nooit leuk want het betekent dat ik in de spotlights moet staan, iets wat ik nou eenmaal haat. Sommige gala’s zijn nog wel te doen, helemaal als ik met Marley ben, maar de pers is er altijd.

Deze keer is anders.

We gaan naar een groot evenement. Dat hoort bij een speciaal concert van Nate.

Mijn ouders zijn voornamelijk bang om wat het opwakkert bij de pers. Ze vrezen dat de speculaties en alle drama over ons weer naar voren komen. Lekker belangrijk. Ze schrijven maar wat ze willen, het doet me stukken minder. Het doet me veel meer pijn dat mijn vader en moeder zich meer zorgen maken over dat soort stomme dingen.

Geven ze er dan niet om dat ik nog steeds gebroken ben? De gedachte aan Nate maakt me al kapot.

Gelukkig stappen we al snel in een auto die ons naar het hotel brengt. Mijn moeder zit naast me en kijkt af en toe naar me vanuit haar ooghoeken, maar zegt niks.

Het liefste wil ik het uitschreeuwen. Ik wil niet! Ik wil hem niet zien, ik wil hem niet horen, alleen het idee dat ik straks met hem in hetzelfde hotel ben maakt me gek. Ik word misselijk van die gedachte en knijp mijn ogen stevig dicht.

In het hotel aangekomen moet ik nog flink smeken en zit ik op het randje van hysterie als mijn ouders eindelijk toestemmen me een kamer te geven die niet vast zit aan die van hen. Het is een vreselijk grote opluchting. Een eigen kamer met een badkamer inclusief megagroot bubbelbad. Het grootste pluspunt? Mijn ouders hebben de sleutel niet. Alleen ik.

Toch stemt het me niet helemaal gelukkig. Was Marley maar hier. Hoe graag ik ook alleen wil zijn, dit is echt zo’n moment waarop ik eigenlijk een vriendin nodig heb.

Vermoeid van de reis loop ik de badkamer in en bestudeer mezelf in de spiegel. Ik zie er grauw uit, met wallen onder mijn ogen. Door de reis komt het echter niet, want zo lang was die niet.

Ik staar in het gezicht van een meisje dat vreemd voor me lijkt. Zoals dit ben ik nooit geweest. De mentale strijd van de afgelopen weken – maanden zelfs – heeft me uitgeput. Daar haat ik mezelf om. Nooit had ik zulke gevoelens voor iemand. Zo heftig dat ik er maar niet overheen kan komen. Ik voel me wanhopig, afhankelijk, belachelijk, ik haat mezelf ervoor.

En dan nu dit concert weer.

We zijn in de geboortestad van Nate. Het concert is voorlopig de laatste en dan ook nog eens in deze stad, dat vonden ze reden om er iets speciaals van te maken. Mijn vader kon dus niet ontbreken. Blijkbaar mijn moeder en ik ook niet.

De rest van de dag gaat in een soort roes voorbij en het put me emotioneel nog meer uit om tijdens het uitgebreide diner met een hoop aanwezigen uit het wereldje de schijn op te houden. Uitgeput stort ik die avond dan ook neer op het bed.

Gebonk op de deur.

Verschrikt ga ik rechtop zitten in bed. Een blik op mijn telefoon vertelt me dat het vier uur ’s nachts is. Welke imbeciel komt er op een tijdstip als dit langs?

Grommend sluit ik mijn ogen weer in een poging de slaap te vatten, maar ik ben opvallend alert. Het duurt dan ook niet lang voordat er weer op de deur gebonsd wordt, nu veel harder dan voorheen. Gevolgd door een stem.

“Lexi!”

Ik kreun luid.

“Doe open, Lexi!”

Als hij zo doorgaat wordt de hele verdieping wakker. Of mijn deur vliegt eruit, want het lijkt wel alsof er een kudde olifanten naar binnen wil.

Ik wil niet dat er een grote scène wordt geschopt midden in de nacht. Daarom klim ik uit bed en loop naar de deur. Het laminaat voelt koud aan onder mijn blote voeten. Een rilling schiet door me heen.

Met heel veel tegenzin, maar te moe om echt na te denken over wat hij komt doen, haal ik de deur van het slot en doe het open. Nate heeft zijn hand op de deur en probeert die meteen verder open te duwen zodat hij naar binnen kan, maar het deurkettinkje dat ik erop heb laten zitten houdt hem tegen. Boos kijkt hij van het kettinkje naar mij en schopt dan tegen de deur aan.

Al die handelingen heb ik echter niet nodig om te weten dat hij dronken is. Er komt een alcoholwalm van hem af waar ik spontaan wakker van word.

“Wat moet je?” zeg ik op een zo nijdig mogelijke toon.

Gekwetst kijkt hij me aan. “Ik mis je.” Zijn ogen staan nu smekend.

Hij steekt zijn hand naar me uit en als ik zijn vingers langs de rug van mijn hand voel strelen, trek ik die met een ruk terug. Ik stap achteruit, wild mijn hoofd schuddend.

“Je kan me niet keer op keer kwetsen en dan weer terugkomen als je dronken of high bent. Ik ben een persoon met gevoelens, geen ding dat er is als het jou uitkomt.”

“Nee, dat is niet zo,” slist hij. “We houden toch van elkaar.”

“Ik wil dat je weggaat,” zeg ik zo kalm mogelijk. “Ik hou niet van jou. Dat heb ik nooit gedaan. Wat wij hadden, was een avontuurtje en meer niet.”

Kon ik maar zo goed acteren als Marley. Ik ben van buiten kalm en kil, terwijl ik van binnen in brand sta. Even twijfel ik of hij wel in mijn leugen trapt. Als verraad en pijn over zijn gezicht schieten, weet ik echter dat hij elk woord gelooft. Goed zo.

“Ga slapen, Nathan,” zucht ik. “Je bent dronken, of weet ik veel wat, en ik wil niet met je praten.”

Ik sla de deur in zijn gezicht. Hij bonkt nogmaals, maar geeft al gauw op. De rest van de nacht slaap ik echter niet meer.

Fame VacancyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu