18.

2.8K 91 4
                                    

Mijn wraak is zoet. Oh zo zoet, maar ook ontzettend vals.

Iedereen valt stil als ik de eetkamer binnen kom.

Lichtelijk nerveus schraap ik mijn keel. “Pap, mam, dit is Dylan.” Ik besluit maar gewoon te doen alsof Nate er helemaal niet is.

Mijn ouders wisselen een verwarde blik met elkaar en ik weet al welk gesprek er vanavond gaat volgen. Ik heb nog nooit een jongen mee naar huis genomen, dus hier willen ze het fijne van weten. En natuurlijk helemaal omdat zij ook wel door hadden dat er iets bloeide tussen mij en Nate. Aan de manier waarop ze nu naar mij kijken en dan hun blik laten afdwalen naar Nate, zie ik dat ze er niks van begrijpen.

Nate keurt ons geen blik waardig. Hij staart naar zijn nog lege bord, al zie ik dat hij zo af en toe vanuit zijn ooghoeken naar ons kijkt.

Dylan stelt zichzelf aan mijn ouders voor en dan nemen we plaats aan tafel. Nate zit ons nu openlijk aan te staren, zijn uitdrukking onleesbaar. Ik heb zo het idee dat ik wel weet wat er in zijn hoofd omgaat.

Net voelde ik me misschien nog wat schuldig, maar het voelt meteen weer goed als ik het gezicht van Nate zie. Dat zal hem leren. Nu weet hij tenminste hoe ik me voel.

Als iedereen heeft opgeschept, is mijn moeder degene die de ijzige stilte doorbreekt. “Dus, Dylan… Jij en Alexis…” Ze valt stil.

“Zijn jullie een stel?” maakt mijn vader haar zin af.

Ik weet niet zo goed wat ik op die vraag moet antwoorden. Officieel zijn we geen stel. We hebben het er in elk geval niet echt over gehad. Vorige week trok ik de stoute schoenen aan en belde hem gewoon op. Uiteindelijk bleek dat hij mij zeker wel zag zitten, maar niks meer had laten horen omdat hij dacht dat ik hem had afgewezen. Slappe smoes misschien, maar ik kan ermee leven.

Er volgden wat afspraakjes en het was heel gezellig. Ik weet niet of ik al echt verliefd ben op Dylan. Nou oké, eigenlijk weet ik het wel. Ik ben niet verliefd op Dylan, maar ik weet dat ik dat wel kan worden. Marley heeft daarin gewoon gelijk, soms moet liefde groeien. Dylan gedraagt zich als de perfecte jongen, dus ik geef hem die kans gewoon.

Dylan geeft een kneepje in mijn hand en glimlacht. “Nog niet,” zegt hij betekenisvol.

Ik voel dat ik rood word en ik weet niet zo goed of dat komt doordat hij me continu probeert in te palmen of doordat mijn ouders er nu bij zijn. Of beter zelfs, door de aanwezigheid van Nate.

De rest van de maaltijd is ontzettend ongemakkelijk. Mijn vader praat met Dylan over de boyband waar hij inzit en de rest luistert gewoon mee. Ik moet eerlijk zeggen dat ik pas weer normaal adem kan halen als we klaar zijn met eten en ik Dylan naar de deur begeleid.

De deur is al geopend, maar het ziet er niet naar uit dat Dylan meteen van plan is te vertrekken. Hij blijft wat in de deuropening hangen en komt steeds dichterbij. Natuurlijk weet ik ook wel wat er nu gaat komen. Hij heeft zelfs mijn ouders al ontmoet, dan hoort dit er al helemaal bij, natuurlijk.

Als hij zijn armen rond mijn middel wikkelt en me zo dichter naar hem toe trekt, protesteer ik niet. Ik vind het ook echt niet erg, op dit moment voel ik me voornamelijk nerveus. Dylan is echt een hele leuke jongen, dus daar ligt het niet aan.

Voor ik er echter nog langer over na kan denken, heeft hij zijn lippen al op de mijne geplant. En vrij kort daarna is het alweer over. Is dat alles? Ik bijt op mijn lip en probeer dan te glimlachen. Maar van binnen ben ik verward, omdat het dus echt niks voorstelt, terwijl ik dat er wel van verwacht had.

Geen vlinders en al helemaal geen vuurwerk. Valt dat even tegen.

Aarzelend druk ik nog heel kort een kus op zijn wang, zeg hem welterusten en werk hem dan de deur uit. Ik begin nu spijt te krijgen van deze beslissing, maar er lijkt geen weg meer terug te zijn. Natuurlijk wil ik Nate jaloers maken, ik wil ook eens een vriendje en alles wat daarbij hoort, ik wil echt gevoelens hebben voor Dylan. Maar zo voelt het allemaal niet goed.

Is mijn wraak dit waard? Of is dit juist de prijs die ik ervoor moet betalen?

Als ik me omdraai en in de deuropening Nate naar me zie staren, weet ik het antwoord opeens niet meer zeker.

Fame VacancyWhere stories live. Discover now