49.

1.6K 97 9
                                    

We staan aan de achterzijde van het hotel. Niet eens de achteruitgang, nee, we staan in een soort steegje waar waarschijnlijk leveringen worden gebracht. Even denk ik dat dit een ontzettend stom idee is. Nate wil mij waarschijnlijk helemaal niet zien. Misschien is hij er nu gewoon achter dat het niet slim is om oude wonden open te halen. Of heeft hij totaal geen interesse meer in mij en doet hij daarom alsof hij me niet kent. Stop, spreek ik mezelf streng toe, je hebt geen recht om dit je zo kwalijk te nemen.

“Gaat het wel?” vraagt Charlotte die me licht fronsend aankijkt.

Ik haal mijn schouders op. “Het gaat prima.” Maar zo zie ik er volgens mij niet uit. Mijn gezicht is waarschijnlijk gevlekt van het huilen, zoals ik altijd heb, en ik voel dat mijn paardenstaart is uitgezakt. Ik zie eruit als een slons, niet als de dochter van een grote platenbaas.

“Oké dan. Ben je er klaar voor?”

Aarzelend kijk ik omhoog naar het raam. Vanaf hier lijkt het niet zo hoog, maar als je vanaf daar zou kijken is de grond denk ik een behoorlijk stuk.

“Nee, ik ben er niet klaar voor,” piep ik.

“Waarom niet? Je klimt gewoon omhoog en door het raam. Het is niet zo hoog.”

“Punt één,” begin ik en steek een vinger omhoog. “Ik kan helemaal niet zo omhoog klimmen, dus misschien val ik wel te pletter. Punt twee.” Nog een vinger. “Hoe weet je dat het raam open kan?” De moed zakt me steeds verder in de schoenen als ik een derde vinger opsteek. “Punt drie. De gang staat natuurlijk vol met beveiligers.”

“Op dat eerste heb ik iets bedacht.” Charlotte gebaart naar de grote vuilnisbak die op drie meter van ons afstaat. “Als je daarop klimt met mijn hulp, kan je op die richel daar staan en dan bereik je de regenpijp.”

Het is dat er verder niks grappigs aan de situatie is, maar om dat laatste moet ik bijna lachen. Dat is gewoon een filmcliché. Ik zie het mezelf niet echt doen.

“Het is de tweede verdieping maar.”

“Stel dat het me wel lukt, dan heb je alsnog die andere twee punten die ik zei,” wijs ik haar erop.

“Heb je een bril nodig, meid?”

Die opmerking verbaast me. “Pardon?”

“Kijk eens goed,” dringt Charlotte aan. “Dat raam staat op een kier. Waarschijnlijk omdat het bloedheet is en de beveiligers haast stikken op de gang.”

Ik tuur nog een keer naar het raam en moet haar gelijk geven. “Maar je zegt het zelf. Er zijn beveiligers.”

Dan breekt er een grijns door op Charlotte’s gezicht. “Daar heb ik iets op bedacht.”

Als ze haar plan aan me uitlegt, kijk ik haar sceptisch aan. “Dit kan nooit goed gaan.”

“Wat is het ergste wat er kan gebeuren? Dat je eruit wordt gezet, toch? Nou, dan heb je dus niks te verliezen, want dat is je net ook al gebeurt.”

Daar heeft ze een punt. Behalve dat ik ook naar beneden kan vallen nog voor ik de gang bereik.

Blijkbaar mag ik niet meer protesteren en wordt dit plan doorgezet, want Charlotte sleept met een moeilijk gezicht de container naar ons toe, precies tot op de plek onder het raam.

“Als het volgens jou zo makkelijk is om Nate te bereiken, waarom heb je het als fan dan nooit zelf gedaan?”

“Omdat ik zijn kamernummer niet wist.” Charlotte haalt onverschillig haar schouders op. Dan gaat ze door haar knieën en maakt ze een kommetje van haar handen. Het is wel duidelijk wat ze wil dat ik doe.

Fame VacancyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu