13.

3K 99 6
                                    

Er wordt op de deur van mijn kamer geklopt. Fronsend zet ik mijn iPod op pauze en wacht af, ik weet niet zeker of ik het wel goed heb gehoord. Dan wordt er weer geklopt.

“Binnen?” Het klinkt meer als een vraag dan als een welkome groet, maar dat komt vooral doordat ik geen flauw idee heb wie er voor mijn deur kan staan.

Heel langzaam gaat mijn deur open en steekt Nate zijn hoofd om de hoek. “Mag ik binnenkomen?”

Of hij binnen mag komen? Liever niet, gezien mijn uiterlijk op dit moment, maar hij heeft me nu toch al zo gezien. Heel charmant dus in mijn joggingbroek en grote knot op mijn hoofd. Ook nog eens make-uploos om het plaatje compleet te maken. Dus nee, ik wil liever niet dat hij binnenkomt, maar toch knik ik.

Nate gaat ongevraagd naast me op mijn bed zitten en haalt wat ongemakkelijk een hand door zijn haren. “Sorry van vanmiddag,” mompelt hij uiteindelijk. Het is heel zacht en bijna onverstaanbaar, maar hij doet het in elk geval wel.

“Het is oké,” zeg ik schouderophalend. Ik speel wat met de oortjes van mijn iPod en draai het snoer om mijn vingers.

“Ik heb soms nogal wat moeite om met beide voeten op de grond te blijven,” geeft hij dan toe. “Ik weet dat het heel slecht is, maar als alles je zo voor de wind gaat als bij mij, dan ga je jezelf vanzelf ook heel goed vinden. Ik ben echt in een eikel veranderd.”

Ademloos luister ik naar zijn verhaal. Zo openhartig als nu is hij nog nooit tegen me geweest. Plotseling respecteer ik hem veel meer. Niet omdat hij een arrogante eikel is geworden, maar omdat hij nu steeds meer bewijst dat hij dat ergens van binnen helemaal niet is.

“Het is echt oké,” zeg ik glimlachend. “Bedankt dat je me dit vertelt.”

“Daar zijn we vrienden voor, toch,” zegt hij schouderophalend, een glimlach op zijn gezicht. “Dat zijn we toch?” vraagt hij dan voorzichtig.

Voorheen zal ik daarover na hebben moeten denken en het misschien niet aan mezelf toe kunnen geven, maar nu knik ik meteen. “Natuurlijk zijn wij vrienden.” Het is ook zo. Het voelt als vriendschap. De laatste tijd hebben we vrij veel tijd met elkaar doorgebracht, veel gepraat en veel gelachen. Als dat al geen vriendschap is, wat is het dan wel?

“Gelukkig maar,” grinnikt hij schaapachtig. Hij schuift een stukje  verder mijn bed op en gaat dan overdwars op zijn buik liggen. Voor ik hem tegen kan houden, grist hij mijn iPod naar zich toe en stopt één van de oortjes in zijn oor.

Meteen ga ik op mijn buik naast hem liggen zodat ik het andere oortje kan pakken. Ik heb echt geen idee welk nummer zich nu afspeelt op mijn iPod, maar ik ben er bang voor dat één van mijn geheime pleziertjes naar voren komt. Dan doel ik dus op de Spice Girls. En heel stiekem ook op het album van Nate dat ik erop heb gezet en waar ik soms naar luister omdat er toch wel wat lekkere nummers opstaan.

Nate zoekt door mijn lijst met nummers en fluit even waarderend tussen zijn tanden. “Hoeveel staat hier wel niet op dan?”

“Dat krijg je als je wordt opgevoed met muziek,” zeg ik schouderophalend. Ik sluit mijn ogen en luister naar de ballad die Nate heeft aangezet. Het is van die heerlijke muziek en de zanger heeft zo’n heerlijke stem dat ik er zo bij weg kan dommelen.

Dat doe ik ook, tot Nate een ander lied opzet en mijn ogen open vliegen. Het is een uptempo nummer dat we allebei maar al te goed kennen. Ik kijk opzij naar Nate en voel dat ik rood word, hij kijkt me met een hele grote grijns aan.

“Zo, zo,” zegt hij met pretoogjes. “Dus je bent fan?”

Ik schud mijn hoofd. “Ik moet gewoon op de hoogte blijven van de muziek die mijn vader produceert,” zeg ik met een stalen gezicht. De blos op mijn wangen zegt echter wel anders en we weten allebei dat het onzin is.

Nate’s grijns wordt steeds groter als hij de lijst van mijn iPod weer onder de loep neemt. “Wauw, Alex, je hebt mijn hele album,” zegt hij met wiebelende wenkbrauwen. “Een diehard fan dus.”

Ik rol met mijn ogen en geef hem plagend een duwtje. “Alsjeblieft,” zeg ik dan op smekende toon. “Geen Alex.” Dat is gewoon raar, omdat mijn ouders me ook zo noemen, en het is een jongensnaam.

“Sorry, ik neem het een beetje over van je ouders,” verontschuldigt hij zich. “Hoe wil je dan dat ik je noem?”

“Wat dacht je van Alexis? Mijn naam, weet je wel.”

Nu geeft hij mij een duwtje en ik grinnik. Wat zijn we weer flauw bezig. “Maar dat is zo lang om te zeggen,” moppert hij. “Jouw naam vraagt gewoon om een bijnaam.”

“Maar geen Alex,” protesteer ik.

“Lex?”

Ik schud mijn hoofd. “Zo noemt Marley me al. Ik weet niet, het klinkt gewoon niet…”

“Lexis?” oppert hij dan.

“Lexisnexis,” mompel ik. Nee, bah. “Nate, je kan me toch gewoon Alexis noemen?”

Hij schudt zijn hoofd. “Echte vrienden hebben bijnamen voor elkaar,” zegt hij vastbesloten. “En het is ook gewoon leuk om je te pesten,” voegt hij er plagend aan toe. “Lexi.”

“Dat klinkt meer als een koosnaampje,” zeg ik bedachtzaam. Al moet ik aan mezelf toegeven dat het de beste bijnaam is die ik tot nu toe heb gehoord.

“Het past bij je,” zegt hij schouderophalend. “En wat is er mis met koosnaampjes?”

Koosnaampjes zijn voor stelletjes, denk ik, maar zeg het niet hardop. Als hij me zo wil noemen, moet hij dat weten. Ik vind het prima. Ik ben blij dat we goed met elkaar op kunnen schieten en ik moet toegeven dat ik zijn gezelschap steeds meer op prijs stel.

Ik glimlach en rol me op mijn rug. Niet veel later volgt Nate mijn voorbeeld en luisteren we in stilte naar de muziek. Wat hij niet weet is dat het één van mijn eigen nummers is. Wel instrumentaal, want ik vind het nooit prettig om mijn eigen stem terug te moeten horen. Maar het pianospel is altijd een goed hulpmiddel als ik niet kan slapen.

Als ik moet gapen, sluit ik even mijn ogen. Zo blijf ik eigenlijk een hele tijd liggen, gewoon genietend van de muziek. Na een periode die wel een eeuwigheid lijkt, voel ik plotseling een arm om mijn schouders. Ik voel zijn lichaamswarmte en heb de behoefte om me tegen hem aan te nestelen.

“Welterusten, Lexi,” fluistert Nate. Blijkbaar is hij in de overtuiging dat ik al slaap.

Ik besluit maar gewoon te doen alsof dat ook zo is. In je slaap kan je immers niet beïnvloeden wat je doet, dus ik kan altijd ontkennen dat dit nooit is gebeurd. Maar nu kan ik de verleiding gewoon niet weerstaan. Heel voorzichtig kruip ik dus iets dichter tegen Nate aan, tot ik met mijn hoofd op zijn schouder lig.

Zo blijven we allebei liggen met de muziek nog zachtjes in onze oren. Het duurt niet lang voor ik echt in slaap val.

Fame VacancyWhere stories live. Discover now