42.

2.2K 124 10
                                    

Nate's point of view

“Je ziet er goed uit hoor.”

Ik maak mijn blik los van mijn spiegelbeeld en kijk naar Nathalie, die op haar buik op mijn bed ligt met een tijdschrift voor haar neus. Ze rolt met haar ogen om mijn ijdelheid, zoals ze altijd doet. Maar ik heb niet echt een keuze, elke stap die ik buiten zet kan er een foto van me gemaakt worden. Als celebrity leer je al snel dat uiterlijk misschien wel het belangrijkste van alles is.

“En je weet zeker dat die extra minuten meer voor de spiegel dan anders niet voor een speciaal iemand zijn?” vraagt Nathalie sceptisch.

“Alsjeblieft zeg.” Ik rol met mijn ogen. “Voor die schare fans die buiten het hotel staan, nou goed.”

De fans kunnen me serieus gestolen worden. Net als de pers. Net als dit hele leven. Behalve mijn muziek. Mijn muziek is mijn leven en dat kan en wil ik niet opgeven. Dan moet je offers brengen. Soms hele grote, daar ben ik de afgelopen paar jaar wel achter gekomen.

“Je weet dat één van deze dagen iemand je gaat herkennen, hè?”

Ik haal mijn schouders op. “Tot nu toe gaat het nog goed.”

Daarop haalt Nathalie haar schouders op. Ze kan er niks tegenin brengen. Alleen maar hopen dat er niet een dag komt dat er wél een schare fans voor het hotel staat.

Ik trek mijn leren jack aan en ben klaar om naar buiten te gaan.

“Wacht!” roept Nathalie plotseling. Ze springt op van het bed, rommelt wat in haar tas en duwt dan een pakje in mijn handen.

“Voor mij?” vraag ik aangenaam verrast. Nathalie en ik zijn close, maar we zijn niet het soort broer en zus die elkaar cadeautjes geven of continu knuffelen. Als het aan Nathalie ligt wel trouwens, maar ik ben niet echt van dat kleffe gedoe.

“Het is niets groots of zo,” wuift ze het snel weg. “Gewoon omdat ik trots ben op mijn kleine broertje. Je hebt je kranig geweerd de afgelopen twee jaar. En om te vieren dat je twee jaar clean bent.”

Haar woorden zijn als nagels die aan de korsten van mijn wonden klauwen. Die wonden zijn geheeld, maar de littekens zijn er nog. Het is nu mijn persoonlijke bagage en ik zal het altijd met me meedragen. Ik denk er niet meer dagelijks aan, maar als ik eraan herinnerd word, voel ik de pijn weer. Ik ben er aan gewend, het is bijna makkelijk geworden om ermee te leven, maar het heeft me getekend.

“Thanks, zusje.” Ik knipoog naar haar in een poging om stoer te blijven, maar als ze haar armen naar me uitsteekt kan ik het voor één keer niet laten en geef haar een dikke knuffel.

Bizar dat het al twee jaar geleden is. Het voelt vreemd. Korter, maar ook weer onwerkelijk en veel langer, alsof het nooit gebeurd is. Twee jaar geleden dat ik in pure wanhoop door het verlies van Alexis mijn eigen leven wilde nemen. Twee jaar geleden dat ik alle drugs en alcohol in mijn kamer innam. Maar ook twee jaar geleden dat mijn manager me op tijd vond en ik twee dagen later in een kliniek zat.

De hele affaire zo in de doofpot gestopt. Heel discreet werd nooit naar buiten gebracht wat er precies was gebeurd. Iedereen wist al gauw dat ik in een kliniek zat, al wist niemand ondanks grote vermoedens waar ik precies voor behandeld werd, maar over mij en Alexis en over Dylan en over wat ik in mijn staat had gedaan kwam niemand iets te weten.

De belofte ben ik echter nagekomen. Ik heb hulp gezocht en gekregen. Twee jaar later ben ik op die littekens na zo goed als nieuw. Geen drugs meer, geen alcohol. De enige verslaving waar ik nog aan toegeef, is een sigaretje zo af en toe.

Glimlachend trek ik het papier van het pakje af en bekijk het bedeltje dat in mijn hand ligt. Het is een klavertje vier en het is zo treffend voor wat er al die tijd is gebeurd en voor hoe Nathalie ervoor mij is geweest, dat ik serieus blij ben met haar cadeau.

“Je bent de liefste zus ooit,” grijns ik terwijl ik het bedeltje aan het leren bandje om mijn pols bevestig. Daar hangt ook het bedeltje van een gitaar aan die ik ooit kreeg van mijn moeder. Toen was ik nog klein en vond ik het vrouwelijk en kinderachtig, maar nu draag ik het fijne sieraard vol trots.

“Hé, ik ben gewoon blij dat ik mijn broertje nog heb,” fluistert Nathalie.

Daarna vinden we allebei dat het dramatische gedoe lang genoeg heeft geduurd. Ik werp een laatste blik in de spiegel en verlaat dan de hotelkamer.

Mijn tijd voor de spiegel is eigenlijk voor niks geweest. Vlak voor ik naar buiten stap, zet ik een pet op en een grote, donkere zonnebril. Er is helemaal niemand buiten het hotel en zo moet het blijven. Niemand weet dat ik hier in Engeland ben. Niemand weet dat ik hier op een soort vakantie ben met mijn zus, om een paar dagen van Londen te genieten en om daarna door te trekken naar een vriend van ons.

Ik geniet van Londen. Nathalie en ik kunnen niet overal naartoe zonder gezien te worden – iets waar we nu gewoon geen zin in hebben – maar de kleine dingetjes maken ons al blij. Undercover zijn is soms best leuk, vooral als we niet herkend worden. Op de momenten dat Nathalie liever in de hotelkamer blijft en geen zin heeft om op zo’n vroeg tijdstip al de deur uit te gaan, maak ik na het ontbijt een wandeling door de stad, gewoon omdat ik hier anoniem kan zijn en de stad me tot leven brengt.

Zo is het ook vandaag.

Ik loop door de stad, kijk naar de mensen, koop een broodje bij een kraampje. Dit zijn de dingen die ik nooit heb meegemaakt op deze manier. Zo simpel voor een ander, maar voor mij niet. Niet na wat ik heb meegemaakt.

Genietend van de frisse lentedag ga ik op een bankje zitten.

En daar zie ik haar. Hand in hand met een jongen waar ze mee lacht en waar ze vreselijk gelukkig mee lijkt. Hij kijkt naar haar alsof hij niets anders ziet. Volgens mij is dat hoe ik ook naar haar keek. Liefde. Ik had niet verwacht dat dit me zo’n pijn zal doen.

Ze heeft niet op me gewacht. Ook voor haar is de tijd voorbij gegaan. Ergens ben ik blij dat ze gelukkig is, dat ze er blijkbaar overheen is. Maar god, wat had ik graag gewild dat ze dat met mij was. Ik zal alles opgeven, zelfs mijn muziek, gewoon om ons een kans te geven.

Snel duw ik mijn zonnebril verder op mijn neus.

Ik vraag me af wat ze hier doet. Helemaal in Engeland nota bene. Het is zover weg van Amerika.

Aan de andere kant heb ik geen idee wat ze de laatste twee jaar heeft gedaan. Ze verdween uit de publiciteit. Of misschien zocht ik er gewoon niet meer naar.

Ik kan mijn ogen niet van ze afwenden.

Plotseling draait ze haar hoofd mijn kant op. Ik heb geen flauw idee of het toeval is en ik kan niet opmaken of ze nou echt naar mij kijkt. Bijna onmiddellijk draait ze haar hoofd weer weg.

Kan ze me herkend hebben?

Ik trek mijn pet omlaag.

Ik wil haar niet onder ogen komen, maar ik wil ook naar haar toe. Iets wat ik echt niet mag, want de dingen zijn niet meer als eerst. Zo te zien is ze doorgegaan. Ik ben dat ook. Het moet alleen nog een beter plekje krijgen.

Zonder in de verleiding te komen om iets te ondernemen, sta ik op en maak dat ik weg kom. Ik mag er niet bij stilstaan, ik mag niet meer aan haar denken.

In het hotel aangekomen snak ik meer dan ooit naar de verboden dingen die ik twee jaar lang afgezworen heb.

Toch blijf ik sterk. En steek slechts een sigaret op.

Rotleven.

* * *

Ja ja, een kijkje in het hoofd van Nate! Zoals jullie zien heeft hij het niet makkelijk gehad. ;-)

Thanks voor de votes! Keep them coming!

Fame VacancyWhere stories live. Discover now