16.

3K 98 2
                                    

Een week gaat voorbij en Dylan belt niet. Ik bel hem ook niet, want hij heeft gezegd dat hij zal bellen, dus dan ga ik niet wanhopig zijn en hem stalken.

Ik weet niet zo goed wat ik ervan moet denken. Aan de ene kant voel ik me afgewezen, aan de andere kant heb ik hem natuurlijk eerder afgewezen en ik heb zo het vermoeden dat het daaraan ligt.

Marley snapt niks van me. Ik probeer haar mijn gevoelens voor Dylan uit te leggen, maar ze kapt al die discussies af door te zeggen dat ik onzin uitkraam. Zelf vind ik het best logisch. Alles was helemaal perfect, maar ik miste gewoon een klik. Ik ben niet smoorverliefd op Dylan zoals ik wel hoor te zijn, dus wat heeft het dan voor nut? Volgens Marley moet zoiets soms gewoon groeien. Ook beweert ze dat ik bang ben me te binden en dat ik daarom jongens afstoot als ze te dichtbij me komen.

Ik ga veel met Nate om, maar hij vraagt niet naar Dylan en ik durf er niet over te beginnen. Ik heb het  gevoel alsof ze het over me hebben gehad en ik weet niet of ik wel wil weten wat Dylan over me gezegd heeft. Wat mij betreft is het wel even prima zo.

Op een avond zitten Nate en ik in mijn kamer. We eten Oreo’s, drinken energydrink en lachen voornamelijk veel af. Door alle suikers voel ik me behoorlijk hyperactief en ook Nate lijkt bijna te stuiteren.

Wie ons ziet zitten, zal denken dat we een stelletje zijn. Maar zo gecompliceerd is het gelukkig niet. Het klikt gewoon ontzettend goed en ik voel me ontzettend op mijn gemak bij Nate.

Toch hoop ik dat mijn moeder nu niet zomaar binnen komt, want dan weet ik zeker dat ze maatregelen gaat nemen en me bij voorkeur een kuisheidsgordel omdoet. Nate zit namelijk rechtop mijn bed en leunt tegen de hoofdsteun aan, ik zit tussen zijn benen en leun tegen hem aan. Ik kan je vertellen dat ik echt heerlijk lig zo. Af en toe gaan zijn vingers langs mijn bovenarmen of pakt hij mijn hand vast en vreemd genoeg voel ik me dan het gelukkigste meisje ter wereld.

Oké, wie houd ik hier nu voor de gek? Alsof ik nu nog vol kan houden dat Nate en ik slechts vrienden zijn. Dat zijn we ook wel, want we hebben niks, maar de kriebels in mijn buik dulden geen tegenspraak. De gevoelens die voor Dylan ontbreken, zijn er voor Nate zeker wel.

Ik ben verliefd op hem. Het is echter vreselijk beangstigend om dat aan mezelf toe te geven, want ik heb geen idee wat ik nu met mezelf aan moet.

“Ik vraag me nog steeds iets af,” mompelt Nate plotseling in mijn oor.

“Wat?” vraag ik met volle mond. Ik slik snel mijn koekje door en draai mijn hoofd zo ver mogelijk opzij in een poging om Nate aan te kunnen kijken.

“Je hebt een hekel aan mij.”

Ik trek een wenkbrauw op. “Denk je dat als ik een hekel aan jou heb ik je hier zo laat zitten? Oreo-feestjes zijn alleen voor leuke mensen.” Ik steek nog een koekje in mijn mond en leg mijn hoofd weer tegen zijn borst aan.

“Nee, in het begin,” zegt Nate langzaam. Ik snap niet waarom hij plotseling zo serieus is. Als ik weer naar hem omkijk, lijkt hij er echt diep over na te denken. “Je had een hekel aan me in het begin. Je zei van niet, maar ik was heus niet blind. Was dat echt alleen maar omdat je me een arrogante popster vond? Was ik echt zo vervelend?”

Ik doe mijn mond open om te antwoorden, sluit hem weer om eerst mijn koekje op te eten en om ondertussen heel diep na te denken. Ik kan niet anders zeggen dan dat Nate de laatste tijd echt zijn hele houding heeft veranderd. Het is duidelijk dat hij zich niet beter wil voelen dan anderen en inziet dat hij te ver ging. Ik zie dat hij ermee zit en ergens verdient hij de waarheid.

Het probleem is echter dat ik die waarheid voor mezelf diep heb weggestopt. Ik heb gedaan alsof die ene avond, ruim drie jaar geleden, nooit is gebeurd. Dat het een hele andere jongen was, of dat die jongen in elk geval niet meer bestaat. De jongen die ik nu zo leuk vind is de nieuwe Nate Taylor en die wil ik niet langer associëren met een slechte herinnering. Maar hij heeft het nu voor elkaar om alles naar boven te halen, waardoor ik meteen begin te twijfelen aan mezelf en aan hem. Iets wat ik al die tijd nou juist wil voorkomen.

“Nee, het kwam door iets anders,” zeg ik na een tijdje zacht. “Iets van vroeger. Maar het feit dat je er geen idee meer van hebt, maakt het nog stommer. Ik wil het er liever niet meer over hebben.”

“Vroeger?” Ik zie hoe hard hij probeert het terug te halen, maar ik weet dat hij het zich niet gaat herinneren. “Ik snap het niet.”

Ik sluit mijn ogen en zucht diep. Dit gesprek wil ik helemaal niet hebben. “Het was drie jaar geleden,” mompel ik.

Even blijft het stil, maar dan voel ik hoe Nate zijn hoofd schud. “Lexi, ik weet echt niet wat je bedoelt. We kenden elkaar drie jaar geleden helemaal niet. Toch?” Weer zo’n ijzige stilte. “Oh shit man,” mompelt hij. “Kenden we elkaar wel en ben ik dat vergeten?”

“Kennen kan je het niet echt noemen,” zeg ik schouderophalend. “Maar we hebben elkaar wel ontmoet. Op een feestje.” Ik weet dat nog langer cryptisch doen geen zin heeft en me hier ook echt niet in gaat helpen. Ik moet nu gewoon de moed bijeen rapen om te zeggen wat op mijn hart ligt.

“Ehm,” mompelt Nate. “Wat heb ik dan gedaan?”

Daar gaan we dan. Ik haal diep adem en begin te praten. “Het was drie jaar geleden, ik was vijftien. Ik ging dus naar een feestje met een vriendin, waar ik één van de jongere mensen was. En jij was er dus ook. Dus ja, je kan wel raden waar alle aandacht naartoe ging.” Ja, ook toen had hij al een ontzettend grote invloed op alle meisjes.

“En toen?” vraagt Nate aarzelend. Ik hoor aan zijn stem dat hij bang is voor wat er komen gaat, bang voor wat hij misschien heeft gedaan.

“Ik ging een luchtje scheppen en jij stond buiten te roken. Toen raakten we aan de praat.” Ik merk dat Nate afwezig over mijn hand wrijft en huiver. “Het was nog best  gezellig. Maar later die avond hoorde ik je tegen één van je vrienden zeggen dat je blij was dat je eindelijk van dat wanhopige meisje af was. Je wilde nog niet dood met zo iemand gevonden worden.” Ik sla mijn ogen neer. Het was niet bepaald goed geweest voor mijn zelfvertrouwen. “Dus ja, de hint was wel duidelijk.”

Stilte.

Het klinkt misschien ontzettend kinderachtig, maar het heeft wel degelijk heel veel indruk op me gemaakt. Ik was een vijftienjarig meisje, regelmatig in de knoop met mezelf, een beginnende interesse in jongens, zo onzeker als mogelijk is, en dan krijg je zoiets te horen.

Nate wikkelt zijn armen om me heen. Ik wil even tegenstribbelen, maar hij is te sterk voor me. Zuchtend laat ik me weer achterover zakken en staar voor me uit. Nog steeds stilte.

“Lexi,” mompelt Nate dan. “Ik weet al welk feestje je bedoelt.”

En weer die geweldige stilte. Gaat er helemaal geen verdediging van zijn kant komen? Oftewel, hij meende toen alles wat hij zei en mijn haat voor hem was dus terecht. Al weet ik nu al helemaal niet meer wat ik ervan moet denken, want hij komt nu zo anders over.

“Ik kan even niet geloven dat jij dat meisje was,” mompelt hij dan. Met zijn vingertoppen streelt hij over mijn wang. “Je bent zo anders. Ik herkende je niet. Ik kan het me niet eens meer goed herinneren.”

Onverschillig haal ik mijn schouders op. “Drie jaar is een lange tijd.”

“Wat ik nog wel weet van die avond,” gaat Nate verder. “Is dat ik het die middag uitmaakte met mijn vriendin. Ze was bezitterig, pusherig, zeurderig, zo kan ik eeuwig doorgaan. Ik had het over haar, niet over jou. Ik moet toegeven dat ik me je niet meer goed kan herinneren en ons gesprek ook niet, maar dat weet ik heel zeker.”

Ik weet niet of ik dat nou moet geloven of niet. Ik wil het heel graag geloven. Maar wat nou als hij het gewoon zegt omdat hij het zich inderdaad niet meer kan herinneren? Of hij zegt het gewoon omdat hij er nu anders over denkt en het niet voor zichzelf wil verpesten.

Ik wil me weer losmaken uit zijn armen, maar hij verstevigt zijn greep alleen maar. Ik voel hoe hij zijn lippen op mijn wang drukt en dan over mijn haar streelt. Aanrakingen die ik bijna niet aankan. Nate is hier meesterlijk goed in, hij weet precies hoe hij me voor zich moet winnen.

“Sorry als ik je gekwetst heb,” zegt hij zacht. “Maar je moet me geloven.”

“Ik geloof je,” mompel ik uiteindelijk. Het doet er ook niet eens meer toe, ik haat hem toch niet meer. Alles behalve dat zelfs.

Van de gezellige sfeer is niet heel veel meer over, maar onprettig is het ook niet. Het grootste gedeelte van de avond blijven we gewoon zo zitten. Zwijgend. Volgens mij zijn we allebei diep in gedachten.

Die avond slapen we allebei in ons eigen bed.

Fame VacancyWhere stories live. Discover now