20.

2.9K 94 9
                                    

De bel gaat en ik pak snel mijn tas, klaar om te gaan. Ik steek snel mijn hoofd om de deur van de woonkamer om mijn ouders gedag te zeggen, maar zie dan dat ze met Nate zitten te praten. Ze zien me niet en ik blijf staan, benieuwd waar ze het over hebben.

“Is het goed als mijn zus Nathalie hier een paar dagen komt logeren?” hoor ik hem vragen.

“Nathalie is je zus?” Ik heb het er al uitgeflapt voordat ik mezelf kan stoppen en sla snel mijn hand voor mijn mond.

Iedereen kijkt mijn kant op en ik sla beschermend mijn armen over elkaar.

“Ja, Nathalie is mijn zus,” zegt hij met een opgetrokken wenkbrauw. “Sinds wanneer praat jij weer tegen mij?”

Oei. Gaan we dit nu doen waar mijn ouders bijzijn? Ik kan het hem echter niet kwalijk nemen dat hij zo reageert.

“Nate,” mompel ik. “Ik moet met je praten…”

Tot mijn grote opluchting sleept mijn moeder mijn vader mee de woonkamer uit zodat we in elk geval alleen zijn.

“Ik heb je niks te zeggen,” zegt Nate koppig. “Net zoals jij besloot mij opeens niks meer te zeggen te hebben.”

“Maar ik heb je nu wel iets te zeggen.” Ik doe een stap naar hem toe als hij weg wil lopen en pak hem bij zijn pols beet. “Alsjeblieft,” smeek ik. “Luister op zijn minst naar me.” Dan gaat de bel weer. Die was ik alweer helemaal vergeten. “Oké, wacht even,” mompel ik gefrustreerd. “Ik ben zo terug.”

Er is een kans dat hij niet op me wacht, maar dat risico moet ik maar nemen. Ik snel me naar de deur, waar een opgefokte Dylan op me staat te wachten. “Ik dacht even dat je me ging laten staan.”

Wat ongemakkelijk haal ik een hand door mijn haar. “Ehm,” mompel ik. “Er is eigenlijk iets tussengekomen.”

“Oh?” Dylan kijkt me vragend aan.

Ik veins een kuchje, maar niet al te overtuigend. “Ja, ik voel me niet lekker,” lieg ik. “En mijn moeder is al ziek en als ze mij heeft aangestoken, wil ik jou ook niet ziek maken.” De leugen komt eruit alsof ik hem vooraf heb ingestudeerd. Nu nog hopen dat hij me gelooft.

Of niet, want eigenlijk was mijn plan van vandaag om hem netjes te vertellen dat ik wat afstand wilde. En dat het niet aan hem lag, maar aan mij, bla bla bla.

“Oh,” zegt Dylan schouderophalend. “Best. Ik bel je wel.”

Hij wil zich al omdraaien en weglopen, maar ik schraap snel mijn keel. “Ehm, Dylan?” begin ik aarzelend. “Dat is niet nodig. Ik bel jou wel.”

Dylan bestudeert me aandachtig en dan rolt hij met zijn ogen. “Duidelijk,” mompelt hij. “Ik zie je.” Hij steekt zijn hand kort naar me op en draait zich dan om. “Of niet,” hoor ik hem nog murmelen.

Zuchtend sla ik de deur achter hem dicht en haast me dan terug naar de woonkamer. Tot mijn opluchting zit Nate daar nog steeds op me te wachten. Zodra ik binnenkom draait hij zich om en kijkt me met zijn lichtblauwe ogen indringend aan.

Midden in de woonkamer blijf ik staan. Na diep adem gehaald te hebben, barst ik maar in één keer los. Alles wat ik net echter wilde zeggen, komt er nu niet uit. “Ik ben hopeloos verliefd op je.”

Jep, dat is wat ik tegen hem zeg. Ik heb vreselijk veel uit te leggen en het enige wat ik uit kan brengen is hoe verliefd ik op hem ben. Het is dan ook niet gek dat hij me vol onbegrip aankijkt.

“Ik begrijp het niet,” zegt Nate schouderophalend. “Was dat alles?”

Dat voelt kwetsend. Nooit durf ik mezelf aan een jongen open te stellen en nu ik het eens doe, reageert hij zo. Dit is precies de reden dat ik het normaal gesproken nooit durf. Maar Nate heeft wel een goede reden om zo te doen, dat moet ik mezelf maar voorhouden.

“Ik ben verliefd op je,” herhaal ik mezelf. “En het spijt me.”

“Ik begrijp het nog niet. Eerst dacht ik echt dat er meer was tussen ons. Maar vervolgens neem je afstand van me. Je hebt me ontlopen, geloof me, ik begreep de hint wel. En dan ging je ook nog eens met Dylan daten. Ik begreep dat niet en dit begrijp ik nu ook niet. Wat wil je nou eigenlijk van me?”

“Laat het me even uitleggen,” mompel ik. Het is een hele tirade en ik wil eerst mijn eigen verhaal rustig kunnen doen. “Dan kan ik het je laten begrijpen.”

Nate rolt met zijn ogen. “Best.”

Weer haal ik diep adem. “Ik, ehm, ben niet zo goed in relaties,” begin ik mijn verhaal. Misschien niet een al te beste openingszin. “En we waren opeens zo close. Het voelde als meer dan vrienden en ik werd bang. Dus moest ik nadenken.” Ja, tot zover gaat het goed, maar nu komt het moeilijkste gedeelte. “Toen ik had nagedacht, kwam ik tot de conclusie dat ik de sprong gewoon moest wachten. Dus wilde ik je vertellen wat ik je net vertelde, maar toen was ik in je kamer, en toen zag ik die sms.” Dan durf ik niet meer verder.

Het ziet er niet naar uit dat Nate me nu wel begrijpt. Na een lange stilte zucht hij diep. “Welke sms?” vraagt hij. Blijkbaar is hij toch wel erg nieuwsgierig naar wat er gaat komen en hij laat me in elk geval het verhaal afmaken.

“Van Nathalie. Over daten.” Ik sla mijn ogen neer. “Ik dacht dat je net zo was als alle anderen… Dat je gewoon hartstikke veel meisjes hebt. Ik was gekwetst.”

Nate zucht nog dieper. “Lexi,” mompelt hij hoofdschuddend. “Waarom praatte je niet met me?”

“Omdat ik het je niet gunde dat je wist hoe erg ik het vond.” Ik wrijf verwoed in mijn ogen, want ik voel dat er tranen opwellen en dat wil ik dus al helemaal niet.

Heel langzaam staat Nate op. Gespannen volg ik al zijn bewegingen en bijt op mijn lip als hij vlak bij me staat. Nu is de vraag wat hij gaat doen. Is hij bereid het goed te maken, of loopt hij zo meteen recht uit de deur?

“Nathalie is mijn zus,” zegt Nate. “Wil je mijn telefoon soms zien? Dan kan je controleren dat er geen andere meisjes zijn. Want die zijn er niet. Geen sms’je, geen telefoongesprek, helemaal niks.”

“Natuurlijk niet,” zeg ik hoofdschuddend. “Ik had het recht niet om te kijken, ik had nooit aan je spullen mogen zitten.”

“Dat klopt.” Gelukkig haalt hij dan zijn schouders op. “Maar ik snap het ergens wel. Misschien had ik hetzelfde gedaan als ik vermoedde dat jij met een andere jongen aan het rommelen was.”

“Maar daar heb je wel het recht toe,” mompel ik. “Jij mag doen wat je wilt, je bent een vrij man.”

“Misschien wil ik dat niet zijn,” fluistert hij. Hij zet nog een stap naar me toe en pakt dan mijn handen vast. “Doe alsjeblieft nooit meer zo koppig en praat gewoon met me. Ik ben eigenlijk een hele normale jongen hoor. Toevallig met veel succes en veel talent…” Zijn ogen twinkelen.

Ik rol met mijn ogen. “Opschepper.” Zachtjes grinnik ik en sla dan mijn armen om zijn nek heen. “Dus we zijn weer vrienden?”

“Vrienden… Ja, dat zijn we wel.”

Ik glimlach. Ongelooflijk hoe makkelijk dit op te lossen was door gewoon te praten. Ik kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan omdat ik zo stom ben geweest de laatste tijd. Waarom heb ik in één keer aangenomen dat hij net zoals al die andere jongens is en het niet eens nagevraagd?

“Het spijt me,” fluister ik.

“Het geeft niet,” fluistert hij terug.

Dit is het begin, maar ik hoop toch echt dat het niet bij slechts vriendschap blijft. Aan de manier waarop hij naar me kijkt, vermoed ik van niet.

Fame VacancyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu